Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Viessmann Vitocrossal 300 Servicehandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor Vitocrossal 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

VIESMANN
Servicehandleiding
voor de vakman
Vitocrossal 300
type CT3U
HR-gasketel met MatriX-cilinderbrander
voor aardgas E en LL
Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina
VITOCROSSAL 300
Bewaren a.u.b.!
5783 405 NL
3/2013

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Viessmann Vitocrossal 300

  • Pagina 1 VIESMANN Servicehandleiding voor de vakman Vitocrossal 300 type CT3U HR-gasketel met MatriX-cilinderbrander voor aardgas E en LL Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCROSSAL 300 Bewaren a.u.b.! 5783 405 NL 3/2013...
  • Pagina 2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van licha- melijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschrif- Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Gevaar Ontsnappend gas kan explosies Dit teken waarschuwt voor per- veroorzaken met zeer ernstige soonlijk letsel.
  • Pagina 3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Rookgasinstallaties en brandlucht Gevaar De gelijktijdige werking van de Garanderen dat rookgasinstallaties vrij CV-ketel en toestellen met afvoer zijn en niet gesloten kunnen worden, naar de buitenlucht kan door het bijv.door ophopingen van condenswater terugstromen van rookgassen of externe invloeden.
  • Pagina 4 Bij vervanging uitsluitend origi- nele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedge- keurde onderdelen gebruiken.
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inhoudsopgave Productinformatie Gebruik conform het doel van de installatie............Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappenplan: eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud......Aanvullende info over de stappen................ Storingen oplossen Diagnose......................43 Verloopdiagram van de branderautomaat............54 Aansluitschema's Aansluitschema van de branderautomaat............56 Aansluitschema van de netfiltereenheid...............
  • Pagina 6: Productinformatie

    Productinformatie Gebruik conform het doel van de installatie Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssystemen con- form EN 12828, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en gebruiksaanwijzingen en met de gege- vens in het gegevensblad. Het is uitsluitend voorzien voor de opwarming van warm water.
  • Pagina 7: Eerste Inbedrijfstelling, Inspectie, Onderhoud

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappenplan: eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina • • 1. Instructie voor onderhoudswerkzaamheden....•...
  • Pagina 8: Stappen Voor De Eerste Inbedrijfstelling

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappenplan: eerste inbedrijfstelling,… (vervolg) Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina • • 22. Ontstekingselektrodes en ionisatie-elektrode controleren..............26 • • 23. Brander reinigen............. 26 • 24. Brander monteren............27 •...
  • Pagina 9: Aanvullende Info Over De Stappen

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen Instructie voor onderhoudswerkzaamheden Gevaar Het product bevat keramische vezels. Bij ondeskundige behan- deling kan vezelstof vrijkomen. Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren De veiligheidstemperatuurbegrenzer Montage- en servicehandleiding mag niet hoger dan 110 °C ingesteld van de regeling zijn, evt.
  • Pagina 10: Sifon Vullen Met Water

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Sifon vullen met water 1. Achterplaat A onder demonteren; 3. Ongehinderde afvoer van condens- draai daartoe de vier kwartdraai- water controleren. afsluitingen B los. 4. Sifon weer monteren. 2. Sifon losmaken en met water vullen (anders kan er rookgas ontsnap- pen).
  • Pagina 11 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 2. Bij open werking: Controleren of de ventilatie van de installatieruimte open is. 3. Gasaansluitdruk controleren. 4. Afsluitkleppen van de gasleiding openen. 5. Hoofdschakelaar inschakelen (deze bevindt zich buiten de stookruimte). Installatieschakelaar B op de rege- ling inschakelen.
  • Pagina 12: Gastype Controleren

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 7. Coderingen op de regeling van de 10. Een paar dagen na de ingebruik- CV-ketel volgens de tabel op name keteldeur en rookgasverza- pagina 61 aanpassen. melkastdeksel controleren en bou- ten natrekken.
  • Pagina 13 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 03. Hoofdschakelaar (buiten de instal- 08. Diafragma C met de rubberkurk- latieruimte) respectievelijk netspan- pakking D eruit nemen. ning uitschakelen en tegen opnieuw inschakeling beveiligen. 09. Gascombiregelaar (zonder dia- fragma C en zonder rubberkurk- 04.
  • Pagina 14: Rustdruk En Aansluitdruk Controleren

