nl Voor het eerste gebruik
8 Voor het eerste gebruik
Stel de opties voor het eerste gebruik in. Reinig het ap-
paraat en de accessoires.
8.1 Eerste gebruik
U moet instellingen voor de eerste ingebruikname uit-
voeren voordat u uw apparaat kunt gebruiken.
Tijd instellen
Na het aansluiten van het apparaat of na een stroom-
onderbreking knippert de tijd op het display. De tijd
start bij "12:00" uur. De actuele tijd instellen.
Vereiste: De functiekeuzeknop dient in de nulstand
te staan.
1.
Stel de tijd in met
2.
Druk op
.
a Het display toont de ingestelde tijd.
Tip: Of de tijd op het display wordt weergegeven, kunt
u in de basisinstellingen → Pagina 18 vastleggen.
9 Kookplaat bedienen
Hier wordt de bediening van uw kookplaat in essentie
beschreven.
9.1 Kookplaat inschakelen en uitschakelen
▶
De kookplaat met de hoofdschakelaar
len en uitschakelen.
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer de
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld
zijn.
reStart
▶
Wanneer u het apparaat binnen 4 seconden na het
uitschakelen weer inschakelt, treedt de kookplaat in
werking met de vorige instellingen.
9.2 Instellen van de kookzones
Om de gewenste selecteerbare vermogensstand te kie-
zen,
of
aanraken.
Elke vermogensstand heeft een tussenstand. Deze is
aangeduid met een punt.
Vermogensstand
16
of .
inschake-
Laagste vermogensstand
Hoogste vermogensstand
8.2 Het apparaat reinigen voordat u het voor
het eerst gebruikt
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de accessoires te
reinigen.
1.
De accessoires en de verpakkingsresten zoals piep-
schuimbolletjes uit de binnenruimte verwijderen.
2.
Vóór het verwarmen de gladde oppervlakken in de
binnenruimte af met een zachte, vochtige doek afve-
gen.
3.
Zolang het apparaat opwarmt, de ruimte ventileren.
4.
De verwarmingsmethode en de temperatuur instel-
len.
→ "De Bediening in essentie", Pagina 20
Verwarmings-
3D‑hetelucht
methode
Temperatuur
Maximum
Tijdsduur
1 uur
5.
Het apparaat na de aangegeven tijdsduur uitschake-
len.
6.
Wachten tot de binnenruimte is afgekoeld.
7.
De gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje reinigen.
8.
De accessoires met zeepsop en een schoonmaak-
doekje of een zachte borstel reinigen.
Opmerkingen
¡ Om de elektrische onderdelen van het apparaat te
beschermen tegen oververhitting of stroomstoten,
kan het vermogensniveau van de kookplaat voor
korte tijd worden teruggebracht.
¡ Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
kan het vermogensniveau van de kookplaat voor
korte tijd worden teruggebracht.
Kookzone en vermogensstand kiezen
1.
Om de kookzone te kiezen op tippen.
2.
Kies in de volgende 10 seconden de vermogens-
stand:
Op
drukken om de vermogensstand op te
‒
roepen.
Op
drukken om de vermogensstand op te
‒
roepen.
a De vermogensstand is ingesteld.
Opmerking: Wanneer er geen kookgerei op de kook-
plaat staat, of de pan niet geschikt is, dan knippert de
gekozen vermogensstand. Na een bepaalde tijd wordt
de kookzone uitgeschakeld.
quickStart
▶
Wanneer u vóór het inschakelen kookgerei op de
kookplaat plaatst, dan wordt dit bij het inschakelen
herkend en wordt de betreffende kookzone automa-
tisch gekozen. Vervolgens in de volgende 20 secon-
den de vermogensstand kiezen, anders schakelt de
kookplaat zelf uit.