Hoofdstuk Onderhoud
Claxon & lichten (indien
geïnstalleerd) - Controleren
Typisch voorbeeld
1. Druk op de toeter en controleer of de toeter werkt.
2. Controleer alle lampen, zoals signaallampen,
knipperlichten, achteruitrijlichten, koplampen en
zoeklichten op hun juiste werking. Vervang alle
kapotte lampen. Laat indien nodig reparaties
uitvoeren.
Beschermkooi (indien
gemonteerd) - Inspecteren
Typisch voorbeeld
1. Controleer
of
het
montagebouten van het beschermdak240 N
lb
ft) bedraagt.
·
2. Controleer het beschermdak op butsen en
scheuren. Laat indien nodig reparaties uitvoeren.
aanhaalkoppel
van
m (175
·
Ophanging - Controle
1. Controleer de bouten van de ophanging. Draai de
vier bevestigingsbouten van de ophanging (in totaal
acht bouten) indien nodig vast met 240 ±40Nm.
2. Zoek naar lekken bij de stuurbekrachtigingsslang-
en leidingsaansluitingen.
3. Verwijder eventueel vuil van de ophanging of de
stuuras.
Cardankoppeling: inspecteren,
smeren
Typisch voorbeeld
Check for worn or damaged bearings. Controleer op
loszittende bouten en moeren. Draai de bouten en
moeren aan, indien nodig. (55 Nm) Smeer de
de
cardankoppeling.
224