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Rustdruk en aansluitdruk controleren Rustdruk 6. Meetwaarde in het protocol (op pagina 68) opnemen. Aansluitdruk 1. Brander in bedrijf stellen. Opmerking Inbedrijfname zie pagina 10. Brander op maximaal vermogen zetten; hier- voor service-testschakelaar op de regeling gebruiken.
  • Pagina 15: Co -Gehalte Meten

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Aansluitdruk Maatregel (stromingsdruk) 18 tot 50 mbar CV-ketel in bedrijf stellen (1,8 tot 5 kPa) meer dan 50 mbar Aparte gasdrukregelaar met nulafsluiting van de ketelinstallatie (5 kPa) voorschakelen en druk op 20 mbar (2 kPa) instellen. Gasbedrijf informeren.
  • Pagina 16 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 2. Opmerking Het CO -gehalte voor ieder aardgas moet tussen 7,5 en 10,5% liggen. -gehalte in het rookgaskanaal meten. Nominaal Toegelaten CO – vermogen in gehalte in % 8,6 ± 0,3 8,6 ±...
  • Pagina 17 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) -meting bij het laagste vermogen 1. Toets ”-” D indrukken tot de service- indicatie op ”0” (laagste vermogen) staat. 2. Opmerking Het CO -gehalte voor ieder aardgas moet tussen 7,5 en 10,5% liggen. -gehalte in het rookgaskanaal meten.
  • Pagina 18 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 4. Meetwaarde in protocol (op pagina 68) opnemen. Opgelet Het CO -gehalte moet in deel- last altijd kleiner zijn dan in vollast. Meetwaarden nog een keer contro- leren Opnieuw het hoogste en laagste ver- mogen via de bedieningseenheid van de branderautomaat opstarten.
  • Pagina 19: Ionisatiestroom Meten

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Ionisatiestroom meten 01. Hoofdschakelaar uitschakelen. 07. Hoofdschakelaar inschakelen en ontstoringsknop indrukken. 02. Stekker C van de ionisatiestroom- 08. Ionisatiestroom meten. kabel lostrekken. 03. Hoofdschakelaar inschakelen. Opmerking De ionisatiestroom moet circa 2 tot Na een startpoging van de brander 3 s na het openen van de gasklep moet uitschakeling wegens storing...
  • Pagina 20: Installatie Buiten Bedrijf Stellen

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Installatie buiten bedrijf stellen 1. Hoofdschakelaar respectievelijk net- 2. Aansluitstekker fÖ, fA, lÖ en fÖ/ spanning uitschakelen en beveiligen aBH van de brander lostrekken. tegen onverhoeds weer inschake- len. 3. Gaskraan sluiten. Gevaar Netspanning is levensgevaar- lijk.
  • Pagina 21 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 3. Netkabel D met stekker fÖ en aan- 4. Gasaansluitleiding B demonteren. sluitkabel regeling F met stekker fÖ/aBH aan de brander en aan de trekontlasting losmaken en uit de branderbehuizing brengen. 5.
  • Pagina 22: De Neutraliseringsinstallatie Loskoppelen Van De Ketel En De Afvoerslang Aansluiten

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) De neutraliseringsinstallatie loskoppelen van de ketel en de afvoerslang aansluiten 1. Slang A naar de neutraliseringsin- 5. Afvoerslang D verwijderen en con- stallatie van de sifon B loskoppe- denswaterafvoer C met kunststof len.
  • Pagina 23: Pakkingen En Isolatieonderdelen Controleren

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Alleen kunststof borstels, geen ■ Aanslag en oppervlakteverkleuringen staalborstels of scherpe voorwer- (geel-bruin) met lichtzure, chloridevrije pen gebruiken. reinigingsmiddelen op basis van fos- forzuur weghalen (bijvoorbeeld Antox Voor de normale reiniging stookopper- 75 E).
  • Pagina 24: Condenswaterafvoersysteem Reinigen En Weer Aansluiten

    6. Steek de vier kwartdraai-afsluitingen B erin en monteer de achterplaat Bedieningshandleiding van A onderaan. de neutraliseringsinstallatie Opmerking Het neutraliseringmiddel kan via de firma Viessmann onder bestelnum- mer 9521 702 worden besteld.
  • Pagina 25: Condenswaterafvoer En Neutraliseringsinstallatie (Indien Aanwezig) Controleren

