De procedure voor het vervangen van de asafdich-
ting is als volgt:
1. Maak de klembeugel (pos. 92), die de motor en
de pomp bij elkaar houdt, los en verwijder deze.
2. Til het motorgedeelte uit het pomphuis (pos. 50).
De waaier wordt samen met het motorhuis ver-
wijderd.
3. Verwijder de bout (pos. 188a) uit het uiteinde
van de as.
4. Verwijder de waaier (pos. 49) van de as.
5. Tap de olie uit de oliekamer.
Zie hoofdstuk 7.5 Olie vervangen.
Opm.: Gebruikte olie dient in overeenstemming
met de plaatselijke milieuwetgeving te worden
verwijderd.
Wanneer de boutjes van de oliekamer
worden losgedraaid, wees er van bewust
dat er druk in de kamer kan zijn opge-
bouwd. Verwijder de boutjes niet voordat
de druk ontsnapt is.
De asafdichting is één geheel bij alle pompen.
6. Verwijder de bouten (pos. 188a) uit de asafdich-
ting (pos. 105).
7. Trek de asafdichting (pos. 105) uit de oliekamer,
gebruikmakend van de twee gaten in de dich-
tingsplaat (pos. 58) en twee schroevendraaiers.
8. Controleer de staat van de as waar de secondai-
re afdichting van de asafdichting de as raakt. De
huls (pos. 103) welke om de as zit moet in takt
zijn. Als deze beschadigd is moet deze worden
vervangen, de pomp moet gecontroleerd worden
door speciaal daartoe opgeleide personen.
Als de as onbeschadigd is, gaat de procedure als
volgt:
1. Controleer de oliekamer en maak deze schoon.
2. Smeer de oppervlakken, welke in contact staan
met de asafdichting met olie (pos. 105a) (O-rin-
gen en as).
3. Plaats een nieuwe asafdichting (pos. 105). Maak
hierbij gebruik van de plastic mof, welke in de
service kit zit.
4. Draai de bouten (pos. 188a) in de afdichting aan
tot 16 Nm.
5. Plaats de waaier en spie, let er op dat de spie
(pos. 9a) juist is gemonteerd.
6. Bevestig de bout (pos 188a) en draai deze aan
om de waaier te borgen, max. 22 Nm.
7. Plaats het pomphuis (pos. 50).
8. Plaats de klembeugel (pos. 92) en maak deze
vast.
9. Vul de oliekamer met olie, zie hoofdstuk 7.5 Olie
vervangen.
Voor aanpassing van de waaierruimte, zie hoofdstuk
7.2.
104
7.5 Olie vervangen
Na 3000 uren in bedrijf of na elk jaar moet de olie uit
de oliekamer vervangen worden zoals hieronder be-
schreven is.
Als de asafdichtingen vervangen zijn, moet de olie
ook vervangen worden, zie hoofdstuk 7.4 Controle-
ren/vervangen van de asafdichting.
Aftappen van de olie:
Wanneer de boutjes van de oliekamer
worden losgedraaid, wees er van bewust
dat er druk in de kamer kan zijn opge-
bouwd. Verwijder de boutjes niet voordat
de druk ontsnapt is.
1. Draai de boutjes van beide olieschroeven los en
verwijder deze om zo de olie af te tappen.
2. Kijk de olie na op water en vuil. De olie geeft een
goede indicatie van de staat van de asafdichting.
Opm.: Gebruikte olie dient in overeenstemming
met de plaatselijke milieuwetgeving te worden
verwijderd.
Olie bijvullen, de pomp ligt op zijn zij, zie afb. 10:
1. Leg de pomp zo neer dat hij rust op het stator-
huis en de persflens en dat de olie aftap boutjes
aan de bovenkant zitten.
2. Vul de olie bij door het bovenste gat totdat het uit
het onderste gat stroomt. Dit is het juiste olie ni-
veau.
Voor oliehoeveelheid, zie hoofdstuk 7.1 Tijds-
duur tussen inspecties.
3. Plaats de twee olie aftap boutjes terug, gebruik
hierbij de nieuwe afdichtingen die bij de service
kit geleverd zijn. Zie hoofdstuk 7.6 Service kits.
Olie bijvullen in rechtopstaande stand:
1. Plaats de pomp op een horizontaal en vlak op-
pervlak.
2. Vul de olie bij in de oliekamer door een van de
gaten totdat de olie uit het ander gat stroomt.
Voor oliehoeveelheid, zie hoofdstuk 7.1 Tijds-
duur tussen inspecties.
3. Plaats de twee olie aftap schroeven terug, ge-
bruik hierbij de afdichtingen die bij de kit gele-
verd zijn. Zie hoofdstuk 7.6 Service kits.
Olie vulopening
Olie niveau
Afb. 10 Olie bijvul gaten