Samenvatting van Inhoud voor Viessmann VITOCROSSAL CIB duo-ketel Sereis
Pagina 1
VIESMANN Montagehandleiding voor de installateur Vitocrossal type CIB duo-ketel, 240 tot 636 kW HR-gasketel met MatriX-cilinderbrander, open en gesloten VITOCROSSAL Na montage deze handleiding recyclen! 5840002 NL 9/2019...
Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Opmerking Dit teken waarschuwt voor persoon- Gegevens met het woord "Opmerking" lijk letsel. bevatten aanvullende informatie. Opgelet Dit teken waarschuwt voor mate- riële schade en schade aan het milieu.
Pagina 3
Reparatiewerkzaamheden Opgelet De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door originele onderdelen van Viessmann worden vervangen.
Inhoudsopgave Informatie Verwijdering van de verpakking ............. Symbolen ....................Gebruik conform de regelgeving ............Productinformatie ................... Installatievoorbeelden ................. ■ Ombouw voor andere landen ............. ■ Montagehandleiding Montagevoorbereiding ................Montage duo-ketel ................■ Afstandsmaten ..................■ Leveren en binnen brengen ..............■...
Verwijdering van de verpakking Verwijdering van de verpakking Verpakkingsafval volgens de wettelijke bepalingen als afval verwijderen. Symbolen Symbool Betekenis Verwijzing naar ander document met bijko- mende informatie Stap in afbeeldingen: de nummering komt overeen met de volg- orde van de stappen. Waarschuwing voor materiële schade en schade aan het milieu Bereik onder spanning...
Aansturing van de aparte ketels via Vitotronic 300-K, type MW1B Installatievoorbeelden Beschikbare installatievoorbeelden: Zie www.viessmann-schemes.com. Ombouw voor andere landen De Vitocrossal mag alleen in de op het typeplaatje ver- melde landen worden geleverd. Voor de levering naar andere landen moet een erkend vakbedrijf zelf zorgen voor toelating in overeenstemming met het nationale recht.
Montagevoorbereiding Montage duo-ketel De meeste stappen zijn dezelfde als bij de montage Voor de montage van de duo-ketel moeten de werk- van de aparte ketel. In deze gevallen wordt de mon- zaamheden altijd aan beide ketels worden uitgevoerd. tage aan de aparte ketel weergegeven. Afstandsmaten 1000 Afb.
Montagevoorbereiding (vervolg) 2. Plaat tegen pallet leggen. Alternatieve transporthulpmiddelen Kraanoog (vanaf 120 kW) 3. Transportbeveiliging verwijderen. 4 gaten voor het doorschuiven van stangen (bij installateur) als draaghulp 4. Ketel achteruit recht over de plaat naar beneden rollen. Afmetingen bij binnenbrengen Gevaar De ketel wordt op wielen achteruit naar de installatie- Een omvallende ketel kan ernstige letsels...
Pagina 9
Montagevoorbereiding (vervolg) Bovenplaat voor Achterplaat onder Bovenplaat achter Achterplaat boven Dwarsligger Ketelbevestiging Verstijvingsplaat...
Isolatie aanbrengen Vóór het samenvoegen van de beide ketels tot een Opmerking duo-ketel de isolatie aanbrengen. Dit geldt in het bij- Alle benodigde onderdelen bevinden zich in de doos zonder voor de isolatiemantel. van de isolatie. Afb. 4 Gaten voor spanveren isolatiemat vooraan boven Isolatiedelen met spanveren bevestigen.
Pagina 11
Verwarmingsketel plaatsen en uitlijnen (vervolg) Afb. 5 Ketels naast elkaar opstellen. Voor de vooruitlijning de ketel op een afstand van 72 mm (tussen de koprails) of 752 mm (aanvoeraansluiting tot aanvoeraansluiting) positioneren.
Pagina 12
Verwarmingsketel plaatsen en uitlijnen (vervolg) 30 Nm 30 Nm Afb. 6 Waterpas voor het uitlijnen van de ketel 2. Opmerking Opmerking Stelpoten uitdraaien tot de transportwielen ontlast Er is geen speciale fundering nodig. zijn. Opmerking Als het systeembuizennet (accessoires) gemon- teerd of als de voorplaten geplaatst worden, moet hier evt.
Brander monteren Opmerking Alle benodigde onderdelen voor de montage bevinden zich in de verpakking van de brander. M 10 x 30 Afb. 9 Gasaansluiting Luchttoevoeraansluiting Venturiverlenging, vereist accessoire voor bran- ders vanaf 200 kW in open werking (in afzonder- lijke doos) 1.
Gasaansluitbuis (accessoire) monteren Opmerking De afbeeldingen tonen hoe de gasaansluitbuis de accessoires moet verlopen. Montagehandleiding ”gasaansluitbuis” Afb. 10 Plaatsingsmogelijkheid van de gasaansluitleiding Als de gasaansluitbuis uit de accessoires wordt gebruikt, de volgende leidingvoering kiezen: Plaatsing zijkant links of rechts of naar achteren door de ketelbodem.
