Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

03 Klimaatregeling; Algemene Informatie Over De Klimaatregeling - Volvo S40 2006 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

03 Klimaatregeling

Algemene informatie over de klimaatregeling

Airconditioning
De klimaatregeling koelt of verwarmt de lucht
in de passagiersruimte en ontdoet deze van
vocht. De auto is voorzien van een handmati-
ge klimaatregeling met airconditioning (A/C )
of een automatische klimaatregeling (ECC).
03
N.B.
U kunt de airconditioning uitschakelen.
Voor optimale luchtkwaliteit in de passa-
giersruimte en om te voorkomen dat de rui-
ten beslaan, moet u de airconditioning
echter altijd aan laten staan.
Beslagen ruiten
Poets de binnenzijde van de ruiten schoon om
te voorkomen dat ze beslaan. Gebruik een
normaal poetsmiddel voor glaswerk.
Sneeuw en ijs
Veeg sneeuw en ijs van de luchtinlaat voor de
klimaatregeling (de opening tussen de motor-
kap en de voorruit).
Storingen opsporen en verhelpen
Laat controle- en reparatiewerkzaamheden
aan de klimaatregeling alleen uitvoeren door
een erkende Volvo-werkplaats.
Koudemiddel
De airconditioning maakt gebruik van het kou-
demiddel R134a. Het bevat geen chloor,
waardoor het koudemiddel onschadelijk voor
de ozonlaag is. Gebruik bij het bijvullen/ver-
70
versen van koudemiddel alleen R134a. Laat
dergelijke werkzaamheden over aan een er-
kende Volvo-werkplaats.
Interieurfilter
Alle lucht die de passagiersruimte binnenkomt
wordt gereinigd door een filter. U moet het fil-
ter regelmatig vervangen. Raadpleeg het On-
derhoudsprogramma van Volvo voor het aan-
bevolen vervangingsinterval. In zeer sterk ver-
ontreinigde gebieden moet u het filter mogelijk
vaker vervangen.
N.B.
Er bestaan twee verschillende soorten inte-
rieurfilters. Let erop dat u het juiste filter
aanbrengt.
Display
Er zit een display boven het klimaatregelings-
paneel. Hier worden de door u ingevoerde kli-
maatinstellingen weergegeven.
Persoonlijke instellingen
U kunt twee functies van het klimaatregelings-
systeem naar wens instellen:
• De ventilatorsnelheid in de stand AUTO
(geldt alleen voor auto's met ECC).
• De door de timer geregelde recirculatie van
de lucht in de passagiersruimte.
Zie pagina 66 voor meer informatie over het
verrichten van instellingen.
Blaasmonden in dashboard
A. Open
B. Dicht
C. Luchtstroom naar links of rechts
D. Luchtstroom omhoog of omlaag
Richt de buitenste blaasmonden op de voor-
ste zijruiten om ze te ontwasemen.
Bij koud weer: Sluit de middelste blaasmon-
den om de temperatuur in de auto zo comfor-
tabel mogelijk te houden en de zijruiten opti-
maal te ontwasemen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

V50 2006

Inhoudsopgave