Beeldassistent
Bij weergave op de camera zien deze movies er donkerder uit en hebben ze minder contrast
dan movies die zijn opgenomen met een toegepaste beeldstijl. Dit komt door Canon Log-
beeldkenmerken, die zijn bedoeld om een breed dynamisch bereik te bestrijken. Voor een
helderdere weergave, waarop details makkelijker gecontroleerd kunnen worden, stelt u
[Beeldassistent] in op [Aan].
Als u deze functie instelt op [Aan], heeft dit geen invloed op movies die zijn opgeslagen
op de kaart met behulp van Canon Log-kenmerken. Op gelijke wijze heeft HDMI-video-
uitvoer Canon Log-kenmerken en wordt Beeldassistent daar niet voor gebruikt.
Opmerking
[
] wordt weergegeven op het informatieweergavescherm tijdens movie-
opname met Beeldassistent.
Wanneer Beeldassistent is ingeschakeld op [Aan], wordt deze ook gebruikt met
vergrote weergave.
Color Matrix (alleen [Aan (
Met een kleurenmatrix kunt u opgeven hoe kleuren worden gereproduceerd, om de
verwerking in postproductie voor te bereiden. Deze optie is ingesteld op [Neutral] zodra
[Aan (
)] geselecteerd is.
)])
314