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Condenswaterafvoer en neutraliseringsinstallatie (indien aan- wezig) controleren Water in de vuurhaard vullen. Opmerking Het water moet zonder opstuwen via de condenswaterafvoer wegstromen. Indien nodig, condenswaterafvoer nog een keer reinigen. Vlambeker controleren Montagehandleiding branderon- derdelen 1.
  • Pagina 26: Ontstekingselektrodes En Ionisatie-Elektrode Controleren

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Ontstekingselektrodes en ionisatie-elektrode controleren Ontstekingselektroden Ionisatie-elektrode ± Ontstekingselektroden en ionisatie-elek- trode controleren op juiste afstand tot de vlambeker en controleren op beschadi- gingen (indien nodig vervangen). Brander reinigen 3. Venturi-mengbuis D met gascombi- regelaar A en gasaansluitbuis B eraf halen en eventuele aansluitlei- dingen eraf trekken.
  • Pagina 27: Brander Monteren

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 6. Indien nodig, de vlambeker F van binnen uitzuigen. Brander monteren 2. Aansluitkabels op de ventilator E steken. 3. Venturi-mengbuis D met gascombi- regelaar A en gasaansluitbuis B op de ventilator E vastschroeven en eventuele aansluitleidingen erop ste- ken.
  • Pagina 28: Automatische Lekkagecontrole Van Beide Kleppen Van De Gascombiregelaar

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Automatische lekkagecontrole van beide kleppen van de gas- combiregelaar De branderautomaat voert bij de bran- In de twee gevallen moet de gascombi- derstart een automatische lekkagecon- regelaar worden vervangen. trole van de kleppen uit. Bij dichtheid van de kleppen gaat de brander over tot de Gevaar normale bedrijfstoestand en de brander-...
  • Pagina 29: Instelling Draaischuifklep Controleren

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Instelling draaischuifklep controleren 1. Gasafsluitkraan openen. 3. Controleren of de compensatielei- ding A tussen gascombiregelaar en 2. Stand van de draaischuifklep bij stil- verdeelbuis is aangesloten. stand van de brander controleren. De vensters van de draaischuifklep B 4.
  • Pagina 30: Afsluitende Meting Uitvoeren

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 5. Stand van de draaischuifklep tijdens Nominaal ver- Instelling draai- de startfase controleren. De vensters mogen in kW schuifklep in ° van de draaischuifklep B moeten gedurende circa 5 s bijna dicht gaan, de schaalring D staat gedurende deze periode op de volgende instel- lingen:...
  • Pagina 31: Waterkwaliteit Controleren

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Waterkwaliteit controleren De hoeveelheid toegevoegd water, de totale hardheid en de pH-waarde in de tabellen noteren. Eisen aan de waterkwaliteit, zie vanaf pagina 70. Vulwater Toegevoegd Meterstand Totaal water- Datum water volume —...
  • Pagina 32: Expansievat En Druk Van De Installatie Controleren

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Totale hardheid pH-waarde Waterbehandeling Datum Voedings- Ketelwater Ketelwater Product Doseer- water hoeveel- heid De pH-waarde moet tussen 8,2 en 9,5 liggen. Expansievat en druk van de installatie controleren Opmerking 2. Als de voordruk van het expansievat Gegevens van de fabrikant van het lager is dan de statische druk van de expansievat in acht nemen.
  • Pagina 33: Rookgasverzamelkast Op Dichtheid Controleren

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Rookgasverzamelkast op dichtheid controleren 3. Lipafdichting B van het ketelaan- 1. Sporen van condenswater aan de buitenkant van de rookgasverzamel- sluitstuk op dichtheid controleren. kast wijzen op lekkage. Opmerking Gevaar We adviseren de dichtheid na circa 500 Ontsnappend rookgas kan bedrijfsuren te controlere en eventueel...
  • Pagina 34: Mengklep Op Soepele Werking En Dichtheid Controleren

    Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Mengklep op soepele werking en dichtheid controleren 1. Motorhendel lostrekken van de 3. Mengklep controleren op lekkage. Bij mengklephandgreep. lekkage O-ring-afdichtingen vervan- gen. 2. Mengklep controleren op soepele werking. 4. Motorhendel inklikken. Instrueren van de installatiegebruiker De installateur moet de gebruiker van de installatie over de bediening instrueren.
  • Pagina 35: Uitschakeling Wegens Storing

