02 Instrumenten, schakelaars en bediening
Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels
Buitenspiegels
02
De knoppen waarmee u de twee buitenspie-
gels bedient, vindt u voor op de armleuning
van het bestuurdersportier. De buitenspiegels
zijn te bedienen met het contact in stand I
of II .
– Druk op knop L voor de buitenspiegel
links of op R voor de buitenspiegel rechts.
Het lampje in de knop brandt.
– U kunt de stand afstellen met het hendel-
tje in het midden.
– Druk nogmaals op knop L of R. Het lampje
dooft.
62
Elektrisch inklapbare buitenspiegels
(optie)
Bij het parkeren of in nauwe straatjes kunt u
de buitenspiegels inklappen. Dat is mogelijk
als de contactsleutel in stand I of II staat.
Spiegels inklappen
– Druk tegelijkertijd op de knoppen L en R.
– Laat de knoppen los. De spiegels stoppen
automatisch, als ze volledig zijn
ingeklapt.
BELANGRIJK
Gebruik geen ijskrabber om de spiegels van
ijs te ontdoen, omdat er daarbij krassen op
het glas kunnen ontstaan en de water- en
1
vuilafstotende laag
beschadigd kan raken.
Gebruik in plaats daarvan de elektrische
verwarming om de buitenspiegels van ijs te
ontdoen (zie pagina 73).
1
Optie
WAARSCHUWING
De spiegel aan de bestuurderszijde is
groothoekig voor optimaal zicht. Voorwer-
pen kunnen verder weg lijken dan ze in wer-
kelijkheid zijn.
Spiegels uitklappen
– Druk tegelijkertijd op de knoppen L en R.
– Laat de knoppen los. De spiegels stoppen
automatisch, als ze volledig zijn uitgeklapt.
In neutrale stand terugzetten
Spiegels die uit positie zijn geraakt door in-
vloeden van buitenaf, moeten in de neutrale
stand worden teruggezet zodat het elektrisch
in- en uitklappen weer werkt.
– Klap de spiegels in met behulp van de
knoppen L en R.
– Klap de spiegels weer uit met behulp van
de knoppen L en R. De spiegels staan
vervolgens weer in de neutrale stand.
Approach-verlichting en
Follow-Me-Home-verlichting
De lampjes op de buitenspiegels (optie) gaan
branden, als u de Approach-verlichting of de
Follow-Me-Home-verlichting activeert.
BLIS, Blind Spot Information System
(optie)
BLIS is een informatiesysteem dat de bestuur-
der in bepaalde omstandigheden waarschuwt,
wanneer er zich een voertuig in de zogeheten
dode hoek bevindt en in dezelfde richting rijdt
(zie pagina 128).