Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Brander elektrisch aansluiten
40
40/156 53
15A/15B
Afb. 33
Automatische dichtheidscontrole kleppen gascombiregelaar
De branderautomaat voert bij de branderstart een
automatische dichtheidscontrole van beide kleppen uit.
Bij dichtheid van de kleppen gaat de brander over tot
de normale bedrijfstoestand en de branderstart.
Bij lekkage van de 1e klep wordt in het display van de
branderautomaat de foutcode "F E1", bij lekkage van
de 2e klep de foutcode "F E2" weergegeven.
Filterelement in de gasleiding (indien aanwezig) controleren, eventueel
vervangen
Verbindingen aan gaszijde op dichtheid controleren
Gevaar
Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar.
De volgende stappen absoluut uitvoeren.
!
Opgelet
Het gebruik van lekzoekspray kan leiden tot sto-
ringen.
Lekzoekspray mag niet met elektrische contac-
ten in aanraking komen.
1. Bij losse gasverbindingen nieuwe pakkingen plaat-
sen en vastschroeven.
Afsluitende meting uitvoeren
1. Afsluitende meting volgens de punten op
pagina 20 tot 22 uitvoeren.
30
3A/3B
41
145
(vervolg)
1. Branderkabel
fA
branderautomaat steken.
2. Aansluitkabel regeling
A/
B, rookgas-sensorkabel
§
§
snoer
fÖ
aan de branderzijde in de koppelingen op
de houdplaat steken.
3. Aansluitkabel regeling
aVG
op de regeling steken.
In beide gevallen moet de gascombiregelaar worden
vervangen.
Gevaar
Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar.
Gasdichtheid op de meetaansluiting controleren.
2. Gasafsluitkraan openen.
3. Afdichtingpunten aan de ingang van de gascombi-
regelaar op dichtheid controleren.
4. Brander in bedrijf stellen (zie pagina 13).
5. Op dichtheid controleren:
Afdichtingpunten aan de uitgang van de gascom-
■
biregelaar
Afdichtpunt tussen ventilator en keteldeur
■
■
Afdichtpunt tussen ventilator en Venturi-buis
2. Meetwaarde in protocol op pagina 60 noteren.
en KM-BUS-kabel
aVG
op de
/
, ketel-sensorkabels
fÖ
aBH
A/
B en net-
aG
aG
/
en KM-BUS-kabel
fÖ
aBH