Hoofdstuk Gebruik
Hefsturing
De vork kan omhoog of omlaag gebracht worden door
aan deze hendel te trekken of ertegen te duwen. De
snelheid tijdens heffen wordt bepaald door de
hellingshoek van de hendel en de druk op het
gaspedaal. De snelheid tijdens omlaag brengen wordt
bepaald door de hellingshoek van de hendel. Het
motortoerental of de druk op het gaspedaal hebben
geen invloed op de snelheid waarmee de vorken
omlaag gebracht worden.
Kantelsturing
De mast kan met deze hendel gekanteld worden. Door
aan de hendel te trekken kantelt de mast naar achteren,
door ertegen te duwen, kantelt de mast naar voren. De
snelheid van het kantelen wordt bepaald door de
hellingshoek van de hendel en de druk op het
gaspedaal.
110