KERN ALT_B-PLT_A-PLT_F Versie 3.3 08/2013 Gebruiksaanwijzing Elektronische analyse- en precisieweegschalen Inhoudsopgave Technische gegevens ....................4 Overzicht van de apparatuur................... 9 Voorkant ............................. 9 2.1.1 Achter- en onderkant van de weegschaal ................11 Toetsenbordoverzicht ....................... 12 2.2.1 Navigatietoetsen/ de numerieke invoer ..................13 Overzicht van de aanduidingen ....................
Pagina 3
10.5 Wegen met tarra ........................33 10.5.1 Het tarragewicht door wegen bepalen .................. 33 10.6 Wegen onder de vloer ......................34 Instellingsmenu (Setup) ..................35 11.1 Weegeenheden ........................40 11.2 Interface RS 232 ........................41 11.3 Transmissiesnelheid ......................... 42 11.4 Functie Auto Zero ........................43 11.5 Filter ............................
2.1.1 Achter- en onderkant van de weegschaal 1. Weegschaalplateau 2. Interface RS232C 3. Schroefvoeten 4. Contact van de netadapter 5. Schroeven van de behuizing (bij modellen met 4 voeten eerst de beide achtervoetjes losdraaien) 6. Weeginrichting onder de vloer (deksel afnemen) ALT_B-PLT_A-PLT_F-BA-nl-1333...
2.2 Toetsenbordoverzicht Toets Bepaling Omschrijving Het hoofdmenu opvragen Keuze van de menupunten De toets MENU Instellingsmenu opvragen (Setup) De toets drukken, Instellingsmenu verlaten (Setup) totdat het akoestische signaal eindigt Aan-/uitzetten De toets ON/OFF Het hoofdmenu verlaten Justeren Toets CAL Keuze van de menupunten Weeggegevens door interface doorgeven Toets PRINT De instellingen bevestigen/ opslaan...
2.2.1 Navigatietoetsen/ de numerieke invoer Toets Bepaling Functie De waarde van het cijfer vergroten In het menu naar voren scrollen Navigatietoets De decimaal instellen Vermindering van de cijferwaarde In het menu naar achteren scrollen Navigatietoets Schrijfwijze veranderen grote/kleine letters De toets MENU drukken totdat het akoestische signaal verdwijnt.
2.3 Overzicht van de aanduidingen Bereikaanduiding Stabilisatieaanduiding Nulaanduiding Numerieke aanduiding/menu Eenheid Actuele tijd Actuele datum Aanduiding Omschrijving Zie hoofdstuk hoofdstuk 10.3 Stabilisatieaanduiding hoofdstuk 10.2 Nulaanduiding De weegschaal staat in de modus percentagebepaling. hoofdstuk 12.5 De weegschaal staat in de optelmodus. hoofdstuk 12.1 De boven grenswaarde hoofdstuk 12.4...
Pagina 15
Gebruikersinterface Na het kiezen van het gebruiksprogramma wordt de operateur stap voor stap geleid. Het bestaat de mogelijkheid de talen te kiezen (D, GB, F, IT, ESP, P; zie hoofdstuk. Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden.). Aanduidingvoorbeeld “Optellen” Actief gebruiksprogramma Actuele datum Actuele tijd Uitgevoerd bedieningsoperatie...
Basisopmerkingen 3.1 Gebruik volgens bestemming De door u aangekochte weegschaal dient ter bepaling van het gewicht (de weegwaarde) van het gewogen materiaal. Hij dient te worden beschouwd als een “niet-zelfstandige weegschaal” d.w.z. de gewogen voorwerpen dienen met de hand voorzichtig te worden geplaatst in het midden van het weegschaalplateau. De weegwaarde kan na bereiken van een stabiele aanduidingwaarde worden afgelezen.
Veiligheid grondrichtlijnen 4.1 Richtlijnen van de gebruiksaanwijzing nakomen Vóór het plaatsen en aanzetten van de weegschaal dient men onderhavige gebruiksaanwijzing nauwkeurig te lezen, ook indien u al ervaring met KERN weegschalen hebt. Alle taalversies worden bezorgd door de vrijblijvende vertaling. Bindend is alleen het originele document in het Duits.
