Zie afb. 3 of 4 en de installatie- en bedieningsinstruc-
ties van de geselecteerde schakelkast of pompbe-
sturing.
L
N
PE
PE
1
2
3
4
T2
T1
˚
160
C
1
Afb. 3
Bedradingschema voor éénfase pompen
L1
L2 L3
PE
PE
1
2
3
4
T2
T1
˚
170
C
3
Afb. 4
Bedradingschema voor driefasen pom-
pen
5.1 CU 100 schakelkast
De CU 100 schakelkast bevat een magneetschake-
laar en is leverbaar met een vlotterschakelaar en ka-
bel.
Eén fase pompen: Een bedrijfscondensator moet
extra aangesloten worden op de schakelkast.
Voor condensatorgrootte, zie onderstaande tabel:
Cd, bedrijfscondensator
Pomptype
SE en SEV
Het verschil in het niveau van starten en stoppen kan
versteld worden door de vrije kabellengte van de ni-
veauschakelaars te veranderen.
Groot niveauverschil: lange vrije kabel.
Klein niveauverschil: korte vrije kabel.
• Om het aanzuigen van lucht en trillingen te voor-
komen, moet de stopniveauschakelaar zo inge-
steld worden dat de pomp uitgeschakeld wordt,
voordat het vloeistofniveau gedaald is tot boven-
zijde pomphuis.
De CU 100 schakelkast moet niet voor Ex
aplicaties gebruikt worden.
Zie hoofdstuk 5.2 Pompbesturingen.
100
5
6
T3
˚
150
C
5
6
T3
˚
150
C
[µF]
[V]
30
450
• De startniveauschakelaar moet zo ingesteld
worden dat de pomp op het juiste moment wordt
ingeschakeld. De pomp moet altijd ingeschakeld
zijn voordat het vloeistofniveau de binnenko-
mende leiding vult.
Opm.: Beide punten moeten in overweging worden
genomen.
Afb. 5
Start en stop niveaus
5.2 Pompbesturingen
De volgende LC en LCD pompbesturingen zijn ver-
krijgbaar:
Type LC voor eenpomps-installaties en type LCD
voor tweepomps-installaties.
• LC 107 en LCD 107 met luchtdrukschakelaars.
• LC 108 en LCD 108 met vlotterschakelaars.
• LC 110 en LCD 110 met elektroden.
In de volgende beschrijving wordt de term "niveau-
schakelaars" gebruikt, dit kunnen luchtdrukschake-
laars, vlotterschakelaars of elektroden zijn afhanke-
lijk van de geselecteerde pompbesturing.
Pompbesturingen voor éénfase pompen hebben in-
gebouwde condensatoren.
De pompbesturing LC is voorzien van 2 of 3 niveau-
schakelaars: 2 schakelaars voor het in- en uitscha-
kelen van de pomp. De derde niveauschakelaar
(optie) is voor hoogwateralarm.
De pompbesturing LCD is voorzien van 3 of 4 ni-
veauschakelaars: 1 voor stop, 2 voor het starten van
beide pompen. De vierde niveauschakelaar (optie) is
voor hoogwateralarm.
Wanneer de niveauschakelaars worden geïnstal-
leerd, dient u de volgende punten in acht te nemen:
• Om aanzuigen van lucht en trillingen in onderge-
dompelde pompen te voorkomen dient de stop-
niveauschakelaar zodanig te zijn aangebracht,
dat de pomp wordt uitgeschakeld voordat het
vloeistofniveau gedaald is tot bovenzijde pomp-
huis.
Max.
Min.