AANHAALMOMENT
q
Knelbout:
24,4-25,7 N·m
w
Asbout:
70 N·m
e
Wielafstandsbussen:
23,5 mm
B B A A N N D D E E N N
WAARSCHUWING
Het gebruik van de motorfiets met verkeerde banden, verkeerde
bandenspanning of te ver afgesleten banden kan tot verlies van
controle over de motorfiets en een ongeval leiden. Als de
bandenspanning te laag is, kan de band te warm worden en
defect raken. Gebruik altijd de juiste maat en het juiste type
banden zoals door INDIAN MOTORCYCLE voor uw voertuig
aangegeven. Houd altijd de juiste bandenspanning aan zoals
aanbevolen in de gebruikershandleiding en op de
veiligheidslabels.
V V E E R R V V A A N N G G I I N N G G B B A A N N D D
Bij modellen met een bandenspanningscontrolesysteem
bevinden de sensoren zich op een hoek van 180° ten opzichte
van het ventiel. Wees voorzichtig bij het onderhoud van banden.
Om beschadiging van een sensor te voorkomen, licht u de band
bij het ventiel, en vervolgens op 90° en 270° van het ventiel, zoals
Banden, velgen, binnenbanden en luchtventielen moeten correct
op de wielvelgen zijn afgestemd. Gebruik alleen banden van de
juiste maat, met hetzelfde of een hoger draagvermogen. De door
INDIAN MOTORCYCLE aanbevolen banden zorgen voor
voldoende ruimte tussen spatborden, schommelarm,
aandrijfriemen en andere onderdelen. Zie het hoofdstuk
Specificaties.
ONDERHOUD
LET OP
vereist.
155