Storingscodes
Algemeen optredende processtoringen
Storingsindicatie op de indicatie- en bedieningseenheid op de brander.
Opmerking
Maatregelen in aangegeven volgorde uitvoeren.
Iedere storingscode wordt in het storingsgeheugen opgeslagen en de tien laatste kunnen worden uitgelezen.
Storingscode
Gedrag van de installatie
op het display
F 80
Branderautomaat op storing,
installatie koelt af, branderau-
tomaat vergrendeld.
F 81
Branderautomaat op storing
F 82
Branderautomaat op storing,
installatie koelt af, branderau-
tomaat vergrendeld.
F 83
Branderautomaat op storing
F 88
Branderautomaat op storing
F 89
Branderautomaat op storing
F b7
Branderautomaat op storing,
installatie koelt af, branderau-
tomaat vergrendeld.
F b7
Type codeerstekker
F E1
Branderautomaat op storing
F E2
Branderautomaat op storing
F E2
Gastekort aan de gasdrukbe-
waker 2, kleplekkagecontrole
F E4
Brander schakelt uit
Storingsoorzaak
Kortsluiting keteltempera-
tuursensor branderauto-
maat
Sensordrift keteltempera-
tuursensor branderauto-
maat
Kortsluiting rookgastem-
peratuursensor (A of B)
branderautomaat
Sensordrift rookgastempe-
ratuursensor (A of B)
branderautomaat
Onderbreking keteltempe-
ratuursensor (branderau-
tomaat)
Onderbreking rookgas-
temperatuursensor (A of
B) branderautomaat
Codeerstekker niet in
branderautomaat gesto-
ken, codeerstekker ver-
keerd
of defect
Codeerstekker past niet
bij de branderautomaat.
Klep 1 lek, gaspressostaat
2 opent niet.
Klep 2 lek, gaspressostaat
2 sluit niet.
Gasklep opent niet, gas-
klep lek, gaspressostaat 2
defect.
Meervoudige onderspan-
ningsdetectie met herha-
ling en hernieuwde onder-
spanning
Storingen oplossen
Maatregel
Aansluitkabel en dubbelsensor
controleren, eventueel sensor ver-
vangen.
Aansluitkabel en dubbelsensor
controleren, eventueel sensor ver-
vangen.
Aansluitkabel en sensoren (A en
B) controleren, eventueel sensor
vervangen.
Aansluitkabel en sensoren (A en
B) controleren, eventueel sensor
vervangen.
Aansluitkabel en dubbelsensor
controleren, eventueel sensor ver-
vangen.
Aansluitkabel en sensoren (A en
B) controleren, eventueel sensor
vervangen.
Codeerstekker insteken, codeer-
stekker controleren, eventueel ver-
vangen.
Codeerstekker of branderautomaat
vervangen.
I
Gevaar
Op de stekkerklemmen van de
branderautomaat staat net-
spanning.
Codeerstekker alleen in
stroomloze toestand van de
branderautomaat vervangen.
Instelling gaspressostaat 2 contro-
leren, aansluitleiding controleren,
gascombiregelaar vervangen.
Instelling gaspressostaat 2 contro-
leren, aansluitleiding controleren,
gascombiregelaar vervangen.
Gascombiregelaar vervangen.
Voorzieningsnet controleren.
41