Samenvatting van Inhoud voor Viessmann Vitocrossal 300
Pagina 1
VIESMANN Servicehandleiding voor de vakman Vitocrossal 300 type CT3U HR-gasketel met MatriX-cilinderbrander voor aardgas E en LL Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCROSSAL 300 Bewaren a.u.b.! 5783 405 NL 3/2013...
Pagina 2
Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van licha- melijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschrif- Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Gevaar Ontsnappend gas kan explosies Dit teken waarschuwt voor per- veroorzaken met zeer ernstige soonlijk letsel.
Pagina 3
Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Rookgasinstallaties en brandlucht Gevaar De gelijktijdige werking van de Garanderen dat rookgasinstallaties vrij CV-ketel en toestellen met afvoer zijn en niet gesloten kunnen worden, naar de buitenlucht kan door het bijv.door ophopingen van condenswater terugstromen van rookgassen of externe invloeden.
Pagina 4
Bij vervanging uitsluitend origi- nele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedge- keurde onderdelen gebruiken.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Productinformatie Gebruik conform het doel van de installatie............Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappenplan: eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud......Aanvullende info over de stappen................ Storingen oplossen Diagnose......................43 Verloopdiagram van de branderautomaat............54 Aansluitschema's Aansluitschema van de branderautomaat............56 Aansluitschema van de netfiltereenheid...............
Productinformatie Gebruik conform het doel van de installatie Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssystemen con- form EN 12828, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en gebruiksaanwijzingen en met de gege- vens in het gegevensblad. Het is uitsluitend voorzien voor de opwarming van warm water.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappenplan: eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina • • 1. Instructie voor onderhoudswerkzaamheden....•...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappenplan: eerste inbedrijfstelling,… (vervolg) Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina • • 22. Ontstekingselektrodes en ionisatie-elektrode controleren..............26 • • 23. Brander reinigen............. 26 • 24. Brander monteren............27 •...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen Instructie voor onderhoudswerkzaamheden Gevaar Het product bevat keramische vezels. Bij ondeskundige behan- deling kan vezelstof vrijkomen. Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren De veiligheidstemperatuurbegrenzer Montage- en servicehandleiding mag niet hoger dan 110 °C ingesteld van de regeling zijn, evt.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Sifon vullen met water 1. Achterplaat A onder demonteren; 3. Ongehinderde afvoer van condens- draai daartoe de vier kwartdraai- water controleren. afsluitingen B los. 4. Sifon weer monteren. 2. Sifon losmaken en met water vullen (anders kan er rookgas ontsnap- pen).
Pagina 11
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 2. Bij open werking: Controleren of de ventilatie van de installatieruimte open is. 3. Gasaansluitdruk controleren. 4. Afsluitkleppen van de gasleiding openen. 5. Hoofdschakelaar inschakelen (deze bevindt zich buiten de stookruimte). Installatieschakelaar B op de rege- ling inschakelen.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 7. Coderingen op de regeling van de 10. Een paar dagen na de ingebruik- CV-ketel volgens de tabel op name keteldeur en rookgasverza- pagina 61 aanpassen. melkastdeksel controleren en bou- ten natrekken.
Pagina 13
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 03. Hoofdschakelaar (buiten de instal- 08. Diafragma C met de rubberkurk- latieruimte) respectievelijk netspan- pakking D eruit nemen. ning uitschakelen en tegen opnieuw inschakeling beveiligen. 09. Gascombiregelaar (zonder dia- fragma C en zonder rubberkurk- 04.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Rustdruk en aansluitdruk controleren Rustdruk 6. Meetwaarde in het protocol (op pagina 68) opnemen. Aansluitdruk 1. Brander in bedrijf stellen. Opmerking Inbedrijfname zie pagina 10. Brander op maximaal vermogen zetten; hier- voor service-testschakelaar op de regeling gebruiken.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Aansluitdruk Maatregel (stromingsdruk) 18 tot 50 mbar CV-ketel in bedrijf stellen (1,8 tot 5 kPa) meer dan 50 mbar Aparte gasdrukregelaar met nulafsluiting van de ketelinstallatie (5 kPa) voorschakelen en druk op 20 mbar (2 kPa) instellen. Gasbedrijf informeren.
