2. <Automatisch de voettekst printen>
Modus
Geen
Het automatische printen niet actief
Het totaal van de metingen
De voettekst wordt automatisch geprint nadat de ingestelde
drempelwaarde [g] wordt overschreden.
Het aantal metingen
De voettekst wordt automatisch geprint nadat de ingestelde
drempelwaarde [het aantal metingen] wordt overschreden.
De drempel
Het is mogelijk om te printen nadat de ingevoerde drempelwaarde
wordt overschreden.
Nadat de optie <Het totaal van de metingen> wordt gekozen, wordt
de drempelwaarde in de weegeenheid [g] gedefinieerd.
Nadat de optie <Het aantal metingen> wordt gekozen, wordt de
drempelwaarde dimensieloos gedefinieerd [Het aantal metingen].
3. <De gegevens handmatig/automatisch printen>
Met deze functie is het mogelijk te bepalen of de gegevens handmatig of
automatisch dienen te worden geprint.
De toets
Nooit
Printen/
Nadat de toets PRINT wordt gedrukt worden de gegevens niet
Bevestigen
geprint.
Eerste stabiel
Nadat de toets PRINT wordt gedrukt, wordt de eerste stabiele
weegwaarde geprint. De nieuwe print wordt pas gerealiseerd nadat
de nulaanduiding verschijnt en de weegschaal stabiel wordt.
Elke stabiel
Uitdraai van de stabiele weegwaarden nadat de toets PRINT wordt
gedrukt
Elke
De print wordt gerealiseerd direct nadat de toets PRINT wordt
gedrukt onafhankelijk daarvan of de weegwaarde stabiel is.
106
De positie <Automatic footer printout> kiezen.
De volgende instellingen verschijnen die door de
keuze van de juiste naam kunnen worden
overgenomen.
De positie <Printout/Enter mode> kiezen.
De volgende instellingen verschijnen die door de
keuze van de juiste naam kunnen worden
overgenomen.
AET/PET/ILT-BA-nl-1631