4.
Opslaan.
5.
Selecteer het weer te geven beeld.
Vergrote weergave
U kunt beelden die worden weergegeven voor [Verwerking instellen→JPEG] of
[Verwerking instellen→HEIF] vergroten door op de knop <
vergrotingspercentage hangt af van de instelling [Beeldkwalit.]. Met <
vergrote beeld scrollen.
Als u de vergrote weergave wilt beëindigen, drukt u nogmaals op de knop <
Wanneer u [Verwerking instellen→JPEG] of [Verwerking
instellen→HEIF] gebruikt, selecteert u [
Lees de melding en selecteer [OK].
Selecteer [Ja] om andere beelden te verwerken en herhaal de stappen
2-4.
Selecteer [Origineel beeld] of [Bewerkt beeld].
Uw geselecteerde beeld wordt weergegeven.
] (Opslaan).
> te drukken. Het
520
> kunt u door het
>.