Uitpakken, installeren en aanzetten 6.1 Plaats van installatie, gebruikslocatie De weegschalen zijn op dergelijke manier geconstrueerd dat er in normale gebruiksomstandigheden geloofwaardige weegresultaten worden bereikt. De keuze van juiste locatie van de weegschaal verzekert een precieze en snelle werking. Op de plaats van installatie dient men volgende regels op te volgen: De weegschaal op stabiele, effen oppervlakte plaatsen.
6.2 Uitpakken, leveringsomvang Het toestel en het accessoir uit de verpakking afnemen, de verpakking verwijderen en op de daarvoor voorziene werkplaats plaatsen. Controleren of alle elementen die bij de leveringsomvang horen aanwezig en niet beschadigd zijn. Leveringsomvang / serietoebehoren: Weegschaal, zie hoofdstuk 2 Netadapter Bedrijfsdeksel Gebruiksaanwijzing...
Pagina 21
Het weegschaalplateau installeren zoals op de tekening getoond. Modellen ALT Modellen PLT, d = 1 mg Modellen PLT, d = 10 mg ALT_B-PLT_A-PLT_F-BA-nl-1333...
De weegschaal waterpas zetten De weegschaal waterpas zetten met schroefvoeten, de luchtbel in de libel (waterpas) moet zich in het aangetekende bereik bevinden. Men dient regelmatig te controleren of het waterpas is. 6.4 De voeding aan- en uitzetten Voordat men de netadapter aansluit dient men te controleren of de geprinte spanningswaarde met de locale spanning correspondeert.
Justeren (alle modellen behalve PLT-M) Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de plaats van installatie).
Pagina 24
Justeermodus instellen: In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. Instellingsmenu (S etup) verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt „Calibration mode” (Justeermodus) kiezen. Bevestigen door het drukken van de toets PRINT, de actuele instelling verschijnt. ...
7.1 Justeren met intern gewicht nadat de toets “CAL” wordt gedrukt. Voorwaarde: Menuinstelling „Internal calibration” (Intern justeren), zie hoofdstuk 7. In de weegmodus de toets CAL drukken, het justeren wordt automatisch uitgevoerd. Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch terug in de weegmodus gezet.
7.3 Justeren met extern kalibratiegewicht Voorwaarde: Menuinstelling „External calibration” (Extern justeren), zie hoofdstuk 7. Bij modellen met een intern kalibratiegewicht is het niet aanbevolen om met een extern gewicht te justeren. Informatie over controlegewichten kan in internet worden gevonden onder: http://www.kern-sohn.com. ...
7.4 Overschrijven van het interne kalibratiegewicht Overschrijven mag uitsluitend worden uitgevoerd door een vakkundige met een grondige kennis van het omgaan met de weegschalen. Informatie over controlegewichten kan in internet worden gevonden onder: http://www.kern-sohn.com. De menupunt„Technical calib” opvragen. (Technisch justeren), zie hoofdstuk 7. ...
Justeren van modellen PLT-M Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de plaats van installatie).
8.1 Automatisch justeren met intern gewicht Automatisch justeren met intern gewicht wordt automatisch gestart: indien de weegschaal van het netwerk werd gescheiden, nadat de toets ON/OFF in de stand-by modus wordt gedrukt, na een temperatuurwijziging van 1,5°C, bij onbelast weegschaalplateau / nulaanduiding, na verstrijken van 20 min, bij onbelast weegschaalplateau / nulaanduiding, De functie automatisch justeren is altijd actief.
IJking Algemene informatie: Conform de Richtlijn 90/384/EEG moeten de weegschalen officieel worden geijkt indien ze als volgt worden gebruikt (door de wet bepaalde omvang): a) bij verkoop, indien de productprijs door wegen wordt bepaald; b) bij vervaardiging van medicijnen in apotheken als ook bij analyses in medische en farmaceutische laboratoria;...
10 Basismodus 10.1 Weegschaal aan- en uitzetten Aanzetten: In de stand-by modus (zie hoofdstuk 6.4) de toets ON/OFF drukken. De weegschaal is paraat direct nadat de gewichtsaanduiding verschijnt. Uitzetten: De toets ON/OFF drukken. De weegschaal wordt naar de stand-by modus omgeschakeld, d.w.z. de weegschaal is paraat.
