4. Draai het stuur naar links en neig de motorfiets naar links tot de
zijstandaard de motorfiets stevig steunt.
5. Draai de hoofdschakelaar uit en zorg ervoor dat de motor
aan/uit-schakelaar op de rechter bedieningseenheid in de
uit-stand staat.
P P A A R R K K E E R R E E N N O O P P E E E E N N H H E E L L L L I I N N G G
Als parkeren op een helling onvermijdelijk is, parkeer dan met het
voorwiel bergopwaarts ten opzichte van het achterwiel. Schakel
de eerste versnelling in en zet de motorfiets zo neer dat deze
stabiel op de zijstandaard staat.
P P A A R R K K E E R R E E N N O O P P E E E E N N Z Z A A C C H H T T O O P P P P E E R R V V L L A A K K
Als parkeren op een zacht oppervlak onvermijdelijk is, plaats dan
een voetsteun onder de voet van de zijstandaard om een stevige
ondergrond te verkrijgen. De voetsteun van de zijstandaard moet
sterk en groot genoeg zijn om het gewicht van de motorfiets te
kunnen dragen zonder in het parkeeroppervlak weg te zakken.
Asfalt wordt zacht bij warm weer. Een zijstandaard kan wegzakken
in zacht asfalt en de motorfiets kan omvallen. Gebruik een
voetsteun voor de zijstandaard bij parkeren op asfalt bij warm
weer.
VOORZICHTIG
Hete motor- en uitlaatonderdelen kunnen brandwonden op de
huid veroorzaken en kunnen brand veroorzaken bij blootstelling
aan brandbare materialen. Parkeer de motorfiets altijd op een
plaats waar geen brandbare materialen aanwezig zijn en waar
personen niet in contact kunnen komen met hete onderdelen.
BEDIENING
103