Gebruik
Werkzaamheden bij dagelijks gebruik
Voor het uitvoeren van de werkzaamheden moet de graafmachine op een vlakke ondergrond staan;
contactsleutel is verwijderd.
Motorkap openen (blz. 107). De motorkap na beëindigen van werkzaamheden sluiten.
Visuele controle
De graafmachine op zichtbare beschadigingen, losse boutverbindingen en lekkages controleren.
Controleren of er zich opgehoopt vuil in de buurt van de onderdelen, bijv. motor, uitlaatdemper, uitlaatspruit-
stuk- en uitlaatpijpen bevindt, en evt. verwijderen.
Controleren of er bladeren, stro, dennennaalden, takjes, schors en andere brandbare materialen zijn, en evt.
verwijderen.
Controleer de gevaar-, waarschuwings- en veiligheidsstickers op de machine. Deze moeten volledig en goed
leesbaar zijn (blz. 18).
Motoroliepeil controleren
Oliepeilstok (1) eruit trekken en met een schone doek afvegen.
Oliepeilstok weer helemaal terugplaatsen en opnieuw eruit
trekken. Het oliepeil moet zich in het bereik "A" bevinden. Bij te
laag motoroliepeil, motorolie bijvullen (blz. 125).
Het bedrijf met een te laag of te hoog oliepeil kan tot
motorschade leiden.
RG658-8144-4
08/2018
61