Luchtbehandelingsapparatuur (HVAC) WK-com Serie
09
Buiten werking zetten, demontage en verwijdering
08.02.05 Onbalans van de ventilatorunit
Voer bij onbalans of sterke trillingen in de ventilatorunit een trillingsmeting en -analyse uit. Controleer tevens de
bevestigingen, de oscillerende veerdemper (indien aanwezig) en het lager van het draagwiel. Maatregelen: Eventueel
reinigen, opnieuw uitbalanceren (volgens ISO 10816-1) of lager vervangen.
08.02.06 Luchtcapaciteit foutief
Nominale luchtstroom met behulp van een debietmeter vaststellen. Als er geen beschadiging aan de ventilator
vastgesteld kan worden, dient het complete systeem gecontroleerd te worden.
08.03 Verwarmings-/koelgedeelte
Warmtewisselaar vervangen
•
•
•
•
•
•
•
•
9. Buiten werking zetten, demontage en verwijdering
09.01 Buiten werking zetten
Jaarlijkse buitenbedrijfstelling
Warmtewiel tijdens de zomermaanden periodiek gebruiken (reiniging van het oppervlak)
Kortstondige buitenbedrijfstelling
Installatie via regeling/besturing op minimale capaciteit terugzetten
•
•
•
•
•
•
•
Langdurige buitenbedrijfstelling gedurende meerdere maanden
Maatregelen zoals kortstondige buitenbedrijfstelling, echter extra ventilator – V-snaren ontspannen c.q. verwijderen, om
lagerbeschadigingen te vermijden.
Hernieuwde ingebruikname – zie ook „6. Ingebruikname" op bladzijde 34
Visuele inspectie uitvoeren of herkenbare beschadigingen geconstateerd worden. Daarna ingebruikname van het
apparaat zoals beschreven onder „6. Ingebruikname" op bladzijde 34 , uitvoeren.
•
•
•
•
•
Alle afsluiters sluiten.
Voor- en retourleidingen leeg maken en drukloos maken.
Voor- en retourleidingen verwijderen en goede toegang tot de revisiedeksel van het HVAC-apparaat mogelijk
maken.
Revisiedeksel verwijderen.
Warmtewisselaar uit het HVAC-apparaat trekken.
Nieuwe warmtewisselaar in de hiervoor bestemde bevestigingsrails schuiven
Voorzichtig schuiven, zodat geen beschadiging aan de koperen buizen of aluminium lamellen ontstaan.
Revisiedeksel van het HVAC-apparaat monteren.
Voor- en retourleidingen aansluiten (zie hiervoor: „05.13 Mediumzijdige aansluitingen (PWW, PKW,
koudemiddel, stoom)" op bladzijde 21 )
Jalouziekleppen in de circulatiemodus zetten – buitenluchtklep sluiten om afkoeling en
vorstgevaar te voorkomen
Alle regelkleppen sluiten
Circulatiepompen uitschakelen
Verswaterventielen sluiten, handventielen sluiten
Door vorst bedreigde componenten leegmaken. Warmtewisselaar en aansluitbuizen met perslucht doorblazen
totdat deze volledig leeg zijn.
Ventilatornaloop totdat alle oppervlakken droog zijn
Sifon leegmaken
Hoofdschakelaar uitschakelen en installatie afsluiten
Ventilator
- V-snaren plaatsen – spannen
- Bij ventilatoren met smeerbare lagers, oud vet verwijderen, met nieuw lithium zeepvet smeren
Leeggemaakte componenten langzaam weer vullen - zorgvuldig ontluchten
Alle ventielen openen
Hoofdschakelaar indrukken
Regeling/besturing inschakelen
52 52