Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren
De maximaalthermostaat is vooraf ingesteld op 110 °C
ingesteld en kan desgewenst uitsluitend worden aan-
gepast door de codeerstekker te verwisselen.
Verwarmingsinstallatie met water vullen en ontluchten
Vulhoeveelheid, waterhardheid en pH-waarde op
pagina 60 invullen.
Sifon met water vullen
Afb. 1
Gastype controleren
1. Gastype en Wobbe-index (Wo) bij het energiebe-
drijf opvragen.
■
Met de aardgasinstelling E kunnen de verwar-
mingsketels in het Wobbe-indexbereik 12,0 tot
16,1 kWh/m
3
(43,2 tot 58,0 MJ/m
gebruikt.
■
Met de aardgasinstelling LL kunnen de verwar-
mingsketels in het Wobbe-indexbereik 10,0 tot
13,1 kWh/m
3
(36,0 tot 47,2 MJ/m
gebruikt (niet in
a
■
Met de instelling voor vloeibaar gas P kunnen
de verwarmingsketels in het Wobbe-indexbereik
20,3 tot 21,3 kWh/m
den gebruikt.
10
3
) worden
3
) worden
en
).
c
3
(72,9 tot 76,8 MJ/m
3
) wor-
Opmerking
"Eisen aan de waterkwaliteit" op pagina 62 respecte-
ren.
1. 4 schroeven losdraaien. Achterplaten achter mid-
den en onder eraf nemen.
2. Sifon losmaken en met water vullen, anders kan er
rookgas ontsnappen.
3. Ongehinderde afvoer van condenswater controle-
ren.
4. Sifon weer monteren.
Opmerking
De slangverbinding naar de door de installateur te
voorziene condenswaterinstallatie of naar de neu-
traliseringsinstallatie mag niet doorhangen; eventu-
eel met een buis stabiliseren.
2. In de toestand bij levering is de brander ingesteld
voor aardgas E. Indien nodig, de brander volgens
de gegevens van het gasbedrijf op het andere
gastype instellen: Zie vanaf pagina 11.
3. Gastype in protocol op pagina 60 opnemen.