Pagina 16
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 2. Opmerking Het CO -gehalte voor ieder aardgas moet tussen 7,5 en 10,5% liggen. -gehalte in het rookgaskanaal meten. Nominaal Toegelaten CO – vermogen in gehalte in % 8,6 ± 0,3 8,6 ±...
Pagina 17
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) -meting bij het laagste vermogen 1. Toets ”-” D indrukken tot de service- indicatie op ”0” (laagste vermogen) staat. 2. Opmerking Het CO -gehalte voor ieder aardgas moet tussen 7,5 en 10,5% liggen. -gehalte in het rookgaskanaal meten.
Pagina 18
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 4. Meetwaarde in protocol (op pagina 68) opnemen. Opgelet Het CO -gehalte moet in deel- last altijd kleiner zijn dan in vollast. Meetwaarden nog een keer contro- leren Opnieuw het hoogste en laagste ver- mogen via de bedieningseenheid van de branderautomaat opstarten.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Ionisatiestroom meten 01. Hoofdschakelaar uitschakelen. 07. Hoofdschakelaar inschakelen en ontstoringsknop indrukken. 02. Stekker C van de ionisatiestroom- 08. Ionisatiestroom meten. kabel lostrekken. 03. Hoofdschakelaar inschakelen. Opmerking De ionisatiestroom moet circa 2 tot Na een startpoging van de brander 3 s na het openen van de gasklep moet uitschakeling wegens storing...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Installatie buiten bedrijf stellen 1. Hoofdschakelaar respectievelijk net- 2. Aansluitstekker fÖ, fA, lÖ en fÖ/ spanning uitschakelen en beveiligen aBH van de brander lostrekken. tegen onverhoeds weer inschake- len. 3. Gaskraan sluiten. Gevaar Netspanning is levensgevaar- lijk.
Pagina 21
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 3. Netkabel D met stekker fÖ en aan- 4. Gasaansluitleiding B demonteren. sluitkabel regeling F met stekker fÖ/aBH aan de brander en aan de trekontlasting losmaken en uit de branderbehuizing brengen. 5.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) De neutraliseringsinstallatie loskoppelen van de ketel en de afvoerslang aansluiten 1. Slang A naar de neutraliseringsin- 5. Afvoerslang D verwijderen en con- stallatie van de sifon B loskoppe- denswaterafvoer C met kunststof len.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Alleen kunststof borstels, geen ■ Aanslag en oppervlakteverkleuringen staalborstels of scherpe voorwer- (geel-bruin) met lichtzure, chloridevrije pen gebruiken. reinigingsmiddelen op basis van fos- forzuur weghalen (bijvoorbeeld Antox Voor de normale reiniging stookopper- 75 E).
6. Steek de vier kwartdraai-afsluitingen B erin en monteer de achterplaat Bedieningshandleiding van A onderaan. de neutraliseringsinstallatie Opmerking Het neutraliseringmiddel kan via de firma Viessmann onder bestelnum- mer 9521 702 worden besteld.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Condenswaterafvoer en neutraliseringsinstallatie (indien aan- wezig) controleren Water in de vuurhaard vullen. Opmerking Het water moet zonder opstuwen via de condenswaterafvoer wegstromen. Indien nodig, condenswaterafvoer nog een keer reinigen. Vlambeker controleren Montagehandleiding branderon- derdelen 1.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Ontstekingselektrodes en ionisatie-elektrode controleren Ontstekingselektroden Ionisatie-elektrode ± Ontstekingselektroden en ionisatie-elek- trode controleren op juiste afstand tot de vlambeker en controleren op beschadi- gingen (indien nodig vervangen). Brander reinigen 3. Venturi-mengbuis D met gascombi- regelaar A en gasaansluitbuis B eraf halen en eventuele aansluitlei- dingen eraf trekken.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 6. Indien nodig, de vlambeker F van binnen uitzuigen. Brander monteren 2. Aansluitkabels op de ventilator E steken. 