Afb. 11 Afb. 12 Brander aansluiten aan gaszijde Opmerking 2. Lekkagecontrole verrichten. We raden aan om de Viessmann gasaansluitleiding (accessoire) te gebruiken. Opmerking Voor de dichtheidscontrole geschikte en toege- 1. Gasaansluiting volgens voorschriften aanbrengen. stane lekzoekmiddelen (EN 14291) en toestellen Gasaansluitdruk: 20/25 mbar (2/2,5 kPa) gebruiken.
Brander aansluiten aan gaszijde (vervolg) Opmerking Gevaar In de gastoevoerleiding moet conform de brandvoor- Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken schriften een thermische afsluitinrichting zijn inge- met zeer ernstige verwondingen als gevolg. bouwd. Gasleiding niet via de verbrandingskamer van Bij vuil in de gasleiding (bijv. oude leidingen met corro- de verwarmingsketel ontluchten.
Rookgasaansluitbocht monteren Gevaar Als een verkeerd aansluitstuk wordt gebruikt, kan een gevaarlijke koolmonoxideconcentratie in het rookgas ontsnappen. Ontsnappend rook- gas veroorzaakt levensgevaarlijke koolstofmo- noxidevergiftiging. De ketel mag alleen met origineel 90° rook- gasaansluitbocht worden gebruikt. Rookgasaansluiting op dichtheid controleren. Afb. 15 1.
Sifon monteren Sifon met water vullen, aanbrengen en vastdraaien. Condenswaterafvoer op de neutraliseringsinrichting (indien voorhanden) aansluiten zie pagina 41. Gevaar Uit de sifon lekkend rookgas kan levensbedrei- gende vergiftigingen door koolmonoxide veroor- zaken. Vóór ingebruikneming de sifon absoluut met water vullen. Afb.
Zijplaten monteren Afb. 17 Typeplaatje Geperforeerde plaatdelen voor de doorvoer van de gasleiding, indien nodig uitbreken. Gevaar 3. Voor een eenvoudigere montage, de zijplaten Scherpe platen kunnen snijletsels veroorzaken. onder in de geleidingsrails plaatsen. Zijplaten met Veiligheidshandschoenen dragen. zelftappende schroeven (M 6 x 12) los aan de kop- rails aan de ketel bevestigen.
Regelingsmodule monteren Afb. 18 Bedieningsmodule met 4 schroeven (4,8 x 9,5) aan de regelingsplaat schroeven. Schroeven (M 6 x 10) slechts lichtjes indraaien. De schroeven dienen voor de bevestiging van de rege- lingsmodule aan de ketel. Afb. 19 Regeling inbouwen Opmerking Beschreven stappen 1 tot 4 tweemaal uitvoeren.
Pagina 23
Regeling inbouwen (vervolg) Afb. 20 1. Schroeven slechts lichtjes indraaien. 3. Stootplaat aan de regelingsplaat schroeven. 2. Randbescherming plaatsen. Afb. 21 4. Regeling op de schroeven plaatsen. Naar voren 5. Schroeven aantrekken. naar het bedieningsdeel schuiven.
Regeling inbouwen (vervolg) Bedieningsmodule op de regeling aansluiten Zie aansluit- en bedradingsschema pagina 43. Afb. 22 Interne aansluitkabels op de regeling aansluiten Kabels in de regeling brengen. Kabels met aangespo- ten trekontlasting in de opening van de behuizing ste- ken, zie afb. 24. Kabels zonder trekontlasting, zie afb.
Pagina 25
Interne aansluitkabels op de regeling aansluiten (vervolg) Kabels met aangespoten trekontlasting Afb. 24 Opmerking Bij de aansluiting van externe schakelcontacten en Aan de onderzijde van de afdekplaat bevindt zich het componenten van de installateur moeten de isolatie- elektrische aansluitschema. voorschriften van IEC/EN 60335-1 worden nageleefd. Opgelet Elektrostatische ontlading kan elektronische modules beschadigen.
Pagina 26
Interne aansluitkabels op de regeling aansluiten (vervolg) Afb. 26 Laagspanningsstekkers Stekkers 230 V~ Ionisatie-elektrode Gascombiregelaar Kabelboom: Ketel- en rookgastemperatuursen- Ontstekingsapparaat sor, ventilatoraansturing ventilator a-Ö Aansturing modulatiespoel gascombiregelaar a:Ö , bij ketels tot 80 kW bovendien a:Ö A, ver- brandingskamer-drukbewaker en waterdrukscha- kelaar X19 Boilertemperatuursensor...
Regelingseenheid aan de ketel monteren Afb. 27 1. Voorgemonteerde regelingseenheid met de Gevaar 3 schroeven in de gaten van de zijplaten en dwars- Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties ligger hangen. Schroeven zie in afb. 18pagina kunnen door elektrische stroom leiden tot ver- wondingen en materiële schade.
