1. Naam
De positie <Name> van de keuzelijst kiezen.
Het venster voor alfanumerieke invoer verschijnt.
De naam van de pipet invoeren en met de toets
2. Code
De positie <Code> van de keuzelijst kiezen.
Het venster voor alfanumerieke invoer verschijnt.
De code invoeren en met de toets
3. Model
De positie <Model> van de keuzelijst kiezen.
Het venster voor alfanumerieke invoer verschijnt.
Het model invoeren en met de toets
4. Pipetfittings
De positie <Pipetfitting> van de keuzelijst kiezen.
Het venster voor alfanumerieke invoer verschijnt.
De naam van de fitting invoeren en met de toets
5. Type volumen
De positie <Type volumen> van de keuzelijst kiezen,
6. Het nominale volumen
De positie <Het nominale volumen> van de keuzelijst kiezen.
Het venster voor alfanumerieke invoer verschijnt.
Het nominale vermogen van de gemeten pipet invoeren en met de
toets
7. Het minimale volumen
De positie <Het minimale volumen> van de keuzelijst kiezen.
Het venster voor alfanumerieke invoer verschijnt.
Bij pipetten met variabel vermogen het minimale vermogen invoeren
en met de toets
waarde "0" invoeren.
8. Het aantal kanalen
De positie <Het aantal kanalen> van de keuzelijst kiezen.
Het venster voor alfanumerieke invoer verschijnt.
Het aantal kanalen van de gemeten pipet invoeren en met de toets
Bij pipetten met een kanaal dient de waarde "1" te worden ingevoerd.
200
keuzemogelijkheid: constant of variabel.
bevestigen.
bevestigen. Bij pipetten met constant volumen de
bevestigen.
bevestigen.
bevestigen.
bevestigen.
bevestigen.
AET/PET/ILT-BA-nl-1631