3. Venturi-mengbuis D met gascombi- regelaar A en gasaansluitbuis B op de ventilator E vastschroeven en eventuele aansluitleidingen erop ste- ken.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Automatische lekkagecontrole van beide kleppen van de gas- combiregelaar De branderautomaat voert bij de bran- In de twee gevallen moet de gascombi- derstart een automatische lekkagecon- regelaar worden vervangen. trole van de kleppen uit. Bij dichtheid van de kleppen gaat de brander over tot de Gevaar normale bedrijfstoestand en de brander-...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Instelling draaischuifklep controleren 1. Gasafsluitkraan openen. 3. Controleren of de compensatielei- ding A tussen gascombiregelaar en 2. Stand van de draaischuifklep bij stil- verdeelbuis is aangesloten. stand van de brander controleren. De vensters van de draaischuifklep B 4.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 5. Stand van de draaischuifklep tijdens Nominaal ver- Instelling draai- de startfase controleren. De vensters mogen in kW schuifklep in ° van de draaischuifklep B moeten gedurende circa 5 s bijna dicht gaan, de schaalring D staat gedurende deze periode op de volgende instel- lingen:...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Waterkwaliteit controleren De hoeveelheid toegevoegd water, de totale hardheid en de pH-waarde in de tabellen noteren. Eisen aan de waterkwaliteit, zie vanaf pagina 70. Vulwater Toegevoegd Meterstand Totaal water- Datum water volume —...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Totale hardheid pH-waarde Waterbehandeling Datum Voedings- Ketelwater Ketelwater Product Doseer- water hoeveel- heid De pH-waarde moet tussen 8,2 en 9,5 liggen. Expansievat en druk van de installatie controleren Opmerking 2. Als de voordruk van het expansievat Gegevens van de fabrikant van het lager is dan de statische druk van de expansievat in acht nemen.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Rookgasverzamelkast op dichtheid controleren 3. Lipafdichting B van het ketelaan- 1. Sporen van condenswater aan de buitenkant van de rookgasverzamel- sluitstuk op dichtheid controleren. kast wijzen op lekkage. Opmerking Gevaar We adviseren de dichtheid na circa 500 Ontsnappend rookgas kan bedrijfsuren te controlere en eventueel...
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Mengklep op soepele werking en dichtheid controleren 1. Motorhendel lostrekken van de 3. Mengklep controleren op lekkage. Bij mengklephandgreep. lekkage O-ring-afdichtingen vervan- gen. 2. Mengklep controleren op soepele werking. 4. Motorhendel inklikken. Instrueren van de installatiegebruiker De installateur moet de gebruiker van de installatie over de bediening instrueren.
Luchtdrukbewaker Werking Het signaal van de luchtdrukbewaker A wordt in de volgende bedrijfssituaties geanalyseerd: ■ vóór de ventilatorstart (ruststandcon- trole) ■ in de voorbeluchtingsfase ■ in de regelwerking mits op een vermo- gen van minstens het startvermogen wordt gewerkt. Vermogens die lager zijn dan het startvermogen, worden niet bewaakt.
Luchtdrukbewaker (vervolg) Dit garandeert een schone verbranding. Verder wordt daardoor voor een mini- mum aan voorbeluchting gezorgd, omdat de luchtdrukbewaker dan ook bij minimumvermogen nog schakelt. Branderautomaat Indicatie- en bedieningseenheid Werking In de branderautomaat zijn een display en bedieningseenheid geïntegreerd. In het indicatieveld zijn de bedrijfssituaties, de service- en parametersituaties even- als de storings- en foutmeldingen zicht-...
Pagina 37
Branderautomaat (vervolg) De volgende weergaven worden auto- matisch doorlopen. Bij optredende sto- ringen zie storingscodes vanaf pagina 43. Er bestaat steeds de moge- lijkheid uit te stappen via de ontstorings- knop A (5 tot 10 sec indrukken). Stand-by Status Service Start Status Service Warmteaanvraag...
