Gebruik
Bediening van de ruitenreinigingsinstallatie (cabine-uitvoering)
Een ruitenreinigingsinstallatie is in alle uitvoeringen met cabine aanwezig.
Verwondingsgevaar!
Als de ruitenwisser bij geopende voorruiten wordt ingeschakeld, glijdt deze uit de houder op het ca-
STOP
bineraam en kan hij in de binnenruimte van de cabine slaan. Er is gevaar voor verwondingen als de
ruitenwisser daarbij in het gezicht van de bediener terecht komt.
- Bij geopende voorruit de ruitenwisserschakelaar niet inschakelen.
Inschakelen van de ruitenwisser
Startschakelaar staat in stand RUN.
Schakelaar voor de ruitenwisser (1) indrukken, de ruitenwisser
werkt zolang de schakelaar zich in deze stand bevindt. Om uit
te schakelen de schakelaar in tegengestelde richting drukken.
In de winter moet vóór het gebruik van de ruitenwisser worden gecontroleerd, of het ruitenwisserblad
vastgevroren is. In dit geval kan het ruitenwisserblad of de ruitenwissermotor worden beschadigd.
Ruitenreinigingsinstallatie aanzetten
Ruitenreinigingsinstallatie is ingeschakeld, blokkeerpal (voorgaande afbeelding/2) aan de schakelaar ver-
schuiven en de schakelaar in het tweede niveau ingedrukt houden. De ruitenreinigingsinstallatie werkt zolang
als de schakelaar ingedrukt blijft. Bij het loslaten gaat de schakelaar in de stand "Ruitenwissen" terug.
Bediening van de binnenverlichting (cabine-uitvoering)
Tuimelschakelaar (1) indrukken. Om uit te schakelen de tuimel-
schakelaar in tegengestelde richting drukken.
RG658-8144-4
08/2018
1
1
2
95