Branderautomaat
Branderautomaat
(vervolg)
Configuraties:
Menu-
Beschrijving
punt
5
Omschakelen van de bedrijfsweergave van de
branderautomaatfase naar andere procesge-
gevens
6
Configuratie van bedrijfsparameters van de
regelfuncties
Onder het menupunt "5" kan de volgende procesinformatie worden weergegeven:
Submenupunt
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
A
B
Voorbeeld ionisatiestroom weergeven, volgende toet-
sen indrukken:
1. S langer dan 2 s, " " knippert.
2.
tot "5" onder Service verschijnt.
Onder het menupunt "6" kunnen de volgende bedrijfsparameters worden veranderd:
Subme-
Parameters
nupunt
1
Maximaal vermogen
2
Gastype
3
Niet gebruikt
4
Max. ketelwatertemperatuur
5
Integrale drempelwaarde regelaar
6
Looptijdoptimalisatie
0
Alle bedrijfsparameters naar de toe-
stand bij levering terugzetten
Voorbeeld maximaal vermogen reduceren, volgende
knoppen indrukken:
1. S
langer dan 2 s, " " knippert.
2.
tot "6" onder Service verschijnt.
36
Procesgegevens
Fase
Ketelwatertemperatuur
Rookgastemperatuur
Ionisatiestroom
Gewenst toerental
PWM-stelgrootte
Gemeten toerental
Gasdrukbewaker 1
Gasdrukbewaker 2
Luchtdrukbewaker
Gasklep 1
Gasklep 2
Eenheid/schaalverdeling
1
°C
°C
I in 1/10
%
%
n in 10/min
0 of 1
0 of 1
0 of 1
0 of 1
0 of 1
3. S onder Status verschijnt "5".
4.
tot "3" onder Service verschijnt.
5. S Onder Status verschijnt "3" en onder Service
wordt tijdens de werking de ionisatiestroom
weergegeven (bijv. 30 = 3,0
Eenheid/schaalverdeling
% van het nominaal vermogen
0 = NG (aardgas)
1 = LPG (vloeibaar gas)
—
°C/5 tot en met 127
Kmin/1 tot en met 255
0 = minimumpauze
1 = integrale procedure
3. S
onder Status verschijnt "6".
4. S
Onder Status verschijnt "1" en onder Service
wordt de actuele waarde voor het maximale
vermogen in % weergegeven.
A
μ
A).
µ
Leveringstoestand
100 %
0
—
95 °C
30 Kmin
1