Luchtbehandelingsapparatuur (HVAC) WK-com Serie
07
Onderhoud
07.13 Filter
De te gebruiken luchtfilters moeten overeenkomstig DIN EN 779 (ISO 16890 vervangt EN 779 tot midden 2018) of DIN EN 1822
gecontroleerd zijn.
Naargelang het door de klant gevraagde specifieke ontwerp van het luchtbehandelingapparaat kunnen de luchtfilters vast of
uittrekbaar worden gemonteerd.
Om de verzadigingsgraad van de luchtfilters te controleren (met uitzondering van actieve koolfilters) is het aan te bevelen een
monitoringsysteem te voorzien waarop de verzadigingsdruk verschijnt.
De verzadigingsdruk /eindweerstand kan verschillen naargelang het gebruikte filtersysteem en naargelang de filterfabrikant. De
toestelspecifieke eindweerstand vindt u op het typeplaatje van de filtercomponent (of in de aanbevelingen van DIN EN 13053).
Bij rolbandfilters dient u de meegeleverde gebruikers- en onderhoudshandleiding van de filterfabrikant in acht te nemen.
Bovendien moeten de afzonderlijke bedienings- en onderhoudsinstructies voor de ingebouwde of meegeleverde
onderdelen in acht worden genomen!
Attentie:
•
Bij het inbouwen van de filter moet u steeds letten op de opstaande filterzakken!
•
Filterstof kan allergische reacties teweegbrengen wanneer het in contact komt met de huid, ogen of kan ademhalingsproblemen
veroorzaken. Voor onderhoudswerkzaamheden en het vervangen van luchtfilters dient u persoonlijke beschermingsmiddelen
te dragen, bijv. ademmasker met filter P3, veiligheidsbril, beschermende kledij. Verontreinigde filters vormen een verhoogd
veiligheidsrisico! Neem de algemene veiligheidsvoorschriften van pagina 7 in acht!
Bij paneelfilters moeten tussen de individuele filters H-profielen
(zie afb.) worden geschoven om lekkagelucht te voorkomen!
Stofophopingen vormen een ontstekingsgevaar en moeten altijd
worden verwijderd of voorkomen.
07.14 Jalouziekleppen
Jaloeziekleppen kunnen zowel horizontaal alsook verticaal gemonteerd worden. Klepassen en klepstangen een keer per
jaar reinigen, niet oliën.
Bovendien moeten de afzonderlijke bedienings- en onderhoudsinstructies voor de ingebouwde of meegeleverde
onderdelen in acht worden genomen!
07.15 Hygiëneapparaten
Bij HVAC-apparaten in hygiëne-uitvoering is de gehele bedieningszijde door het afneembare
revisiedeksel (bedieningsdeuren) toegankelijk.
De inbouwcomponenten kunnen uit het apparaat worden getrokken, als de volgende stappen worden
uitgevoerd:
•
Zakkenfilter kan worden vervangen → Aanligdruk van de filterrails, door het losmaken van de schroeven,
vervolgens het filterframe eruit trekken.
•
Ventilatorgedeelte – vrijlopend ventilatiewiel – standaard: vast gemonteerd, optioneel eruit te trekken boven
bodem- en plafondrails. → Losmaken van de inbusschroeven onder de kunststof afdekkingen, aan de onderste
en bovenste geleidingsrails.
•
Ventilatorgedeelte met radiaalventilator of vrijlopend ventilatorwiel ingebouwd op de bodemrails → voorste
sterschroeven verwijderen en ventilator compleet met trillingframe tot aan de aanslag eruit trekken.
•
Warmtewisselaar (verwarmer, koeler) → Uitbouw of door dienovereenkomstige buisverbindingen
(flensverbinding) mogelijk, anders aan weerszijden van het apparaat toegankelijk.
•
Druppelvanger → Deur/deksel van de behuizing openen, druppelvanger eruit trekken.
Hierdoor is ook de complete binnenruimte optimaal toegankelijk voor een veegdesinfectie.
Alle afdichtingen zijn opgetrokken en kunnen, indien nodig, makkelijk worden vervangen.
Na het reinigingsproces de onderdelen weer goed inbouwen, zodat de dichtingen werken.
Bij vrijlopend luchtwiel met vloer- en plafondrails, de inbusschroeven stevig vastdraaien, afdekkingen in de
desbetreffende boorgaten plaatsen.
48 48