Branderautomaat (vervolg) Status Service Vlamstabilisering Werking met vlam Status Service Nabeluchting Status Service Stand-by Status Service Weergave Status Service (één cijfer) (twee cijfers) Werkingsindicatie bij actuele bedrijfssitua- Indicatie ”FL” bij aan- Pagina 38 normale werking tie/status zie pagi- wezig vlamsignaal na 36 en 38 Werkingsindicatie voor Meldcode ”A”...
Pagina 39
Branderautomaat (vervolg) Via de info-indicatie kan informatie over Om naar de volgende status te geraken, telkens S indrukken. Er bestaat steeds de actuele meterstanden evenals via aanloopteller en permanente bedrijfs- de mogelijkheid de indicatie na elke sta- urenteller worden opgeroepen. Als bin- tus te beëindigen, als de ontstorings- nen 20 s geen andere toets wordt inge- knop (reset) A wordt ingedrukt.
Branderautomaat (vervolg) Status Service Terugstelbare bedrijfsurenteller 1000- tallen Handmatige bediening en service-indicatie Voor het oproepen van de service-indi- Indicatie: catie en voor de handmatige werking ”d 0” laagste vermogen moet er een warmteaanvraag door de ”d 00” hoogste vermogen regeling zijn. In de service-indicatie wordt de actuele modulatiegraad in % aangegeven.
Pagina 41
Branderautomaat (vervolg) Status Service A Storingscode van de laatst opgetre- den storing (zie tabel pagina 43) 1. Toets a indrukken. Status Service Zolang de knop is ingedrukt, wordt de werkingsfase waarin de storing is opgetreden onder ”Service” aange- geven. (waarde van ”01” tot ”36”. Zie verloopdiagram op pagina 54).
Pagina 42
Branderautomaat (vervolg) 1e Opvraging van de storing 1. Ontstoringsknop en toets a gelijktij- Status Service dig indrukken. Laatste opgetreden storing wordt weergegeven: Onder ”Status” verschijnt eerst ”0”. Onder ”Service” verschijnt de sto- ringscode. Status Service 2. Toets S indrukken om voorlaatste tot tien na laatste storing op te vra- gen.
Storingen oplossen Diagnose Storingen met storingsindicatie op de indicatie- en bedienings- eenheid (storingscodes) Meldcodes Meldcode Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel stallatie Brander start niet Dynamische gas- Gasstromingdruk contro- druk te laag, gas- leren, gasdrukbewaking drukbewaker scha- controleren kelt systeem uit Brander start niet Geen gas Gasbedrijf informeren...
Pagina 44
Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Algemeen optredende processtoringen Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F AA F AA Tijdens de lucht- Windinvloed op Rookgaskanaal drukbewaker-rust- ventilator (schoorsteen) con- standcontrole ont- troleren staat ventilator- druk F AA F AA...
Pagina 45
Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F A2 Branderautomaat Onderbreking vei- Veiligheidscircuit op storing ligheidscircuit controleren (brug- werd geopend stekker fJ) (brugstekker fJ) F A3 Geen wachtwoord Waarden in de Wachtwoord in- voor parameterge-...
Pagina 46
Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F A7 F A7 Geen vlammel- Isolatiemantel van Ontstekingselek- ding tijdens bevei- de ontstekings- trodes vervangen ligingstijd, ionisa- elektroden ge- tievlambewaker scheurd meldt geen vlam- signaal...
Pagina 47
Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F A7 F A7 Geen vlammel- Verbrandings- Brander instellen ding tijdens bevei- waarden niet opti- (zie vanaf pagina ligingstijd, ionisa- maal tievlambewaker meldt geen vlam- signaal...
Pagina 48
Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F 04 F 04 Vergrendeling van Branderautomaat Wachten respec- de branderauto- is in de voorbije tievelijk uitgebreide maat 15 min meer dan 5 ontgrendeling uit- keer ontgrendeld voeren, dat wil zeg-...
Pagina 49
Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F 4d F 4d Verkeerd wacht- Ingevoerd wacht- Wachtwoord en woord voor para- woord voor de stick controleren. metergeheugen- stick niet geldig Zie montagehand- stick leiding brander-...
