Hoofdstuk Onderhoud
Om de 10 bedrijfsuren of dagelijk
Lees de waarschuwingen en instructies in het Veiligheidsgedeelte van deze handleiding goed door voordat u
bedienings- of onderhoudsprocedures uitvoert.
Inspectie van motor op
vloeistoflekken
1. Start de motor en wacht tot bedrijfstemperatuur
bereikt is.
2. Zet de motor af.
3. Controleer
de
/koelvloeistoflekken.
4. Repareer indien nodig voor verder te gaan.
Motorcarter oliepeil controleren
1. Til de kap en de zitting omhoog.
WAARSCHUWING
Hete olie en onderdelen kunnen persoonlijk
letsel veroorzaken. Laat geen hete olie of
componenten in contact komen met de huid.
Als teveel motorolie wordt bijgevuld, kan een
dieseleffect
ontstaan,
motorschade als gevolg. Zorg voor het juiste
motoroliepeil.
Typisch voorbeeld
2. Het oliepeil moet zo dicht mogelijk tegen de hoogste
markering op de peilstok staan. Vul niet verder bij
dan tot het hoogste punt.
hele
motor
op
mogelijk
ernstige
Koelvloeistofpeil - Controleren
Bij gebruik wordt het koelmiddel heet en komt
het onder druk te staan.
Stoom kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Controleer het koelmiddelpeil alleen wanneer de
motor uitgeschakeld is en wanneer de vuldop
lie-
koud genoeg is om met de blote hand te worden
losgedraaid.
Draai de filterdop langzaam los, zodat overdruk
kan weglopen.
Koelmiddeladditieven
lichamelijk letsel kunnen veroorzaken. Voorkom
aanraking met de huid en ogen of inwendig
gebruik.
Typisch voorbeeld
1. Controleer het peil van het koelmiddel wanneer de
motor koud is. Houd het peil van het koelmiddel op
de juiste lijn op de expansiefles. Indien er geen
koelmiddel in het expansievat is, moet het
koelmiddel
vulopening van de radiator.
2. Verwijder de vuldop. Vul de radiateur bij tot aan de
rand van de vulopening. Controleer de vuldop en
vervang hem indien beschadigd. Plaats de vuldop.
Plaats de radiatordop terug.
212
WAARSCHUWING
bevatten
worden
gecontroleerd
logen,
die
aan
de