Buitenbedrijfstelling
Beschermdak en cabine-uitvoering
De graafmachine moet zodanig worden geparkeerd, dat de graafmachine in geen geval wegrollen
STOP
kan en tegen onbevoegd gebruik is beveiligd.
Graafmachine op een vlakke ondergrond rijden.
Bij de uitvoering zonder cabine moet de parkeerplaats overdekt zijn.
De hydraulische cilinder als volgt uitschuiven:
Boom:
Arm:
Bak:
Dozerblad:
Zwenkinrichting:
Motortoerental terug naar stationair toerental regelen en de AUTO-IDLE-besturing met de AUTO-IDLE-scha-
kelaar uitschakelen. De controlelamp brandt niet.
Motor uitschakelen (blz. 71).
Contactsleutel verwijderen.
Veiligheidsgordel openen en linker bedieningsconsole opklappen.
Evt. moet de graafmachine worden bijgetankt (blz. 104).
Alle kleppen sluiten en vergrendelen.
Graafmachine op uitwendige beschadigingen en lekkages controleren. Defecten moeten vóór de volgende
inbedrijfstelling worden verholpen.
Bij zeer sterke vervuiling in het bereik van de rupsbanden en de gewrichten van de voorbouwapparatuur moet
de graafmachine worden gereinigd (blz. 122).
Cabine-uitvoering
Alle ramen sluiten en vergrendelen.
Cabinedeur sluiten en vergrendelen.
94
half uitgeschoven
half uitgeschoven
half uitgeschoven
op de grond neergelaten
Voorbouwapparaten in het midden en op de bodem neergelaten
Gebruik
RG658-8144-4
08/2018