    Luchtdrukbewaker Werking Het signaal van de luchtdrukbewaker A wordt in de volgende bedrijfssituaties geanalyseerd: ■ vóór de ventilatorstart (ruststandcon- trole) ■ in de voorbeluchtingsfase ■ in de regelwerking mits op een vermo- gen van minstens het startvermogen wordt gewerkt. Vermogens die lager zijn dan het startvermogen, worden niet bewaakt.
  • Pagina 36: Status Service

    Luchtdrukbewaker (vervolg) Dit garandeert een schone verbranding. Verder wordt daardoor voor een mini- mum aan voorbeluchting gezorgd, omdat de luchtdrukbewaker dan ook bij minimumvermogen nog schakelt. Branderautomaat Indicatie- en bedieningseenheid Werking In de branderautomaat zijn een display en bedieningseenheid geïntegreerd. In het indicatieveld zijn de bedrijfssituaties, de service- en parametersituaties even- als de storings- en foutmeldingen zicht-...
  • Pagina 37 Branderautomaat (vervolg) De volgende weergaven worden auto- matisch doorlopen. Bij optredende sto- ringen zie storingscodes vanaf pagina 43. Er bestaat steeds de moge- lijkheid uit te stappen via de ontstorings- knop A (5 tot 10 sec indrukken). Stand-by Status Service Start Status Service Warmteaanvraag...
  • Pagina 38: Info-Indicatie

    Branderautomaat (vervolg) Status Service Vlamstabilisering Werking met vlam Status Service Nabeluchting Status Service Stand-by Status Service Weergave Status Service (één cijfer) (twee cijfers) Werkingsindicatie bij actuele bedrijfssitua- Indicatie ”FL” bij aan- Pagina 38 normale werking tie/status zie pagi- wezig vlamsignaal na 36 en 38 Werkingsindicatie voor Meldcode ”A”...
  • Pagina 39 Branderautomaat (vervolg) Via de info-indicatie kan informatie over Om naar de volgende status te geraken, telkens S indrukken. Er bestaat steeds de actuele meterstanden evenals via aanloopteller en permanente bedrijfs- de mogelijkheid de indicatie na elke sta- urenteller worden opgeroepen. Als bin- tus te beëindigen, als de ontstorings- nen 20 s geen andere toets wordt inge- knop (reset) A wordt ingedrukt.
  • Pagina 40: Handmatige Bediening En Service-Indicatie

    Branderautomaat (vervolg) Status Service Terugstelbare bedrijfsurenteller 1000- tallen Handmatige bediening en service-indicatie Voor het oproepen van de service-indi- Indicatie: catie en voor de handmatige werking ”d 0” laagste vermogen moet er een warmteaanvraag door de ”d 00” hoogste vermogen regeling zijn. In de service-indicatie wordt de actuele modulatiegraad in % aangegeven.
  • Pagina 41 Branderautomaat (vervolg) Status Service A Storingscode van de laatst opgetre- den storing (zie tabel pagina 43) 1. Toets a indrukken. Status Service Zolang de knop is ingedrukt, wordt de werkingsfase waarin de storing is opgetreden onder ”Service” aange- geven. (waarde van ”01” tot ”36”. Zie verloopdiagram op pagina 54).
  • Pagina 42 Branderautomaat (vervolg) 1e Opvraging van de storing 1. Ontstoringsknop en toets a gelijktij- Status Service dig indrukken. Laatste opgetreden storing wordt weergegeven: Onder ”Status” verschijnt eerst ”0”. Onder ”Service” verschijnt de sto- ringscode. Status Service 2. Toets S indrukken om voorlaatste tot tien na laatste storing op te vra- gen.
  • Pagina 43: Storingen Oplossen