Pagina 50
Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F 41 F 41 Afwijking ventila- Ventilator defect, Kabel controleren, tortoerental kabel ”100A” de- eventueel ka- fect of onderbro- bel ”100A” of venti- ken, ventilator lator vervangen voor het gewenste...
Pagina 51
Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F 54 F 54 PWM-waarden EEPROM van de Stick vervangen. I Gevaar verkeerd stick gewijzigd of gewist; stick de- Aan stekkerk- fect lemmen van de brander-...
Pagina 52
Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Interne systeemfouten Interne systeemfouten treden op als het correcte programmaverloop niet meer gegarandeerd kan worden. Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play 01, 02, 05 01, 02, Fout in het bereik Interne systeem- Branderautomaat tot 0d, 0F,...
Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storingen zonder storingsindicatie Storing Storingsoorzaak Maatregel Storingen bij de ver- Gasdebiet te hoog Gasdebiet overeenkomstig het nominale branding wegens vermogen van de ketel instellen pulsatie Luchttekort respec- Gasdebiet overeenkomstig het nominale tievelijk luchtover- vermogen van de ketel instellen. schot Condenswaterstu- Condenswaterafvoer controleren.
Verloopdiagram van de branderautomaat Verloopdiagram van de branderautomaat...
Pagina 55
Verloopdiagram van de branderautomaat Verloopdiagram van de branderautomaat (vervolg) Na warmteaanvraag van de regelaar wordt het volgende programma afge- werkt: Fase Tijdsduur Storing 0 ... Wachten op warmteaanvraag 0 ... Ruststandcontrole van de ventilator maximaal 2 min Ruststandcontrole van de luchtdrukbewaking maximaal 5 s Ventilatorstart maximaal 2 min...
Aansluitschema's Aansluitschema van de branderautomaat MatriX-cilinderbrander A Branderautomaat MPA 5113 M Magneetklep tweede trap (BV 2) B Regeling Vitotronic N Magneetklep eerste trap (BV 1) C Ventilatormotor met PWM-aanstu- O Stelaandrijving voor draaischuif- ring en terugmelding klep D Vlambewaking door middel van ioni- B2 Brug veiligheidscircuit satiestroom F1 Zekering...
Aansluitschema's Aansluitschema van de netfiltereenheid Netfilter Naar branderautomaat (stek- Relais kers a-Ö), uitsluitend in combi- natie met rookgasklep. Naar ventilator (stekker a-Ö)
Pagina 58
B aan te sturen (stekker 50 Hz) moet via een vaste aan- aBH) sluiting plaatsvinden. Rookgasklep Opmerking De netaansluiting (230 V~/50 Hz) moet via een vaste aansluiting plaatsvinden. De defecte netkabel mag u uitsluitend vervangen door een originele Viessmann netkabel.
Overzicht van de onderdelen Overzicht van de onderdelen MatriX-cilinderbrander A Branderframe E Gascombiregelaar B Luchtdrukbewaker F Draaischuifklep met stelmotor C Gasventilator G Venturi-mengbuis D Indicatie- en bedieningseenheid H Netfiltereenheid met relais...
Pagina 60
Overzicht van de onderdelen Overzicht van de onderdelen (vervolg) B Luchtdrukbewaker M Gasaansluitbuis D Indicatie- en bedieningseenheid N Branderautomaat H Netfiltereenheid met relais O Ontstekingseenheid K Ontstekingselektroden p Vlambeker L Ionisatie-elektrode...
Regeling Coderingen op de regeling instellen Servicehandleiding Vitotronic In combinatie met de volgende regelingen: ■ Vitotronic 100, type GC1B ■ Vitotronic 200, type GW1B ■ Vitotronic 300, type GW2B Codeer- Nom. vermogen van de MatriX-cilinderbrander in Codeerstek- adres 1042...
Onderdelenlijsten Onderdelen bestellen De volgende gegevens zijn nodig: Courante onderdelen zijn in de plaatse- ■ Serienummer (zie typeplaatje A) lijke vakhandel verkrijgbaar. ■ Module (uit deze onderdelenlijst) ■ Positienummer van het onderdeel in de module (uit deze onderdelenlijst) Overzicht van de modules Typeplaatje Module isolatie Module ketel...
