Inhoudsopgave
Advertenties
Luchtbehandelingsapparatuur (HVAC) WK-com Serie
06
Ingebruikname
Voor de ingebruikname op correcte spanning en vlucht controleren. Benodigde spanning zie tekst op de riem. Na ca.
100 gebruiksuren controle uitvoeren!
De riemaandrijving moet voldoen aan de vereisten van de ATEX-richtlijn.
06.02.02 Toerentalcorrectie V-snaar
06.02.03 Trillingsmeting - debietmeting
Voor de definitieve ingebruikname van de ventilator dient een trillingsmeting uitgevoerd te worden. Ter bewaking van de
nominale luchtstroom raden wij u bij alle ventilatortypen de inbouw van een debietmeter aan.
06.02.04 Werkschakelaar
Attentie: aan iedere ventilator moet een werkschakelaar worden gemonteerd om de aandrijfmotor tijdens
onderhoudswerkzaamheden voor alle polen zonder spanning uit te kunnen schakelen.
Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen alleen door een elektricien worden uitgevoerd.
06.02.05 Motoromkasting
Om de koeling van de motor te waarborgen, moet de benodigde luchtstroom worden ingesteld.
Deze is afhankelijk van de onderdruk van de ventilator en kan zodoende pas ter plaatse in ingebouwde toestand worden
ingesteld.
Aan de buitenste luchtaanzuigopening dient een kort meetkanaal gemonteerd te worden en de luchtsnelheid met
een luchtsnelheidsmeter te worden vastgesteld. De zodoende berekende luchthoeveelheid moet boven de in de
technische specificatie aangegeven luchthoeveelheid liggen. De op deze manier berekende luchthoeveelheid moet
overeenstemmen met de technische gegevens van de motorfabrikant.
Correcties kunnen door het verschuiven van de aanzuigspleet-verschuiver bij de aanzuigopening aan de motoras worden
uitgevoerd.
06.03 Roterende warmtewisselaar
Attentie: neem de algemene veiligheidsvoorschriften van pagina 7 in acht!
Attentie: indien tijdens onderhoudswerken de installatie niet op alle polen spanningsloos is geschakeld, kan de
aandrijfmotor plots beginnen te draaien, bijv. door de automatische reiniging. Hierdoor kunnen ledematen worden
afgekneld.
Voordat u de rotor in gebruik neemt, moeten alle vreemde voorwerpen en verontreinigingen worden verwijderd en
moet u ervoor zorgen dat er geen voorwerpen de draaibeweging van de rotor blokkeren.
De afdichtingstrips moeten zo dicht mogelijk tegen de opslagmassa worden geschoven.
Een schurende beweging moet worden vermeden, ongeacht de bedrijfstoestand.
Rekken van vlakke riemen
Als het rek-meetapparaat/geen reksjabloon beschikbaar is, dient u als volgt te werk te gaan:
•
Aan de bovenkant van de glad geplaatste riem twee dunne markeringen aanbrengen.
•
Riem rekken, totdat de gemarkeerde afstand de gewenste waarde heeft bereikt.
•
Aandrijving meerdere keren doordraaien en opnieuw meten.
Voorbeeld:
Markeringen bij een benodigde riemrek van 2%.
(voor informatie zie riemopschrift of bijsluiter van de accessoires)
ongerekt
1000 mm
500 mm
250 mm
Deze kan deels met verstelbare snaarschijven worden uitgevoerd.
Na het verwijderen van de V-snaar kan door het losdraaien van de inbusschroeven de motor
(ventilator) van de tegenovergestelde schijfhelft op de asnaaf door te draaien worden versteld.
In het geval van een groter stroomverbruik moet het toerental gereduceerd worden.
Door het draaien van de schijfhelft tegen de wijzers van de klok in verwijdert deze zich van
de andere schijfhelft, waardoor een kleinere omwentelcyclus van de V-snaar ontstaat (lager
toerental).
Erop letten dat de inbusschroeven weer op een afvlakking van de asnaaf terecht komen, om een
beschadiging van de as te voorkomen. Na het verstellen de inbusschroef weer vastdraaien en de
V-snaar terug plaatsen.
38 38
gerekt
1020 mm
510 mm
255 mm
Advertenties
Inhoudsopgave
