Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

02 Instrumenten, schakelaars en bediening

Cruisecontrol (optie)

Inschakelen
02
De bedieningsorganen voor de cruisecontrol
vindt u links op het stuurwiel.
Gewenste snelheid instellen:
– Druk op de knop CRUISE. Op het instru-
mentenpaneel verschijnt de tekst
CRUISE
.
– Druk op + of — om de snelheid van de auto
vast te zetten. Op het instrumentenpaneel
verschijnt
CRUISE-ON
De cruisecontrol kan niet worden ingescha-
keld bij snelheden lager dan 30 km/h of hoger
dan 200 km/h.
54
Snelheid verhogen of verlagen
– U kunt de snelheid verhogen of verlagen
door de knop + of — in te drukken. De
snelheid die de auto heeft op het moment
dat u de knop loslaat, zal vervolgens wor-
den geprogrammeerd.
Een korte druk (minder dan een halve secon-
de) op + of — komt overeen met een snelheids-
wijziging van 1 mph of 1,6 km/h
.
N.B.
Een tijdelijke verhoging van de snelheid
(korter dan een minuut) met het gaspedaal,
zoals bij het inhalen, is niet van invloed op
de instelling van de cruisecontrol. Als u het
gaspedaal loslaat, neemt de auto automa-
tisch de ingestelde snelheid weer aan.
Tijdelijk uitschakelen
– Druk op 0 om de cruisecontrol tijdelijk uit
te schakelen. Op het instrumentenpaneel
verschijnt
snelheid blijft na een tijdelijke uitschake-
ling in het geheugen opgeslagen.
De cruisecontrol wordt bovendien tijdelijk uit-
geschakeld, als:
• u het rempedaal of koppelingspedaal be-
dient;
• de snelheid heuvelop lager wordt dan 25–
1;
30 km/h
• u de keuzehendel in stand N zet;
• als de wielen de neiging hebben te gaan
1
.
slippen of blokkeren;
• een tijdelijke snelheidsverhoging langer dan
een minuut heeft geduurd.
1
Afhankelijk van het motortype
. De eerder ingestelde
CRUISE

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

V50 2006

Inhoudsopgave