Advertenties
Instellingen voor alarmgrenzen wijzigen
In de volgende stappen verwijzen de letters tussen haakjes naar het voorgaande afbeelding van de
pagina Grenzen. Raadpleeg voor verwante informatie 158.
WAARSCHUWING
Wanneer u alarmgrenzen instelt op extreme waarden, kan het voorkomen dat bepaalde alarmcon-
dities niet worden gedetecteerd en niet worden aangekondigd met akoestische en optische
alarmsignalen.
De standaardalarminstellingen configureren
1 Selecteer het tabblad Grenzen (als dit nog niet is geselecteerd).
2 Selecteer een Patiëntcategorie (C).
Herhaal indien nodig de volgende stappen voor elke parameter. Gebruik de verticale scrollbalk aan de
rechterkant van de tabel om extra rijen onder aan de tabel weer te geven.
3 Selecteer het overeenkomstige veld in de kolom Alarm (E) om alarmbewaking in of uit te schakelen.
Een driehoek met een kruis erdoor verschijnt in het parametervak wanneer alarmbewaking is
uitgeschakeld.
4 Gebruik de bijbehorende veldbesturingselementen in de kolom Ondergrens (F) om de onderste
alarmgrenzen bij te stellen.
5 Gebruik de bijbehorende veldbesturingselementen in de kolom Bovengrens (H) om de bovenste
alarmgrenzen bij te stellen.
6 Selecteer één van de volgende instellingen in de kolom Archiveren (I) om te bepalen wat er in reactie
op een alarm gebeurt:
– Uit – er worden geen events opgeslagen en er worden geen registraties gemaakt
– Registreren – hiermee wordt een handmatige registratie gegenereerd
– Opslaan – hiermee wordt de gebeurtenis voor later gebruik opgeslagen
– Opslaan/ Registreren – hiermee wordt een handmatige registratie gegenereerd en de event
opgeslagen.
7 Selecteer Toepassen om eventuele wijzigingen op te slaan of Ongedaan maken om naar de
oorspronkelijke instellingen terug te gaan zonder wijzigingen op te slaan.
–
Gebruiksaanwijzing
Infinity
®
CentralStation Wide
–
VG4.0
Systeemconfiguratie
345
Advertenties
