Luchtbehandelingsapparatuur (HVAC) WK-com Serie
05
Opslag, transport en montage
05.14 Waterzijdige afvoeraansluitingen
(condensaat-, afvoer-, overloopleidingen, sifon)
Alle processen van het apparaat (condensaatsteunen bij de koeler, dampbevochtiger, oppervlaktebevochtiger,
warmteterugwinning - alsook overloop van de wasser) moeten met een sifon met terugslagklep en zelfstandige vulling worden
aangesloten. De sifon dient zo gedimensioneerd te zijn dat het water (condensaat) zonder problemen uit de verzamelbak weg
kan stromen.
Belangrijk! De sifon moet de scheiding tussen de riolering en de luchtstroming in het apparaat waarborgen!
Voor de ingebruikname en na langere stilstand de sifon met water vullen! Apparaat mag vanuit de sifon gezien niet naar
achteren hangen. Apparaat absoluut horizontaal monteren!
Alle watervoerende delen moeten gemaakt zijn van corrosiebestendig materiaal (bevochtigingscategorie A tot E
volgens DIN EN 13053). Ingebouwde componenten, zoals de druppelvanger, nozzles en buizen, kunnen gedemonteerd
worden (bevochtigingcategorie A tot E volgens DIN EN 13053).
Sifon berekening
Overdruk in het apparaat
H
=
D
Pa
=
H
=
1
05.15 Vorstbescherming
Vorstbescherming voor warmtewisselaars
•
Vorstbeschermingsthermostaat aan de luchtuitlaatzijde van de voorverwarmer.
•
Werking met antivriesmiddelen.
•
Thermostaatgestuurd, elektr. verwarmingsapparaat.
Bij uitgeschakelde verwarmingsinstallatie: alle met water gevulde delen leegmaken (warmtewisselaar voorzichtig met
perslucht uitblazen). Sifon eveneens tegen bevriezing beschermen.
Voer de elektrische beveiliging en beschermingsmaatregelen uit op locatie. Daarbij is het gebruik van een 30 mA
Fi-veiligheidsschakelaar verplicht.
Pa
[mm]
10
Overdruk in het apparaat (Pascal)
H
+ 50
D
22 22
Onderdruk in het apparaat
H
=
Pa
[mm]
S
10
Pa
=
Onderdruk in het apparaat (Pascal)
H
=
H
+ 50
2
S