10.3 Vereenvoudigd wegen Om nauwkeurige resultaten te krijgen dient aan de weegschaal een juiste werkingstemperatuur te worden verzekerd (zie “Opwarmingstijd”, hoofdstuk Op de nulaanduiding wachten, zo nodig met de toets TARE op nul zetten. Het gewogen materiaal opleggen. ...
10.5 Wegen met tarra 10.5.1 Het tarragewicht door wegen bepalen Het eigen gewicht van de container gebruikt voor weging kan worden getarreerd door de toets te drukken, waardoor bij volgende weegprocessen het nettogewicht van het gewogen materiaal verschijnt. De weegschaalcontainer op het weegschaalplateau stellen. ...
10.6 Wegen onder de vloer Wegen onder de vloer maakt het mogelijk om de voorwerpen te wegen die vanwege hun grootte of vorm niet op de schaal kunnen worden gesteld. Men dient als volgt te handelen: De weegschaal uitzetten. De dop (1) in de onderbouw van de weegschaal afnemen. De haak voor wegen onder de vloer voorzichtig en geheel ophangen.
11 Instellingsmenu (Setup) Door instellingsmenu (Setup) is het mogelijk om de weegschaalinstellingen te wijzigen. Daardoor is het mogelijk om de weegschaal aan individuele eisen aan te passen. Navigatie in het menu: Ingang tot het In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt.
Pagina 36
Menuoverzicht (alle modellen behalve PLT-M) Menupunt Keuze Omschrijving Weight units (Weegeenheden) gram (zie hoofdstuk 9.1) karaat pond pennyweight Troy ounce grain tl 1 tael (Hongkong) tl 2 tael (Singapore) tl 3 tael (Taiwan) momme Serial output (Seriële uitgang) Continuous Continu invoer (zie hoofdstuk 9.2) Invoer van een stabiele weegwaarde nadat On demand...
Pagina 37
Contrast adjustment (Contrastafstelling) (zie 1-15 Het contrast van de aanduiding instellen hoofdstuk 9.7) Backlight (Verlichte Verlichte achtergrond aan achtergrond) (zie Verlichte achtergrond uit hoofdstuk 9.8) De verlichte achtergrond wordt automatisch uitgeschakeld 3 seconden nadat de stabiele weegwaarde wordt bereikt. Nadat het gewicht Auto wordt gewijzigd of een toets wordt gedrukt, wordt de verlichte achtergrond opnieuw...
Pagina 38
Menuoverzicht voor modellen PLT-M: Menüpunkt Auswahl Beschreibung Einheiten (Eenheden) gram (zie hoofdstuk 11.1) karaat RS 232 Fortlaufend Ononderbroken afdrukken (zie hoofdstuk 11.2) Uitdraai van een stabiele weegwaarde Toets PRINT nadat de toets PRINT wordt gedrukt Niet gedocumenteerd Niet gedocumenteerd Uitdraai conform GLP (Goede Toets PRINT + GLP Laboratoriumpraktijken) nadat de toets PRINT wordt gedrukt...
Pagina 39
Kontrast der Anzeige (Contrast van de aanduiding) 1-15 Contrastkeuze (zie hoofdstuk 11.7) Hintergrundbeleuchtung der Verlichte achtergrond aan Anzeige (Verlichte achtergrond Verlichte achtergrond uit van de aanduiding) (zie De verlichte achtergrond wordt automatisch hoofdstuk 11.8) uitgeschakeld 3 seconden nadat de stabiele weegwaarde wordt bereikt.
11.1 Weegeenheden Afhankelijk van de eisen kan de weegschaal naar verschillende eenheden worden omgeschakeld. De gekozen weegeenheid blijft ook gememoriseerd nadat de weegschaal van het netwerk wordt gescheiden. In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt.
11.2 Interface RS 232 In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. Instellingsmenu (Setup) verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt „Serial output” kiezen (Seriële uitgang). Bevestigen door het drukken van de toets PRINT, de actuele instelling verschijnt. ...
11.3 Transmissiesnelheid In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. Instellingsmenu (Setup) verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt „Baud rate” kiezen (Transmissiesnelheid). Bevestigen door het drukken van de toets PRINT, de actuele instelling verschijnt. ...
11.4 Functie Auto Zero Door deze menupunt is het mogelijk om de automatische correctie van het nulpunt aan of uit te zetten. Indien het apparaat aan is, worden de drijf en storing van het nulpunt automatisch gecorrigeerd. Opmerking: Indien de hoeveelheid gewogen materiaal enigszins verminderd of vergroot wordt, kan het in de weegschaal geplaatste “compensatie en stabilisatie”...
