Luchtbehandelingsapparatuur (HVAC) WK-com Serie
06
Ingebruikname
Hydrauliek - Aansluiting van de verwarmings- en koelmediums
Tijdens het vullen en ontluchten van de installatie bestaat letselgevaar door
•
Vrijkomende drukstraal.
•
Brandwonden met hete verwarmingsmediums.
•
Chemische brandwonden bij huidcontact met antivriesmiddelen bij koelmedium.
De maximaal toegestane drukken van de volgende componenten dienen in acht genomen te worden.
•
Verwarmer, koeler – 16 bar bij 20 °C
•
Buizenstelsel van de WTW-KVS, (Warmteterugwinning via een TwinCoilsysteem)
1,7 bar statische druk, aanspreekdruk van de veiligheidsklep 2,5 bar
•
Buizenstelsel van de WTW H-KVS (Warmteterugwinning via een Hoog Rendement TwinCoilsysteem) 5 bar
statische druk, aanspreekdruk van de veiligheidsklep 8 bar
Controleren van de vorstbeschermingstemperatuur bij WTW-KVS-systeem. Het antivriesmiddel moet op de plaatselijk
afhankelijke laagste buitenluchttemperatuur worden ingesteld. Producentinformatie c.q. veiligheidsdatablad in acht nemen.
Bij ATEX-apparaten mogen alleen toegestane bedrijfsmiddelen/componenten worden gebruikt.
Alle elektrische bedrijfsmiddelen/componenten dienen te worden geaard. Men dient ervoor te zorgen dat door de
hoogste temperatuur van de warmtewisselaar niet de ontstekingstemperatuur van het potentieel ontvlambare mengsel
wordt bereikt.
Controleren voor het vullen van de installatie
Voor het vullen van de hydraulische regelgroep dienen de volgende parameters gecontroleerd te worden.
•
Correcte inbouw van alle onderdelen.
•
Ventilatieventiel op het hoogste punt van de buizen ingebouwd.
•
Doorstroomrichting van ventielen, pompen, etc.
•
Inbouwpositie van de ventielen, etc.
•
Aansluiting van verwarmer, koeler in tegenstroomprincipe – omdat anders aanzienlijk verlies van de
prestaties ontstaat.
•
Stevige montage van alle verbindingen (schroefverbindingen, flenzen, etc.).
•
Soepele loop van de ventielen, schuif, servomotoren.
•
Hydraulische leidingen moeten worden gespoeld en gereinigd
Vullen en ontluchten
Hydraulische regelgroep langzaam vullen – zorgvuldig ontluchten. Tijdens het vullen dient het ontluchtingsventiel
geopend te zijn. Tijdens het vulproces alle verbindingsplekken op lekkages controleren, indien nodig, verhelpen.
Na het bereiken van de mediumzijdige installatiedruk dient het ontluchtingsventiel gesloten te worden.
Let op:
Let op bij het openen van ontluchtingsinstallatie WTW systeem dat de installatie uitgeschakeld is via de
hoofdschakelaar. Vloeistoffen zoals water-glycolmengsel (-20°C tot 40°C) staan onder 5,0 Bar druk en kunnen
daardoor abrupt ontsnappen. Persoonlijke beschermingmiddelen moeten gebruikt worden zoals veiligheidsbril en
handschoenen en voorschriften fabrikant opvolgen.
Controleren na het vulproces
Circulatiepomp inschakelen, draairichting controleren, indien nodig de draairichting elektrisch veranderen.
Circulatiepomp laten lopen om de resterende lucht uit de regelgroep te verwijderen. Installatiedruk controleren, indien
nodig vullen en nogmaals ontluchten.
Controleren bij verwarmingsmedium stoom
In de warmtewisselaar voor stoom mogen geen condensatie en stoombellen optreden. In geval van condensatie
in de warmtewisselaar dient een condensatieleiding in de stoomtoevoerleiding gemonteerd te worden, omdat de
warmtewisselaar anders door de damp kapot kan gaan. Zorg voor een feilloze afvoer van het condensaat uit de
warmtewisselaar, de montage-instructies van fabrikant van de condensatieafleider in acht nemen.
Eerste keer proefdraaien
Let op! In het geval van foutieve instellingen, defecte componenten of verkeerde elektrische aansluitingen kunnen
bij de ingebruikname onverwachte en gevaarlijke situaties in de installatie optreden. Verwijder alle personen en
voorwerpen uit de gevarenzone. Dit geldt ook voor eventuele montageresten en vreemde voorwerpen in het aansluit-
en ventilatordeel. De ingebruikname mag pas plaatsvinden wanneer alle veiligheidsinstructies zijn gecontroleerd en
de situatie weer veilig is.
•
Zijn alle jaloeziekleppen geopend? In geval van gesloten jaloeziekleppen kunnen beschadigingen aan de
behuizing van het apparaat ontstaan!
•
Hoofdschakelaar inschakelen.
•
Is de frequentieomvormer op de maximale frequentie "f max" ingesteld? Het op het typeplaatje aangegeven
maximale toerental mag niet worden overschreden! Installatie in het frequentiebereik brengen, resonantie
bereiken wegdraaien!
35 35