Safelock-functie
Bij activering van de zogeheten Safelock-
functie zijn de portieren niet meer van de bin-
nenzijde te openen, als ze eenmaal vergren-
deld zijn. U activeert de functie met de af-
standsbediening. De Safelock-functie treedt
25 seconden na vergrendeling van de portie-
ren in werking.
Bij Safelock is de auto alleen met de afstands-
bediening te ontgrendelen. De portieren zijn
tevens van de buitenzijde te openen met be-
hulp van het sleutelblad.
1. Sensoren deactiveren en Safelock-functie
2. Geen functie
Safelock-functie en eventuele alarm-
sensoren tijdelijk deactiveren
Als u de portieren van de buitenzijde wilt ver-
grendelen terwijl er iemand in de auto achter-
blijft, kunt u de Safelock-functie deactiveren.
– Steek de sleutel in het contactslot, draai
deze naar stand II en vervolgens terug
naar stand I of 0.
– Druk op de knop (1).
Als de auto is uitgerust met alarm stelt u ook
de bewegings- en niveausensoren buiten wer-
king (zie pagina 106).
05 Sloten en alarm
Vergrendelen en ontgrendelen
Het lampje in de knop licht op en blijft bran-
den, totdat u de auto met de sleutel of de af-
standsbediening vergrendelt. Er verschijnt een
melding op het display zolang de sleutel in het
contactslot steekt. De volgende keer dat u het
contact van de auto inschakelt, worden de
sensoren en de Safelock-functie weer
geactiveerd.
WAARSCHUWING
Laat niemand in de auto zitten zonder eerst
de Safelock-functie te deactiveren.
05
103