Luchtbehandelingsapparatuur (HVAC) WK-com Serie
08
Storingen en het verhelpen hiervan
07.16 Koeltechniek
Het onderhoud mag gebeuren door de fabrikant of door een gecertificeerd en geautoriseerd koelinstallatiebedrijf.
Bij alle werkzaamheden moeten absoluut de vereisten van het logboek overeenkomstig (EU) nr. 517/2014 en (EG) nr. 1516/2014
voor koelinstallaties (indien gewenst aanvragen) alsook de geldende normen en richtlijnen (bijv. DIN EN 378, BGR 500 en de
F-gasverordening) worden nageleefd.
Volgens de F-gasverordening zijn de exploitanten van koelinstallaties wettelijk verplicht om regelmatig onderhoud te laten plegen
en dichtheidscontroles door gecertificeerde vaklui te laten uitvoeren. Deze onderhouds- en controleactiviteiten moeten worden
gedocumenteerd in het logboek van de installatie.
Het installatieprotocol moet worden bijgewerkt. Onderhoudswerkzaamheden moeten overeenkomstig EN 378-4 worden uitgevoerd.
Een garantieclaim voor het koelapparaat wordt alleen aanvaard als de noodzakelijke onderhoudsintervallen door een vakkundig
koelinstallatiebedrijf volledig en correct zijn uitgevoerd. Het bewijs van een correct uitgevoerd onderhoud dient foutloos te worden
gedocumenteerd in een onderhoudsboek of logboek (EU) nr. 517/2014 en (EG) nr. 1516/2014.
De exploitant is verplicht het logboek/protocol van de installatie bij te houden.
Attentie!
Foutmeldingen op de koelinstallatie worden in de schakelkast weergegeven. In de zin van de Duitse verordening inzake
bedrijfsveiligheid (BetrSichV) is deze installatie een installatie die moet worden gemonitord en waarvoor specifieke verplichtingen
voor de exploitant gelden en die overeenkomstig § 14 BetrSichV moeten worden nagekomen voordat de installatie in bedrijf wordt
gesteld.Andere van toepassing zijnde wettelijke voorschriften die gelden voor de betreffende plaats van opstelling dienen te worden
nageleefd.
De installatie en de installatiecomponenten moeten volgens § 15 van de Duitse verordening inzake bedrijfsveiligheid (BetrSichV)
worden onderworpen aan terugkerende controles die te dienen worden uitgevoerd door een bevoegd persoon of een geautoriseerde
controle-instantie. Andere van toepassing zijnde wettelijke voorschriften die gelden voor de betreffende plaats van opstelling dienen
te worden nageleefd.
Alleen de oliesoorten die door de fabrikant van de compressor zijn toegestaan (zie specificaties compressor) mogen worden gebruikt,
omdat anders toestelschade kan optreden.
Algemeen veiligheidsaanwijzingen zie „3. Veiligheid" op bladzijde 7
07.17 Meet-, stuur- en regeltechniek (MSR-techniek)
De installatie dient regelmatig door een geautoriseerd speciaal bedrijf (MSR-techniek) onderhouden te worden.
De veiligheidsfuncties moeten jaarlijks worden onderworpen aan een functietest en de defecte onderdelen moeten,
indien nodig, worden vervangen/hersteld.
07.18 Extra gebruiks- en onderhoudsinstructies
Voor diverse installatieonderdelen of meegeleverde onderdelen zijn aanvullende bedienings- en onderhouds-
instructies beschikbaar. Voor deze bestelling werden de respectieve gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen
bijgevoegd, naast onze gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen: Deze kunnen ook naar behoefte worden aangevraagd.
•
Elektrische kachel
•
Warmteterugwinning (roterende warmtewisselaar)
•
Luchtwasser
•
Oppervlakte luchtbevochtiger
•
Stoomgenerator
•
Vrij draaiend ventilatorwiel
•
Aandrijfmotor / elektrische componenten
•
Warmeluchtbereider type WLE / WLE-K - Reinigen van de warmtewisselaar
•
Compressor - Condensor
•
Radiale ventilator
•
Volumetrische debietmeter
•
C-max regeling
•
Therm-Connect hydraulische eenheden
•
Koeling
.
49 49