11.5 Filter Door deze menupunt is het mogelijk om de weegschaal aan bepaalde omgevingsomstandigheden en metingsdoeleinden aan te passen. In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. Instellingsmenu (Setup) verschijnt. ...
11.6 Stabiliteit In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. Instellingsmenu (Setup) verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt „Stability” (Stabiliteit) kiezen. Bevestigen door het drukken van de toets PRINT, de actuele instelling verschijnt. ...
11.7 Het contrast van de aanduiding instellen Bij de instelling van het contrast van de aanduiding kan vanuit 15 waarden worden gekozen. In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. Instellingsmenu (Setup) verschijnt. ...
11.8 Verlichte achtergrond In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. Instellingsmenu (Setup) verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt „Backlight” kiezen (Verlichte achtergrond). Bevestigen door het drukken van de toets PRINT, de actuele instelling verschijnt. ...
11.9 Functie van automatisch uitschakelen “AUTO OFF” In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. Instellingsmenu (Setup) verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt „Timer off” kiezen (Uitschakelklok). ...
11.10 Tijd en datum instellen In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. Instellingsmenu (Setup) verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt „Time and date” kiezen (Tijd en datum). ...
11.11 Interfacetaal van de gebruiker In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. Instellingsmenu (Setup) verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt „Language” (Taal) kiezen. Bevestigen door het drukken van de toets PRINT, de actuele instelling verschijnt. ...
11.12 Justeermodus In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. Instellingsmenu (Setup) verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt „Calibration mode” (Justeermodus) kiezen. Bevestigen door het drukken van de toets PRINT, de actuele instelling verschijnt. ...
11.13 Justeerprotocol Door deze functie is het mogelijk het justeerprotocol te printen. Controleren dat de communicatieparameters van de weegschaal en van de printer met elkaar overeenstemmen. De communicatieparameters, zie hoofdstuk 9.2 en 9.3 In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt.
12 Hoofdmenu Navigatie in het menu: In de weegmodus de toets MENU drukken. Het hoofdmenu Ingang tot het verschijnt. menu Keuze van de Door navigatietoetsen is het mogelijk om volgende, menupunten afzonderlijke menupunten te kiezen. Cursos (►) toont de actuele instelling.
12.1 Optellen Voordat samentellen met de weegschaal mogelijk is, dient men het gemiddelde gewicht van een stuk, zogenoemde referentiewaarde, te bepalen. Daarvoor dient men bepaalde aantal getelde elementen op te leggen. Bepaling van totaalgewicht volgt dat door het aantal elementen, zogenoemd aantal referentiestuks, wordt gedeeld.
Pagina 55
Indien nodig de weegschaalcontainer opleggen, het ingestelde aantal referentiestuks bevestigen door het drukken op PRINT. Zo veel te tellen elementen opleggen als vereist in overeenstemming met het ingestelde aantal referentiestuks. Met de toets PRINT bevestigen wachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt.
Pagina 56
Indien het niet mogelijk is om de referentiewaarde te bepalen omdat het gewogen materiaal niet stabiel is of het referentiegewicht te klein is, verschijnt tijdens de bepaling van de referentiewaarde de volgende aanduiding: De waarde van het beneden getelde gewicht ...
Pagina 57
Optellen doorvoeren Nadat de referentiewaarde wordt bepaald, de op te tellen elementen opleggen. Het verschijnen: het actueel opgelegde gewicht “W”, referentiegewicht “AUW” en aantal stuks “PCS”. Nadat een optionele printer wordt aangesloten, kan de weegwaarde worden uitgeprint. Voorbeeld van een afdruk (KERN YKB-01N): 27-08-11 10:41:17 Actuele dag/ tijd Bepaald aantal stuks...
12.1.2 Numerieke invoer van het referentiegewicht Indien aantal stuks (referentiewaarde) is bekend, kan direct worden ingevoerd. Bij deze methode hoeft niet het gewicht de referentiewaarde te bepalen, nadat het gemiddelde stukgewicht wordt bevestigd, wordt de weegschaal dan direct in de optelmodus omgeschakeld.
