Inhoudsopgave
Advertenties
Luchtbehandelingsapparatuur (HVAC) WK-com Serie
07
Onderhoud
07.11 Warmterecuperatie - roterende warmtewisselaar
Attentie: het reinigingsmiddel mag niet in contact komen met de wisselaar zelf. Bij gebruik van hogedrukreinigers (veiligheidsafstand
van minstens 300 mm aanhouden) of perslucht moet u ervoor zorgen dat het wisselaarsysteem niet beschadigd raakt. De luchtdruk- of
waterstraal mag alleen in een rechte hoek op het warmtewisselaaroppervlak worden gericht.
•
Rotor-warmteterugwinningssystemen moeten worden gecontroleerd op een hygiënisch perfecte staat, vreemde voorwerpen,
verontreinigingen, beschadigingen en corrosie.
•
Afdichtingstrips moeten worden gecontroleerd op verontreinigingen, vreemde voorwerpen en of ze nog stevig vastzitten. Indien
nodig vervangen.
•
Controleer aandrijfriemen op slijtage en spanning, indien nodig vervangen.
•
Controleer de rotor op onbalans of zijwaartse slagbewegingen.
•
Controleer de lagers op oververhitting, trillingen of loopgeruis, indien nodig vervangen
(uiterlijk na het verstrijken van de theoretische levensduur)
•
Controleer de waterafvoer en de sifon op hun werking, indien nodig reinigen.
•
Controleer het watervat aan de sifon, indien nodig bijvullen.
•
Controleer of de rotor correct draait, indien nodig sensor uitlijnen.
•
Reinig de opslagmassa met perslucht of een hogedrukreiniger (alleen met water zonder additieven).
•
Afvalwater moet zorgvuldig worden afgevoerd.
Onderhoudsinterval
Het onderhoudsinterval bedraagt 3 maanden, bij ATEX-toestellen 1 maand (of zelfs korter).
Buitenbedrijfstelling
Bij langdurige stilstand (bijv. in de zomer) moet de rotor regelmatig worden geactiveerd voor zijn zelfreinigende werking.
Bovendien moeten de afzonderlijke bedienings- en onderhoudsinstructies voor de ingebouwde of meegeleverde
onderdelen in acht worden genomen!
07.12 Luchtbevochtiger/luchtwasser
Na het bereiken van de watergrenswaarden volgens VDI 3803, bijlage A4, tabel A1, alsook na iedere
verontreinigingsgraad van het water moeten de watertank alsook de inbouwcomponenten worden gereinigd!
Tijdens het vullen en leeg laten lopen van de tank mag de installatie niet in gebruik zijn!
•
Watertank leegmaken en reinigen. Principieel geen schuimvormende reinigingsmiddelen gebruiken.
•
Kalkresten kunnen met kalkverwijderaar of sterk verdund zuur worden verwijderd.
•
Bevochtigingsmondstukken reinigen, zodat te allen tijde het feilloze versproeien en een hiermee verbonden
optimale bevochtigingsprestatie gewaarborgd wordt.
Aan de druppelvangerprofielen afzettingen verwijderen, omdat deze de afvangprestatie beïnvloeden.
Stoombevochtiger
•
Schroefverbindingen op lekkages controleren
•
Filter reinigen
•
Functiecontrole van de regelklep
•
Toestand van de bevochtigingsbaan en damplans controleren
•
Controleren of er sprake is van een condensaatneerslag
•
Heeft het water voor het genereren van de damp drinkwaterkwaliteit?
Neem de gebruiksaanwijzing en onderhoudsinstructies van de fabrikant van de bevochtiger in acht!
Het aan de bevochtiger toegevoerde water moet voldoen aan de microbiologische eisen van het drinkwaterbesluit.
Het terugleiden in het drinkwaternetwerk moet worden uitgesloten. De bevochtiger moet automatisch worden
uitgeschakeld, zodra de HVAC-installatie wordt uitgeschakeld of uitvalt. Het terugleiden in het drinkwaternetwerk moet
worden voorkomen. De ventilator (c.q. de HVAC-installatie) moet zo lang nalopen, totdat alle oppervlakken van de
luchtbevochtiger droog zijn.
47 47
Advertenties
Inhoudsopgave
