Aan de slag
Patiëntcategorieën
Via de patiëntcategorie-instelling worden alarm en aritmie-instellingen, de QRS-gevoeligheid, enzovoort,
geregeld. Als u een nieuwe patiënt opneemt in het ICS, komt de patiëntcategorie overeen met de instelling
op de bedzijdige monitor of die van het ICS voor de M300. Een overeenkomstig symbool (zie pagina 97)
wordt weergegeven in de kopbalk van de viewport (zie pagina 82) en in de kopbalk van de BedView (zie
pagina 89). Bedzijdige monitoren ondersteunen volwassen, pediatrische en neonatale patiënten. M300-
apparaten ondersteunen alleen volwassen en pediatrische patiënten.
Een andere patiëntcategorie selecteren
Voor patiënten met een bedzijdige monitor moet u de patiëntcategorie selecteren op de bedzijdige
monitor. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de aangesloten monitor voor informatie over het wijzigen
van de patiëntcategorie.
Voor M300-patiënten kunt u de instelling voor de patiëntcategorie alleen wijzigen op het ICS waarin de
patiënt oorspronkelijk is opgenomen. U kunt de patiëntcategorie van een M300 niet wijzigen vanaf een
externe ICS.
Als de patiëntcategorie is gewijzigd, worden de standaardinstellingen (bijvoorbeeld instellingen voor
alarmgrenzen, aritmie, QRS-gevoeligheid) voor die patiëntcategorie automatisch ingeschakeld. Als
aritmiebewaking is ingeschakeld, wordt er ook automatisch een ECG-herleerfase gestart.
WAARSCHUWING
Er kan een mogelijk gevaar ontstaan als er in eenzelfde gebied verschillende vooraf ingestelde
alarmsignalen worden gebruikt voor dezelfde of vergelijkbare apparatuur.
WAARSCHUWING
De gebruiker moet vóór het gebruik bij elke patiënt controleren of het huidige vooraf ingestelde
alarmsignaal geschikt is.
124
–
Gebruiksaanwijzing
Infinity
®
CentralStation Wide
–
VG4.0