12.1.3 Automatische optimalisering van de referentiewaarde Om de precisie van het optellen te verbeteren kan de referentiewaarde worden geoptimaliseerd door volgende elementen op te leggen. Bij elke optimalisering van de referentiewaarde wordt het referentiegewicht opnieuw berekend. Omdat de extra elementen de basis voor de berekeningen vergroten, wordt de referentiewaarde ook preciezer.
12.2 Dichtheidsbepaling (hydrostatische weging) De dichtheid is de verhouding van het gewicht [ g ] ten opzichte van het volumen ]. Het gewicht wordt verkregen door het wegen van een monster in de lucht. Het volumen wordt bepaald op grond van de opwaartse kracht [g] van een monster gedompeld in een vloeistof.
Pagina 61
Het monster met ophanginrichting op de weeghaak onder de vloer ophangen. Wachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt, de gewichtswaarde overnemen en vervolgens de toets PRINT drukken. Het verschijnt de bepaling van monstergewicht in het water „Weight in water”. ...
Pagina 62
Nadat een optionele printer wordt aangesloten, kan de bepaalde waarde door het drukken van de toets PRINT worden gedrukt. Voorbeeld van een afdruk (KERN YKB-01N): 07-09-11 11:14:57 d: 8.0700 g/cm Ingeval van fouten tijdens dichtheidsbepaling verschijnt de melding “d-----”. 1.
Pagina 63
Tabel van de waterdichtheid * Het sterretje betekent dat het cijfer links van de komma met 1 werd verminderd. Tabel van het boek: M. Kochsiek, M. Gläser “Massebestimmung” (Gewichtsbepaling). ALT_B-PLT_A-PLT_F-BA-nl-1333...
12.2.2 Dichtheidsbepaling van vloeistoffen Ingeval van de dichtheidsbepaling van vloeistoffen wordt een zinklood met bekend volumen (optioneel toegankelijk) toegepast. Het zinklood wordt eerst in de lucht gewogen en vervolgens in de vloeistof waarvan de dichtheid bepaald dient te worden. Uit het verschil van de gewichten vloeit de opwaartse kracht voort die door het programma naar de dichtheid wordt omgerekend.
Pagina 65
Het zinklood met ophanginrichting op de weeghaak onder de vloer ophangen. Wachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt, de gewichtswaarde overnemen en vervolgens de toets PRINT drukken. De aanduiding voor de bepaling van het gewicht van een zinklood in de meetvloeistof „Weight in water” verschijnt.
Pagina 66
Ingeval van fouten tijdens dichtheidsbepaling verschijnt de melding “d-----”. Nadat een optionele printer wordt aangesloten, kan de bepaalde waarde door het drukken van de toets PRINT worden gedrukt. Voorbeeld van een afdruk (KERN YKB-01N): 07-09-11 11:14:57 d: 0.9984 cm 3.
12.3 Receptmodus (enkel modellen PLT) De receptfunctie maakt mogelijk het wegen van ingrediënten die in een bepaalde betrekking ten opzichte van zichzelf blijven. Om het te kunnen controleren kan het gewicht van alle ingrediënten, als ook het totale gewicht (TOT) worden geprint. Tijdens bedrijf van de weegschaal wordt een apart geheugen per gewicht van weegschaalcontainer en recept ingrediënten gebruikt.
Pagina 68
Het volgende ingrediënt (bv. 5 g) wegen. Met de toets PRINT bevestigen. De gewichtswaarde wordt aan het somgeheugen opgeslagen en na aansluiten van een optionele printer, geprint. Op voormelde wijze de volgende ingrediënten, indien nodig, wegen (max. 99). Beëindigen van het proces van het volgens recept opstellen ...
12.3.2 Volgens recept opstellen met gebruik van receptdatabank. 12.3.2.1 Recept memoriseren De weegschaal is voorzien van receptdatabank, waar maximaal 99 recepten worden bewaard, telkens bestaande uit max. 20 ingrediënten. De keuze van receptmodus In de weegmodus de toets MENU drukken. Het hoofdmenu verschijnt. ...
Pagina 70
5. Met de toets PRINT bevestigen. De aanduiding voor het invoeren van de hoeveelheid verschijnt. 6. Met de navigatietoetsen (zie hoofdstuk 2.2.1) de hoeveelheid invoeren. 7. Met de toets PRINT bevestigen. De aanduiding voor invoer van een negatieve tolerantie verschijnt. 8.