Protocol Protocol Instel- en meetwaarden Eerste inbe- Onderhoud/ser- drijfstelling vice Rustdruk mbar Aansluitdruk (dynamische druk) = bij aardgas E mbar = bij aardgas LL mbar Gastype aankruisen Kooldioxidegehalte CO ■ bij hoogste nomi- gemeten Volume- nale vermogen ingesteld Volume- ■ bij laagste nomi- gemeten Volume- nale vermogen...
Pagina 69
Protocol Protocol (vervolg) Opmerking Het CO -gehalte voor ieder aardgas moet tussen 7,5 en 10,5% liggen. Het CO -gehalte moet in deellast altijd kleiner zijn dan in vollast.
Eisen aan de waterkwaliteit Eisen aan de waterkwaliteitWaterkwaliteit Opmerking De garantie geldt niet voor waterschade Onze garantie is niet van toepassing als en schade als gevolg van ketelsteenvor- niet aan de hierna genoemde vereisten ming. wordt voldaan. Voorkomen van schade door ketelsteenvorming Er moet worden voorkomen dat zich te veel ketelsteen (calciumcarbonaat) op de stookoppervlakken afzet.
Pagina 71
Eisen aan de waterkwaliteit Eisen aan de waterkwaliteitWaterkwaliteit (vervolg) ■ Bij installaties van > 50 kW moet voor ■ Als de CV-installatie met volledig het vastleggen van de hoeveelheid onthard water wordt gevuld, zijn bij de vulwater en toegevoegd water een inbedrijfstelling geen verdere maatre- watermeter worden ingebouwd.
Eisen aan de waterkwaliteit Eisen aan de waterkwaliteitWaterkwaliteit (vervolg) Als door het niet-respecteren van de Deze maatregel moet door een gespeci- richtlijn VDI 2035 schadelijke kalkafzet- aliseerd bedrijf worden uitgevoerd. De tingen zijn ontstaan, is de levensduur CV-installatie dient vóór de hernieuwde van de ingebouwde verwarmingsappa- inbedrijfstelling op te schade worden raten meestal reeds beperkt.
Pagina 73
Eisen aan de waterkwaliteit Eisen aan de waterkwaliteitWaterkwaliteit (vervolg) Bij een corrosietechnisch gesloten warmwater-CV-installatie die aan bovengenoemde punten voldoet, zijn geen extra beschermende corrosie- maatregelen nodig. Als toch het gevaar bestaat dat zuurstof binnendringt, kun- nen extra beschermende maatregelen worden genomen, bijvoorbeeld door toe- voeging van zuurstofbindende middelen als natriumsulfiet (5 - 10 mg/liter in over- schot).
Wij, de Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, Duitsland, bevestigen dat het volgende product voldoet aan de hieronder genoemde en conform 1. BlmSchV vereiste voorwaarden: Vitocrossal 300, type CT3U, 400 tot 630 (370 tot 575) kW met MatriX cilinder- brander...
Pagina 77
-grenswaarden volgens § 6(1). ■ Het vereiste rendement van minimaal 94% volgens § 6 (2) ■ Het rookgasverlies van maximaal 9 % volgens § 10 (1). Allendorf, maandag 11 februari 2013 Viessmann Werke GmbH & Co KG ppa. Manfred Sommer...
Index Index Aansluitdruk........14 Luchtdrukbewaker......35 Aansluitschema........56 Afsluitende meting uitvoeren....30 Neutraliseringsinstallatie....22 Branderautomaat.......36 Brander monteren......27 Omzetting op aardgas LL....12 Brander reinigen........26 Ontstekingselektrodes en ionisatie-elek- trode controleren........26 Overzicht van de onderdelen.....59 CO2–gehalte meten......15 Coderingen........61 Protocol..........68 Diafragma..........75 Diagnosetabel........43 Rookgasverzamelkast op dichtheid con- Dichtheid van de gasverbindingen..28 troleren..........33 Draaischuifklep........56 Rustdruk..........14...