Achterplaten monteren Afb. 29 Achterplaat onder en verstijvingsplaat met 2 schroeven (4,8 x 9,5) monteren. Keteltemperatuursensor en waterdrukschakelaar aansluiten Stekker aan de voorgemonteerde keteltemperatuur- sensor steken. Afb. 30 Keteltemperatuursensor (regeling stekker X8) Aansluiting manometer ½ Aansluiting veiligheidsklep, kleinverdeler R 1 ¼...
Smoorklep aansluiten Afb. 31 1. Kabelbevestigingen vastklikken. Opgelet Hete onderdelen kunnen elektrische kabels 2. Kabels van de stelaandrijvingen naar de regeling beschadigen. leiden. Elektrische kabels niet in de buurt van hete onderdelen leggen. Kabelhouder aan het ketel- 3. Kabel op stekker aansluiten, zie pagina 32.
Externe kabels aansluiten (vervolg) Stekkers 230 V~ Laagspanningsstekker Smoorklep met terugstelveer KM-BUS-deelnemer (accessoire) voor extra KM- sÖ Nominale spanning: 230 V~ BUS-deelnemer vereist Nom. stroom: max. 2 (1) A~ Uitbreiding EA1 ■ Netaansluiting, op vermogensuitbreiding SA 169 fÖ Gevaar Verkeerde aansluiting van de aders kan tot ernstig letsel en schade aan het toestel lei- den.
Externe kabels aansluiten (vervolg) Extern blokkeren via schakelcontact Aansluitmogelijkheden: Opgelet ■ Stekker Contacten die niet potentiaalvrij zijn, veroorza- ■ Uitbreiding EA1 (accessoire, zie afzonderlijke monta- ken kortsluiting of fasekortsluiting. gehandleiding) De externe aansluiting moet spanningsloos zijn en aan de vereisten van veiligheidsklasse II Bij gesloten contact wordt de brander uitgeschakeld.
Brander elektrisch aansluiten De elektrische kabels van de regeling naar voren naar de branders leiden. Brander 120 tot 160 kW voor duo-ketel 240 tot 320 kW a:Ö a--] a-Ö Afb. 34 Laagspanningsstekker Stekkers 230 V~ Ionisatie-elektrode Gascombiregelaar A Aansturing ventilator ventilator a-Ö...
Elektrische aansluiting voor een gemotoriseerde… (vervolg) Afb. 36 1. Aansluitkabel met stekker telkens door de linker 2. Stekker met de aansluitkabel in steekplaats ste- opening op de achterplaat brengen. ken. Met kabelbinders ontlasten. Codeerstekker insteken Opmerking De inbouw van de codeerstekker mag niet onder span- ning gebeuren.
Voorplaat monteren Afb. 38 1. Voorplaat met 4 schroeven (M 6 x 12) vastschroe- 4. Voorplaten met 2 schroeven (M 5 x 25) borgen. ven. 5. Voorplaat dichtdrukken. 2. Fassonschroeven in de voorplaten schroeven. 3. Voorplaten in de onderste rand plaatsen en vast dichtklappen.
Pagina 38
Voorplaat monteren (vervolg) Afb. 39 Opmerking 2. Met de stelpoten en voorplaathaken uitlij- De voorplaten moeten parallel t.o.v. elkaar en t.o.v. de nen. regelingsplaat staan. Indien vereist de voorplaten met de stelpoten en voorplaathaken uitlijnen. 3. Schroeven opnieuw vastdraaien. Aanhaalmo- ment 30 Nm.
Bovenplaten monteren Afb. 40 2. Zijplaten parallel met de bovenplaten uitlijnen en vastschroeven. Verwarmingswaterzijde aansluiten Als niet de hydraulische systeembuizen van Viessmann systeembuizen zie pagina 13. Viessmann (accessoires) worden gebruikt, de vol- gende gegevens in acht nemen. Montagehandleiding ”systeembuizen”...
Verwarmingswaterzijde aansluiten (vervolg) Opmerking De Vitocrossal is alleen geschikt voor verwarmingsin- stallaties met geforceerde warmwatercirculatie. Geen vierwegmengklep, overstortkleppen of andere bypasses in aanvoer en retour inbouwen. Geen verwarmingsretour op de veiligheidsretour aan- sluiten. Opgelet Mechanisch belaste verbindingen kunnen schade aan het toestel veroorzaken. Buisleidingen belastingvrij en spanningsvrij aan- sluiten.
Rookgasaansluiting De ingebruikneming pas uitvoeren wanneer aan de Opgelet volgende voorwaarden is voldaan: Mechanisch belaste rookgasleidingen kunnen vrije doorgang van de rookgaswegen; lekkage en ontsnappend gas veroorzaken. ■ overdruk-rookgasinstallatie is gasdicht; Rookgascollector belastingvrij en spannings- ■ ■ ■ Afsluitdeksel van revisieopeningen op veilige en vrij aansluiten.