Pagina 71
13. Nadat alle elementen worden ingevoerd de modus voor invoeren van het recept met de toets ON/OFF verlaten. Terug naar de weegmodus met de toets ON/OFF. ALT_B-PLT_A-PLT_F-BA-nl-1333...
12.3.2.2 Recept opvragen en verwerken Nadat een opgeslagen recept wordt opgevraagd (zie hoofdstuk 12.3.2.1) is de weegschaal onmiddellijk klaar voor wegen van de componenten. De naam en de opgegeven waarde, de tolerantie en de vermenigvuldigingsfactor voor elk component verschijnen. In de weegmodus de toets MENU drukken. Het hoofdmenu verschijnt. ...
Pagina 73
Met de navigatietoetsen de gewenste vermenigvuldigingsfactor kiezen. 1 = Enkelvoudige recepthoeveelheid 2 = Dubbele recepthoeveelheid 3 = Trippele recepthoeveelheid etc. De gekozen factor met de toets PRINT bevestigen: Voorbeeld voor factor 1 Tolerantiewaarde Totaal gewicht van alle componenten Gegevens waarde van de component Totaal gewicht van alle componenten Tolerantieteken...
Pagina 74
De aanduiding voor inwegen van de eerste component verschijnt. Met een weegschaalcontainer tarreren. Inwegen starten. Nadat de gegeven waarde wordt bereikt, verschijnt naast de bereikaanduiding de aanduiding “OK”. Indien de gegeven waarde naar beneden (–) of naar boven (+) wordt overschreden en de toets PRINT wordt gedrukt, verschijnt op de display de aanduiding “Err 10”.
Pagina 75
Na inwegen en bevestiging van de laatste component verschijnt en wordt automatisch geprint het totale gewicht (TOT:) van alle componenten. Voorbeeld van een afdruk (KERN YKB-01N): 07-09-11 11:14:57 Cake Receptnaam 10.00 g Inweeg 1. ingrediënt Salt Naam 1. ingrediënt 70.00 g Inweeg 2.
Pagina 76
Voorbeeld voor factor 2: Het gewenste recept opvragen zoals boven beschreven. Met de toets PRINT bevestigen, de eerste component, zijn gegeven waarde als ook de negatieve en positie tolerantiewaarde verschijnen. Met de navigatietoetsen kunnen alle componenten met hun gegeven waarde worden afgelezen.
Pagina 77
Nadat de gegeven waarde wordt bereikt, de toets PRINT drukken. De aanduiding “Wait” en vervolgens “Tare” verschijnen kort. Vervolgens verandert de aanduiding naar “W=0” en verschijnt de aanduiding voor inwegen van de tweede component. De gegevens waarde bedraagt nu “40.000 g”. Inwegen starten. Nadat de gegeven waarde wordt bereikt, verschijnt naast de bereikaanduiding de aanduiding “OK”.
Pagina 78
Terug naar de receptmodus met de toets ON/OFF en het volgende recept starten. Terug naar de weegmodus met de toets ON/OFF. ALT_B-PLT_A-PLT_F-BA-nl-1333...
12.4 Controleweging Tijdens controlewegen is mogelijk om de boven en onder grenswaarde te bepalen en daarmee te verzekeren dat het gewogen materiaal zich precies binnen de bepaalde tolerantiegrenzen bevindt. Het tolerantieteken () en het akoestische signaal (keuzemogelijkheid) tonen, of het gewogen materiaal binnen de twee tolerantiegrenzen ligt.
Pagina 80
Instellingen In de weegmodus de toets MENU drukken. Het hoofdmenu verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt „Checkweighing” (Controlewegen) kiezen. Met de toets PRINT bevestigen, de aanduiding voor invoer van de onderste grenswaarde verschijnt. Met de navigatietoetsen (zie hoofdstuk 2.1.1) de onderste grenswaarde invoeren, bv.
Pagina 81
De tolerantiecontrole starten Het een weegschaalcontainer tarreren. Het gewogen materiaal opleggen, de tolerantiecontrole wordt gestart. Gewogen materiaal Gewogen materiaal Gewogen materiaal onder de gegeven binnen de gegeven boven de gegeven tolerantie tolerantie tolerantie Nadat een optionele printer wordt aangesloten, kan de bepaalde waarde door het drukken van de toets PRINT worden gedrukt.
