Deze procedure door een begeleider laten controleren.
STOP
Graafmachine met geschikt steunmateriaal steunen; gewicht van het voertuig in acht nemen.
Rupsbandspanning controleren
De rupsband staat met de naad (1) midden tussen de loopwiel
en aandrijftandwiel.
Rupsbanddoorhanging, zoals op de afbeelding weergegeven,
controleren.
Rupsbanddoorhanging "A" 10-15 mm
Indien de rupsbanddoorhanging groter is dan 15 mm, moet de
rupsband worden nagespannen.
Zo nodig rupsband spannen of ontspannen.
Motor starten en geheven rupsband kort laten draaien.
Voorzichtig; de omgeving van de draaiende rupsband moet vrij van personen zijn, na het draaien
STOP
moet de startschakelaar in stand STOP worden gezet en de contactsleutel worden verwijderd.
Rupsbandspanning opnieuw controleren, zo nodig afstellen.
Dezelfde werkzaamheden aan de tweede rupsband uitvoeren.
Controleren van de rupsbandspanning (staal)
Rupsbanddoorhanging, zoals op de afbeelding weergegeven,
controleren.
Rupsbanddoorhanging "A" 75-80 mm
Indien de rupsbanddoorhanging groter is dan 80 mm, moet de
rupsband worden nagespannen.
Zo nodig rupsband spannen of ontspannen.
Graafmachine starten en geheven rupsband kort laten draaien.
Voorzichtig; de omgeving van de draaiende rupsband moet vrij van personen zijn, na het draaien
STOP
moet de startschakelaar in stand STOP worden gezet en de contactsleutel worden verwijderd.
Rupsbandspanning opnieuw controleren, zo nodig afstellen.
Dezelfde werkzaamheden aan de tweede rupsband uitvoeren.
140
Onderhoud
RG658-8144-4
08/2018