Bediening
Rijden op de openbare weg
Verdere verplichtingen bij het gebruik van de machine:
Voor het rijden op de openbare weg moet de machine zodanig worden gereinigd dat:
Voorwaarden voor machines zonder EU-typegoedkeuring:
Als getrokken werkmachine met een topsnelheid van max. 25 km/u is een toelating
voor gebruik op de openbare weg of een kenteken voor de machine niet verplicht. De
machine moet echter door de voertuigeigenaar in overeenstemming met de regionale
voorschriften worden verzekerd tegen schade.
Voorwaarden voor machines met EU-typegoedkeuring:
In principe geldt er voor de machine met EU-typegoedkeuring in Duitsland geen ver-
gunningsplicht. Een bedrijfsvergunning is voldoende. De COC (conformiteitscertifi-
caat) geldt als bedrijfsvergunning! Daarom hoeft geen bezoek te worden gebracht aan
de vergunningsinstantie.
Als getrokken werkmachine met een door het ontwerp bepaalde maximale snelheid
van 25 km/u, 30 km/u of 40 km/u valt de machine onder de kentekenplicht (in Duits-
land aanhangkenteken). De machine moet echter door de voertuigeigenaar in over-
eenstemming met de regionale voorschriften worden verzekerd tegen schade.
Aan de volgende verplichtingen moet altijd worden voldaan:
72 / 118
het totale gewicht niet overschreden wordt,
alle waarschuwingsborden duidelijk herkenbaar zijn,
alle knipperlichten en verlichtingssystemen schoon en functioneel zijn,
geen stenen, aarde of loof van de machine kunnen vallen en andere verkeersdeel-
nemers kunnen hinderen.
Er moet altijd gebruik worden gemaakt van een veiligheidsman, die de chauffeur
van het voertuig de nodige instructies geeft voor het veilig besturen van het voer-
tuig, omdat het veilig besturen van het voertuig anders (bijv. op kruispunten en bij
wegversmallingen, tijdens het parkeren of bij de geldende weersomstandigheden)
niet gegarandeerd is.
Alleen ervaren en betrouwbare personen met kennis van de regio komen in aan-
merking als chauffeur en begeleider (veiligheidsman).
Het voertuig mag op de openbare weg alleen worden verplaatst door bestuurders
die in het bezit zijn van een vereist en geldig rijvaardigheidsbewijs (rijbewijs). De
bestuurder moet naast een geldig rijbewijs ook de algemene typegoedkeuring van
de machine en indien verstrekt, de originele en geldige bijzondere vergunning bij
zich hebben.
Er moeten altijd waarschuwingsvesten, een verbanddoos en een gevarendriehoek
in het trekvoertuig aanwezig zijn.
De voertuigeigenaar of zijn/haar vertegenwoordiger moet elke bestuurder vóór de
start van een werkperiode uitgebreid instructies geven over zijn bijzondere ver-
plichtingen met betrekking tot de verkeersveilige besturing van het voertuig. De
instructie moet door de bestuurders worden bevestigd met een handtekening. De
voertuigeigenaar moet de bevestigingen ten minste één jaar bewaren. Een formu-
lier voor deze instructie vindt u in hoofdstuk 9
om het formulier te kopiëren voordat u het invult.
Zoals reeds aangehaald kunnen de regionaal bevoegde instanties voor wegver-
keer aanvullende voorwaarden vastleggen, die afwijken van de genoemde bepalin-
gen. Het is de verantwoordelijkheid van voertuigeigenaars en bestuurders om zich
te informeren over deze bepalingen en deze na te leven.
Als op een later tijdstip componenten of functies van het voertuig worden gewij-
zigd en als voor de aard en/of het verloop bepaalde voorschriften gelden, vervalt
de "algemene typegoedkeuring" en moet een nieuwe "algemene typegoedkeuring"
worden aangevraagd bij de betreffende plaatselijke overheidsinstantie.
(Zie Pagina
106). ROPA raadt aan