    Storingen oplossen Diagnose Storingen met storingsindicatie op de indicatie- en bedienings- eenheid (storingscodes) Meldcodes Meldcode Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel stallatie Brander start niet Dynamische gas- Gasstromingdruk contro- druk te laag, gas- leren, gasdrukbewaking drukbewaker scha- controleren kelt systeem uit Brander start niet Geen gas Gasbedrijf informeren...
  • Pagina 44 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Algemeen optredende processtoringen Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F AA F AA Tijdens de lucht- Windinvloed op Rookgaskanaal drukbewaker-rust- ventilator (schoorsteen) con- standcontrole ont- troleren staat ventilator- druk F AA F AA...
  • Pagina 45 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F A2 Branderautomaat Onderbreking vei- Veiligheidscircuit op storing ligheidscircuit controleren (brug- werd geopend stekker fJ) (brugstekker fJ) F A3 Geen wachtwoord Waarden in de Wachtwoord in- voor parameterge-...
  • Pagina 46 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F A7 F A7 Geen vlammel- Isolatiemantel van Ontstekingselek- ding tijdens bevei- de ontstekings- trodes vervangen ligingstijd, ionisa- elektroden ge- tievlambewaker scheurd meldt geen vlam- signaal...
  • Pagina 47 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F A7 F A7 Geen vlammel- Verbrandings- Brander instellen ding tijdens bevei- waarden niet opti- (zie vanaf pagina ligingstijd, ionisa- maal tievlambewaker meldt geen vlam- signaal...
  • Pagina 48 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F 04 F 04 Vergrendeling van Branderautomaat Wachten respec- de branderauto- is in de voorbije tievelijk uitgebreide maat 15 min meer dan 5 ontgrendeling uit- keer ontgrendeld voeren, dat wil zeg-...
  • Pagina 49 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F 4d F 4d Verkeerd wacht- Ingevoerd wacht- Wachtwoord en woord voor para- woord voor de stick controleren. metergeheugen- stick niet geldig Zie montagehand- stick leiding brander-...
  • Pagina 50 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F 41 F 41 Afwijking ventila- Ventilator defect, Kabel controleren, tortoerental kabel ”100A” de- eventueel ka- fect of onderbro- bel ”100A” of venti- ken, ventilator lator vervangen voor het gewenste...
  • Pagina 51 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play F 54 F 54 PWM-waarden EEPROM van de Stick vervangen. I Gevaar verkeerd stick gewijzigd of gewist; stick de- Aan stekkerk- fect lemmen van de brander-...
  • Pagina 52 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Interne systeemfouten Interne systeemfouten treden op als het correcte programmaverloop niet meer gegarandeerd kan worden. Storings- Weerga- Gedrag van de in- Storingsoorzaak Maatregel ve op stallatie code het dis- play 01, 02, 05 01, 02, Fout in het bereik Interne systeem- Branderautomaat tot 0d, 0F,...
  • Pagina 53: Storingen Zonder Storingsindicatie

    Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Storingen zonder storingsindicatie Storing Storingsoorzaak Maatregel Storingen bij de ver- Gasdebiet te hoog Gasdebiet overeenkomstig het nominale branding wegens vermogen van de ketel instellen pulsatie Luchttekort respec- Gasdebiet overeenkomstig het nominale tievelijk luchtover- vermogen van de ketel instellen. schot Condenswaterstu- Condenswaterafvoer controleren.
  • Pagina 54: Verloopdiagram Van De Branderautomaat

    Verloopdiagram van de branderautomaat Verloopdiagram van de branderautomaat...
  • Pagina 55 Verloopdiagram van de branderautomaat Verloopdiagram van de branderautomaat (vervolg) Na warmteaanvraag van de regelaar wordt het volgende programma afge- werkt: Fase Tijdsduur Storing 0 ... Wachten op warmteaanvraag 0 ... Ruststandcontrole van de ventilator maximaal 2 min Ruststandcontrole van de luchtdrukbewaking maximaal 5 s Ventilatorstart maximaal 2 min...
  • Pagina 56: Aansluitschema's

    Aansluitschema's Aansluitschema van de branderautomaat MatriX-cilinderbrander A Branderautomaat MPA 5113 M Magneetklep tweede trap (BV 2) B Regeling Vitotronic N Magneetklep eerste trap (BV 1) C Ventilatormotor met PWM-aanstu- O Stelaandrijving voor draaischuif- ring en terugmelding klep D Vlambewaking door middel van ioni- B2 Brug veiligheidscircuit satiestroom F1 Zekering...
  • Pagina 57: Aansluitschema Van De Netfiltereenheid

    Aansluitschema's Aansluitschema van de netfiltereenheid Netfilter Naar branderautomaat (stek- Relais kers a-Ö), uitsluitend in combi- natie met rookgasklep. Naar ventilator (stekker a-Ö)
  • Pagina 58 B aan te sturen (stekker 50 Hz) moet via een vaste aan- aBH) sluiting plaatsvinden. Rookgasklep Opmerking De netaansluiting (230 V~/50 Hz) moet via een vaste aansluiting plaatsvinden. De defecte netkabel mag u uitsluitend vervangen door een originele Viessmann netkabel.
  • Pagina 59: Overzicht Van De Onderdelen