12.5 Percentagebepaling Door de percentagebepaling wordt het mogelijk om het gewicht in percenten af te lezen, ten opzichte van het referentiegewicht. 12.5.1 Het referentiegewicht door wegen invoeren In de weegmodus de toets MENU drukken. Het hoofdmenu verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt “Percent weigh” (Percentagebepaling) kiezen.
12.5.2 Numerieke invoer van het referentiegewicht In de weegmodus de toets MENU drukken. Het hoofdmenu verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt “Percent weigh” (Percentagebepaling) kiezen. Bevestigen door het drukken van de toets PRINT, het actueel ingestelde modus verschijnt.
12.6 Functie dieren wegen De functie dieren wegen kan bij onrustige wegingen worden gebruikt. Binnen een bepaald tijdsinterval wordt een gemiddelde waarde van de weegresultaten geschapen. Hoe onstabieler het gewogen materiaal, hoe langer tijdsinterval dient te worden gekozen. In de weegmodus de toets MENU drukken. Het hoofdmenu verschijnt. ...
12.7 Functie van de topwaarde Door deze functie is het mogelijk om de hoogste lastwaarde (de topwaarde) van de weging af te lezen. De topwaarde blijft op de display totdat ze gewist wordt. In de weegmodus de toets MENU drukken. Het hoofdmenu verschijnt. ...
12.8 Functie GLP (Goede Laboratoriumpraktijken) In de functie-instelling „GLP” worden de informaties gedefinieerd die op de meetprotocols worden gedrukt. In de weegmodus de toets MENU drukken. Het hoofdmenu verschijnt. Met de navigatietoetsen de menupunt „GLP” (Goede laboratoriumpraktijk) kiezen.
Pagina 87
Om afdrukken conform GLP te realiseren dient de menu-instelling „On demand - Glp”, zie hoofdstuk. 9.2 te worden geactiveerd. Voorbeeld van een afdruk (KERN YKB-01N): 07-09-11 11:14:57 Balance ID: TEST 1 User ID: GLP parameters Miller Project ID: Weight: 199.991 g Weeggegevens Signature: GLP parameters...
13 Gegevensuitgave RS 232C RS232C Om de communicatie tussen de weegschaal en de printer te verzekeren moet er aan volgende eisen worden voldaan: De weegschaal met de printer-/computerinterface met een juiste leiding verbinden. Een storingvrij bedrijf wordt enkel verzekerd bij toepassing van een juiste interfaceleiding van de firma KERN (optioneel).
13.4 Formaat van de gegevenstransmissie Een record bestaat uit de volgende 14 tekens: 1. teken Waardeteken / spatie (weegwaarde) 2-9. teken Gewicht of andere gegevens 10-12. teken Weegeenheid 13. teken Stabilisatieaanduiding 14. teken Terugkeer van de drager (Carriage Return) 15. teken Volgende regel (Line Feed) Weegmodus (continu invoer of nadat de toets PRINT wordt gedrukt) 1°...
14 Foutmeldingen Onstabiele gewichtswaarde of onmogelijk op nul zetten. ERR01 De omgevingsomstandigheden controleren. Justeerfout, bv. onstabiele omgevingsomstandigheden. ERR02 ERR03 Justeerfout, bv. foutief kalibratiegewicht. ERR04 Elementengewicht te klein/onstabiel De gegevenstransmissie is niet mogelijk omdat de ERR05 gewichtswaarde onstabiel is. De omgevingsomstandigheden controleren.
15 Onderhoud, behouden van werkprestatie, verwijderen Voordat met alle werkzaamheden wordt gestart verbonden met onderhoud, reinigen en reparatie, dient het toestel van de bedrijfsspanning te worden ontkoppeld. 15.1 Reinigen Men dient geen agressieve reinigingsmiddelen te gebruiken (oplosmiddel, e.d.) maar het apparaat enkel met een doekje reinigen met lichte zeeploog. Men dient daarbij op te letten dat het vloeistof niet in het apparaat doordringt.
15.4 Hulp bij kleine storingen Bij storingen van programmaloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens het weegproces opnieuw starten. Storing Mogelijke oorzaak Gewichtsaanduiding brandt De weegschaal staat niet aan. niet. Onderbroken verbinding met het netwerk (voedingskabel niet aangesloten/beschadigd).