Instellingen ISO-snelheid voor foto's
ISO-snelheidsbereik bij handmatige instelling
ISO-snelheidsbereik bij ISO auto
De kortste sluitertijd voor ISO auto instellen
Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op het gewenste
omgevingslichtniveau. In de modus <
Zie
ISO-snelheid tijdens movie-opname
opnamen.
1.
Stel de ISO-snelheid in.
Richtlijnen voor de ISO-snelheid
Lage ISO-snelheden beperken de beeldruis maar kunnen het risico vergroten van het
trillen van camera/onderwerp of het gebied waarop is scherpgesteld beperken (minder
scherptediepte) onder sommige opnameomstandigheden.
Hoge ISO-snelheden maken opnemen bij weinig licht mogelijk, een groter
scherpstelgebied (meer scherptediepte) en een groter flitserbereik maar ze kunnen ook
de beeldruis versterken.
Stel dit in door aan het instelwiel <
het scherm wordt weergegeven.
De ISO-snelheid kan worden ingesteld op een waarde van ISO 100 tot
en met ISO 102400, met tussenstappen van 1/3.
Selecteer [AUTO] om de ISO-snelheid automatisch in te stellen.
Zie
ISO-snelheid (aanbevolen belichtingsindex) in foto-opnamen
informatie over het bereik van ISO auto.
> wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld.
voor informatie over de ISO-snelheid bij movie-
138
> te draaien als een beeld op
voor