    Overzicht van de onderdelen Overzicht van de onderdelen MatriX-cilinderbrander A Branderframe E Gascombiregelaar B Luchtdrukbewaker F Draaischuifklep met stelmotor C Gasventilator G Venturi-mengbuis D Indicatie- en bedieningseenheid H Netfiltereenheid met relais...
  • Pagina 60 Overzicht van de onderdelen Overzicht van de onderdelen (vervolg) B Luchtdrukbewaker M Gasaansluitbuis D Indicatie- en bedieningseenheid N Branderautomaat H Netfiltereenheid met relais O Ontstekingseenheid K Ontstekingselektroden p Vlambeker L Ionisatie-elektrode...
  • Pagina 61: Regeling

    Regeling Coderingen op de regeling instellen Servicehandleiding Vitotronic In combinatie met de volgende regelingen: ■ Vitotronic 100, type GC1B ■ Vitotronic 200, type GW1B ■ Vitotronic 300, type GW2B Codeer- Nom. vermogen van de MatriX-cilinderbrander in Codeerstek- adres 1042...
  • Pagina 62: Onderdelenlijsten

    Onderdelenlijsten Onderdelen bestellen De volgende gegevens zijn nodig: Courante onderdelen zijn in de plaatse- ■ Serienummer (zie typeplaatje A) lijke vakhandel verkrijgbaar. ■ Module (uit deze onderdelenlijst) ■ Positienummer van het onderdeel in de module (uit deze onderdelenlijst) Overzicht van de modules Typeplaatje Module isolatie Module ketel...
  • Pagina 63: Module Ketel

    0007 Bout B 12H11 x 85 0002 Keteldeur 0008 Pakking DN 100 0003 Keteldeur 0009 Pakking DN 80 0004 Geurafsluiter 0010 Logo Viessmann 0005 Bevestigingsbeugel 0011 Kijkglas (met positie 0010) 0006 Pakking GF 20 x 15 x 2040 0008 0003...
  • Pagina 64: Module Isolatie

    0031 Achterplaat rookgaskast links 0013 Rail linksachter 0032 Achterplaat rookgaskast rechts 0014 Rail rechtsachter 0033 Afsluitklemmen 0015 Isolatiemat achter boven 0034 Kwartdraai-afsluiting met knevel 0016 Isolatiemat achter onder 0035 Dempschijf 0017 Achterplaat boven 0036 Logo Vitocrossal 300 0018 Achterplaat midden 0037 Versteviging rookgaskast...
  • Pagina 65: Module Brander

    Onderdelenlijsten Module isolatie (vervolg) 0012 0010 0011 0029 0017 0015 0013 0018 0007 0005 0009 0036 0030 0016 0019 0033 0032 0037 0031 0002 0007 0022 0008 0024 0023 0027 0027 0001 0004 0025 0028 0033 0003 0014 0021 0034 0026 0006 0035...
  • Pagina 66 Onderdelenlijsten Module brander (vervolg) 011 Display en bedieningspaneel voor 025 Gascombiregelaar branderautomaat 026 Branderkap 012 Kabelinvoer voor branderautomaat 027 Invetnozzle 013 Aansluitkabel ontstekingstransfor- 028 Parametergeheugenstick mator 029 Set compensatie 014 Aansluitkabel stelmotor 030 Aansluitkabel gasdrukbewaking 015 Aansluitkabel gasdrukbewaking min. 031 Netfiltereenheid 016 Aansluitkabel gasklep 032 Relais 017 Luchtdrukbewaker met aansluitka-...
  • Pagina 67 Onderdelenlijsten Module brander (vervolg) 2f 007...
  • Pagina 68: Protocol

    Protocol Protocol Instel- en meetwaarden Eerste inbe- Onderhoud/ser- drijfstelling vice Rustdruk mbar Aansluitdruk (dynamische druk) = bij aardgas E mbar = bij aardgas LL mbar Gastype aankruisen Kooldioxidegehalte CO ■ bij hoogste nomi- gemeten Volume- nale vermogen ingesteld Volume- ■ bij laagste nomi- gemeten Volume- nale vermogen...
  • Pagina 69 Protocol Protocol (vervolg) Opmerking Het CO -gehalte voor ieder aardgas moet tussen 7,5 en 10,5% liggen. Het CO -gehalte moet in deellast altijd kleiner zijn dan in vollast.
  • Pagina 70: Eisen Aan De Waterkwaliteit

