Steek op een helling niet schuin over en maak daar ook
geen bochten.
Probeer niet om een lading op te pikken of af te leveren,
tenzij de heftruck horizontaal is. Draai niet op of rijd niet
over een helling.
Rijd niet over ruw terrein. Ga, indien noodzakelijk,
langzamer .
Steek de spoorbaan over langzaam en diagonaal waar
mogelijk. Een spoorwegovergang kan een geladen
heftruck een echte schok geven. Voor een soepeler
kruising, steekt u de spoorweg diagonaal over zodat er
een wiel op één bepaald moment oversteekt.
Rijd niet over losse voorwerpen. Kijk in de rijrichting. Kijk
uit voor andere personen of obstakels op uw pad. De
bestuurder dient te allen tijde de volledige controle over
zijn heftruck te hebben.
Rijd niet in voorwaartse richting als ladingen uw
zichtbaarheid beperken. Rijd uw heftruck achteruit om
de zichtbaarheid te verbeteren, behalve bij het
verplaatsen van een helling.
Wees voorzichtig bij het gebruik van een heftruck in de
buurt van de rand van een laadperron of ramp. Blijf op
veilige afstand van de rand van de perrons, hellingen en
platforms. Kijk altijd of de staart beweegt.
De truck kan over de rand vallen en letsel of overlijden
veroorzaken.
Werk niet op brugborden, tenzij ze het gewicht van de
vrachtwagen en lading kunnen ondersteunen. Zorg
ervoor dat ze correct geplaatst zijn. Leg blokken op de
auto waar u ingaat om bewegen te voorkomen.
31
Hoofdstuk Veiligheid