nl De Bediening in essentie
De toegang vindt plaats via de basisinstellingen.
→ Pagina 18
15.1 Werkwijze voor de controle van de pan
1.
Plaats het kookgerei bij kamertemperatuur en met
ca. 200 ml water midden op die kookzone, waarvan
de diameter het best bij de diameter van de bodem
van de pan past.
2.
Roep de basisinstellingen op en kies .
3.
Op of tippen. Op de kookzone knippert de
indicatie .
a De functie is geactiveerd.
a Na 20 seconden verschijnt het resultaat op het
kookzonedisplay.
16 De Bediening in essentie
16.1 Inschakelen van het apparaat
▶
De functiekeuzeknop op een stand buiten de
nulstand draaien.
a Het apparaat is ingeschakeld.
16.2 Apparaat uitschakelen
▶
De functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
a Het apparaat is uitgeschakeld.
16.3 Verwarmingsmethoden en temperatuur
1.
Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode
instellen.
2.
Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of
grillstand instellen.
a Na enkele seconden begint het apparaat op te war-
men.
a Al naar gelang het apparaattype schakelt bij enkele
verwarmingsmethoden en ingestelde temperaturen
vanaf 200°C het snel voorverwarmen
tisch in.
→ "Snel voorverwarmen", Pagina 20
17 Snel voorverwarmen
Om tijd te besparen, kan de snel voorverwarmen func-
tie bij ingestelde temperaturen boven 100°C de opwar-
mingsduur verkorten.
Bij deze verwarmingsmethoden kunt u de functie snel
voorverwarmen gebruiken:
¡ 3D‑hetelucht
¡ Boven- en onderwarmte
17.1 Snel voorverwarmen instellen
Om een gelijkmatig bereidingsresultaat te krijgen, de
gerechten pas na het snel voorverwarmen in de bin-
nenruimte plaatsen.
Opmerking: Stel pas een tijdsduur in wanneer het snel
voorverwarmen beëindigd is.
20
15.2 Resultaat controleren
In de volgende tabel kunt u het resultaat van de kwali-
teit en snelheid van het kookproces controleren:
Resultaat
1
Wanneer een kleinere kookzone aanwezig is, het
kookgerei op deze kookzone testen.
Raak of aan om de functie te activeren.
3.
Schakel het apparaat uit wanneer het gerecht klaar
is.
Tips
¡ De meest geschikte verwarmingsmethode voor uw
gerechten vindt u in de beschrijving van de verwar-
mingsmethoden.
¡ U kunt op het apparaat ook de tijdsduur en het ein-
de van de werking instellen.
→ "Tijdfuncties", Pagina 21
Verwarmingsmethode wijzigen
U kunt de verwarmingsmethode altijd wijzigen.
▶
Met de functiekeuzeknop de gewenste verwarmings-
methode instellen.
Temperatuur wijzigen
U kunt de temperatuur altijd wijzigen.
▶
Met de temperatuurkeuzeknop de gewenste tempe-
ratuur instellen.
automa-
1.
Een geschikte verwarmingsmethode en een tempe-
ratuur vanaf 100 °C instellen.
Vanaf een ingestelde temperatuur van 200 °C wordt
het snel voorverwarmen automatisch ingeschakeld.
2.
Wanneer het snel voorverwarming niet automatisch
inschakelt, druk dan op de knop
a Op het display verschijnt
a Na enkele seconden start het snel voorverwarmen.
a Als het snel voorverwarmen is beëindigd, klinkt een
signaal en op het display dooft het symbool
3.
Plaats het gerecht in de binnenruimte.
De pan is voor de kookzone niet ge-
schikt en wordt daarom niet opge-
1
warmd.
De pan warmt langzamer op dan ver-
wacht en het kookproces verloopt niet
1
optimaal.
De pan wordt goed warm en het kook-
proces is in orde.
.
.
.