    Eisen aan de waterkwaliteit Eisen aan de waterkwaliteitWaterkwaliteit Opmerking De garantie geldt niet voor waterschade Onze garantie is niet van toepassing als en schade als gevolg van ketelsteenvor- niet aan de hierna genoemde vereisten ming. wordt voldaan. Voorkomen van schade door ketelsteenvorming Er moet worden voorkomen dat zich te veel ketelsteen (calciumcarbonaat) op de stookoppervlakken afzet.
  • Pagina 71 Eisen aan de waterkwaliteit Eisen aan de waterkwaliteitWaterkwaliteit (vervolg) ■ Bij installaties van > 50 kW moet voor ■ Als de CV-installatie met volledig het vastleggen van de hoeveelheid onthard water wordt gevuld, zijn bij de vulwater en toegevoegd water een inbedrijfstelling geen verdere maatre- watermeter worden ingebouwd.
  • Pagina 72: Vermijding Van Schade Door Corrosie Aan De Waterzijde

    Eisen aan de waterkwaliteit Eisen aan de waterkwaliteitWaterkwaliteit (vervolg) Als door het niet-respecteren van de Deze maatregel moet door een gespeci- richtlijn VDI 2035 schadelijke kalkafzet- aliseerd bedrijf worden uitgevoerd. De tingen zijn ontstaan, is de levensduur CV-installatie dient vóór de hernieuwde van de ingebouwde verwarmingsappa- inbedrijfstelling op te schade worden raten meestal reeds beperkt.
  • Pagina 73 Eisen aan de waterkwaliteit Eisen aan de waterkwaliteitWaterkwaliteit (vervolg) Bij een corrosietechnisch gesloten warmwater-CV-installatie die aan bovengenoemde punten voldoet, zijn geen extra beschermende corrosie- maatregelen nodig. Als toch het gevaar bestaat dat zuurstof binnendringt, kun- nen extra beschermende maatregelen worden genomen, bijvoorbeeld door toe- voeging van zuurstofbindende middelen als natriumsulfiet (5 - 10 mg/liter in over- schot).
  • Pagina 74: Technische Gegevens

    Technische gegevens Technische gegevens Gasketel, categorie I 2ELL Nominaal vermogen = 50/30 °C 135-400 168-500 209-630 = 80/60 °C 123-370 153-460 192-575 Nominale belasting 127-381 158-474 198-593 Product-identificatienummer CE-0085AQ0257 Aansluitwaarden op basis van de maximale belasting met: ■ Aardgas E 13,4-40,3 16,7-50,2 21,0-62,8 ■...
  • Pagina 75 Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) Afmetingen gasdiafragma (aardgas Nominaal vermogen Afmeting a 400 kW 17,8 500 kW 22,0 630 kW 24,0...
  • Pagina 76: Verklaringen

    Wij, de Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, Duitsland, bevestigen dat het volgende product voldoet aan de hieronder genoemde en conform 1. BlmSchV vereiste voorwaarden: Vitocrossal 300, type CT3U, 400 tot 630 (370 tot 575) kW met MatriX cilinder- brander...
  • Pagina 77 -grenswaarden volgens § 6(1). ■ Het vereiste rendement van minimaal 94% volgens § 6 (2) ■ Het rookgasverlies van maximaal 9 % volgens § 10 (1). Allendorf, maandag 11 februari 2013 Viessmann Werke GmbH & Co KG ppa. Manfred Sommer...
  • Pagina 78: Index

    Index Index Aansluitdruk........14 Luchtdrukbewaker......35 Aansluitschema........56 Afsluitende meting uitvoeren....30 Neutraliseringsinstallatie....22 Branderautomaat.......36 Brander monteren......27 Omzetting op aardgas LL....12 Brander reinigen........26 Ontstekingselektrodes en ionisatie-elek- trode controleren........26 Overzicht van de onderdelen.....59 CO2–gehalte meten......15 Coderingen........61 Protocol..........68 Diafragma..........75 Diagnosetabel........43 Rookgasverzamelkast op dichtheid con- Dichtheid van de gasverbindingen..28 troleren..........33 Draaischuifklep........56 Rustdruk..........14...
  • Pagina 80 Geldig voor Artikel nr.: 7519062 7519063 7519064 7311947 7311948 7311949 Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail : info-nl@viessmann.com www.viessmann.com...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ct3u

Inhoudsopgave