3.
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in.
De diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld.
4.
Bekijk de weergave en maak een opname.
Zolang de diafragmawaarde niet knippert, wordt de standaardbelichting
gebruikt.
Voorzichtig
Als de kleinste diafragmawaarde knippert, is er sprake van onderbelichting.
Draai aan het instelwiel <
diafragmawaarde niet meer knippert, of stel een hogere ISO-snelheid in.
Als de hoogste diafragmawaarde knippert, is er sprake van overbelichting.
Draai aan het instelwiel <
diafragmawaarde niet meer knippert, of stel een lagere ISO-snelheid in.
Opmerking
Weergave van de sluitertijd
"0"5" staat bijvoorbeeld voor 0,5 sec. en "15"" staat voor 15 sec.
> om een langere sluitertijd in te stellen totdat de
> om een kortere sluitertijd in te stellen totdat de
104