06 Starten en rijden
Automatische versnellingsbak
In stand P is de versnellingsbak mechanisch
geblokkeerd. Trek bij het parkeren altijd de
handrem aan.
R – Achteruitrijstand
De auto moet stilstaan wanneer u de hendel in
stand R zet.
N – Neutraalstand
Stand N is de vrijstand. In deze stand kunt u
de motor starten en er is geen versnelling in-
geschakeld. Trek de handrem aan, wanneer
de auto stilstaat en de keuzehendel in stand N
staat.
D – Rijstand
Stand D is de normale rijstand. De versnel-
lingsbak schakelt automatisch op en terug
tussen de versnellingen afhankelijk van de
06
stand van het gaspedaal en de snelheid. Zorg
ervoor dat de auto stilstaat, voordat u de keu-
zehendel vanuit stand R in stand D zet.
120
Handmatige schakelstanden
Om van de automatische rijstand D naar een
handmatige stand over te schakelen, moet u
de keuzehendel in stand M zetten. Om van
stand M naar de automatische rijstand D over
te schakelen, moet u de keuzehendel in
stand D zetten.
Tijdens het rijden
De handmatige schakelstanden kunnen op elk
moment tijdens het rijden ingeschakeld wor-
den. De ingeschakelde versnelling is geblok-
keerd totdat u een andere versnelling kiest.
Als u de keuzehendel naar de – (min) beweegt,
schakelt de versnellingsbak automatisch een
versnelling terug en wordt er tegelijkertijd op
de motor afgeremd als u het gaspedaal los-
laat. Als u de keuzehendel naar de + (plus) be-
weegt, schakelt de versnellingsbak een ver-
snelling op.
De geselecteerde versnelling wordt op het in-
strumentenpaneel weergegeven (zie
pagina 41).
N.B.
Geartronic heeft twee veiligheidsfuncties:
• Geartronic staat geen terugschakeling/
kick-down toe die tot een dusdanig hoog
toerental leidt dat de motor wordt bescha-
digd. Wanneer de bestuurder toch probeert
een dergelijke kick-down uit te voeren,
gebeurt er niets. De auto blijft in de oor-
spronkelijke versnelling rijden.
• Om schokken en afslaan van de motor te
voorkomen, schakelt Geartronic automa-
tisch terug als de bestuurder langzamer
gaat rijden dan wat voor de gekozen ver-
snelling gepast is.
W – Winter
Druk op de knop W om het
winter W in- en uitschake-
len. Wanneer het winterpro-
gramma ingeschakeld is,
brandt het symbool W op
het instrumentenpaneel.
Wanneer het winterprogramma ingeschakeld
is, start de versnellingsbak in een hogere ver-
snelling om op gladde wegen gemakkelijker te
kunnen wegrijden en worden de lagere ver-
snellingen alleen geactiveerd bij kick-down.
U kunt het programma W altijd inschakelen
ongeacht de stand van de keuzehendel. Het
programma werkt echter alleen, wanneer de
keuzehendel in stand D staat.
Om overtoeren te voorkomen is het stuurpro-
gramma van de versnellingsbak voorzien van
een terugschakelblokkering.