Een heftruck met een kraan
optillen
WAARSCHUWING
1.
Een hefkabel die breekt kan tot ernstig
letsel of zware schade leiden.
2. De hefkabel moet zo lang zijn dat deze geen
contact maakt met de heftruck. Een korte
kabel kan het voertuig beschadigen. Een te
lange kabel kan in de war raken.
Scherm de kabel of ketting eventueel met
rubber af om schade aan de heftruck te
voorkomen.
3.
De kabel of ketting en andere hefapparaten
moeten voldoende sterk zijn en mogen geen
tekenen van slijtage of schade vertonen.
4.
Zorg dat de hefapparaten en gebruikte
werktuigen nergens tegen aan kunnen
stoten.
5.
Alleen voor heftrucks met beschermdak.
Niet voor heftrucks met cabine.
1. Controleer gewicht, lengte, breedte en hoogte van
de heftruck voordat u deze optilt.
2. Parkeer de kraan op een geschikte plaats.
3. Maak de kabel of ketting aan de punten A en B
volgens onderstaande afbeelding (afb 1, 2, 3) vast.
De voorste 2 touwen/kettingen moeten door de
middelste stang van de mast worden gebonden (zie
afb. 4).
4. Als de kabel of ketting contact maakt met de
heftruck, moet u een rubber bescherming tussen de
kabel of ketting en de heftruck plaatsen om de
heftruck te beschermen.
5. Til de vorkheftruck langzaam op.
6. We raden u dringend aan de heftruck op een
platform op te tillen of van een brug gebruik te
maken bij het laden (zie afb. 5, 6)
7. Wijs een opzichter aan voor het transport en
waarschuw iedereen in de omgeving.
8. Extra kabels kunnen handig zijn om de heftruck
veilig en stabiel te verplaatsen.
171
Hoofdstuk Gebruik