Bediening
Stilzetten
(4)
Het maximaal toegestane ingangstoerental staat aangegeven op de veiligheidssticker
(4) boven de haakse overbrenging, in de rijrichting gezien rechts.
6.11
Stilzetten
De machine moet zo worden geparkeerd, dat niemand gehinderd wordt of in gevaar
wordt gebracht. Let ook op de veilige afstand tot bovengrondse elektriciteitskabels.
– Zet de motor van de tractor zetten en beveilig hem tegen opnieuw starten.
– Koppel de cardanas en voertuigkabels los van de machine.
– Stel de steunpoot mechanisch zo in, dat de machine kan worden losgekoppeld van
– Koppel de machine los van de tractor en beveilig de machine tegen wegrollen.
– Rijd de tractor van de machine weg.
– Beveilig de machine met de wegrijbeveiliging tegen gebruik door onbevoegden.
Overweeg eventueel een extra kinderbeveiliging.
78 / 118
Markering van het maximaal toegestane ingangstoerental
de tractor.
OPMERKING