Luchtbehandelingsapparatuur (HVAC) WK-com Serie
05
Opslag, transport en montage
05.19.03 EC-ventilator
Plaats de stuurkabels van het toestel niet direct parallel aan de stroomkabel. Zorg voor een zo groot mogelijke afstand.
Aanbeveling: afstand > 10 cm (gescheiden kabelvoering). Nooit netspanning op de digitale ingangen plaatsen!
Foutstroom-veiligheidsschakelaar
Voor een zo groot mogelijke bedrijfsveiligheid adviseren we bij het gebruik van een foutstroom-veiligheidsschakelaar
een activeringsstroom van 30 mA.
•
Bij 1 ~ ventilatortypen: foutstroom-veiligheidsschakelaar (type A)
Gevaar door elektrische schok
Uitzondering: netaansluiting tussen twee buitengeleiders bij voedingsnet 3 ~ 230 V
Bij gebruik van foutstroom-veiligheidsschakelingen moet erop worden gelet dat deze "gevoelig voor alle
stromen" moeten zijn. Andere foutstroom-veiligheidsschakelaars mogen volgens EN 50 178, art.
5.2. niet worden gebruikt.
•
Bij 3 ~ ventilatortypen: foutstroom-veiligheidsschakelaar (type B)
Gevaar door elektrische schok
Bij gebruik van foutstroom-veiligheidsschakelingen moet erop worden gelet dat deze "gevoelig voor alle
stromen" moeten zijn. Andere foutstroom-veiligheidsschakelaars mogen volgens EN 50 178, art. 5.2. niet
worden gebruikt.
Bijzonderheden bij fabricaat Ziehl-Abegg
•
Stroomvoorziening voor externe toestellen
Alleen bij motormaat "D", "G" (+24 V, GND) mogen uitgangen van meerdere toestellen niet met
elkaar worden verbonden!
•
Gevaar door elektrische schok
Wanneer digitale ingangen van meerdere toestellen samen worden aangestuurd, de uitgangsspanning
10 V van slechts één toestel gebruiken. Het is niet toegelaten de uitgangsspanning van meerdere toestellen met
elkaar te verbinden!
05.19.04 Elektrische warmtewisselaar
Om oververhitting te voorkomen, moeten de apparaten met de minimum hoeveelheid lucht worden gebruikt.
Deze vindt u in de technische documenten c.q. informatie van de opdrachtbevestiging.
Attentie: bij het uitschakelen of een uitval van de ventilator dient de elektrische warmtewisselaar automatisch
uitgeschakeld te worden. Aansluiting van de vermogenstrappen alsook de oververhittingcontrole - zie aparte
gebruiksaanwijzing.
Voor het openen het apparaat uitschakelen! De uitschakelmogelijkheid moet zo zijn uitgevoerd dat de installatie
niet ingeschakeld kan worden, zonder dat de persoon die belast is met de werkzaamheden hiervan op
de hoogte wordt gesteld.
Om een oververhitting van de componenten van het apparaat te voorkomen, mogen de ventilatoren
pas na een nalooptijd van 3 - 5 minuten worden uitgeschakeld.
Bovendien dient men de gebruiks- en onderhoudsinstructies van de fabrikant in acht te nemen!
Bij ATEX-apparaten mogen alleen toegestane bedrijfsmiddelen/componenten worden gebruikt.
Alle elektrische bedrijfsmiddelen/componenten dienen te worden geaard.
05.19.05 Frequentieomvormer
Bij extern ter beschikking gestelde frequentieomvormers moeten deze voor het testen op de maximale frequentie "f max"
ingesteld worden. Het op het typeplaatje aangegeven maximale ventilatortoerental mag niet worden overschreden!
EMC-richtlijnen en vonkstoringsgraad dienen in acht te worden genomen. Voor Netbypass-schakelingen dienen de
overeenkomstige voorschriften van de VDE en EVU voor sterdriehoek-start of directstart in acht genomen te worden.
Bij het meten van de motoraansluiting dient het rendement van de frequentieomvormer in acht genomen te worden!
Volgens richtlijn EWG 82/499 en de EMC-specificaties dienen alle kabels aan uitgangszijde van de frequentieomvormer
inclusief de bedienings- en regelkabels afgeschermd te worden!
De aansluitrichtlijnen van de fabrikant dienen in acht genomen te worden!
De dwarsdoorsnede van de aardkabel moet minstens 10 mm² bedragen, of er moeten twee apart geplaatste en conform
DIN EN 50178 of IEC 61800-5-1 aangesloten aardleidingen worden gebruikt. Neem altijd de nationale en plaatselijke
voorschriften voor de kabeldoorsnede in acht.
Voor vrijlopende ventilatiewielen dient gecontroleerd te worden of een directe aansluiting aan het stroomnet met
betrekking tot de minimum luchthoeveelheden is toegestaan.
Ingebruikname: de gebruiksaanwijzing van de frequentieomvormer dient bij de ingebruikname in acht genomen te
worden. De instelwaarden van de frequentieomvormer dienen gedocumenteerd te worden.
Attentie: het aanraken van elektrische componenten kan ook na het verbreken van de stroom levensgevaarlijk zijn.
Wachttijd minst. 15 minuten.
Bij ATEX-apparaten mogen alleen toegestane bedrijfsmiddelen/componenten worden gebruikt.
Alle elektrische bedrijfsmiddelen/componenten dienen te worden geaard. Dat geldt in het bijzonder voor los
meegeleverde frequentieomvormers. Deze hebben geen bedrijfsmiddelenvergunning conform ATEX 94/9/EG en mogen
hierdoor niet in een potentieel explosieve omgeving/atmosfeer worden gebruikt.
27 27