Koelvloeistofslangen controleren
Deze controle alleen met koude motor uitvoeren.
STOP
Motorkap openen (blz. 107).
Alle slangverbindingen aan de motor en naar de radiateur resp. verwarmingsventilator (cabine-uitvoering) op toe-
stand (scheuren, uitbollingen, verharde plekken), lekkage en goede bevestiging van de klemmen controleren. Zo
nodig moeten de slangen door geschoold personeel worden vervangen.
Motorkap sluiten.
Motorolie en oliefilter vervangen
Motorkap openen (blz. 107).
Het verversen van de motorolie moet met bedrijfswarme motor worden uitgevoerd.
Voorzichtig, de motorolie en het oliefilter zijn heet Verbrandingsgevaar.
STOP
Olie-opvangbak met een inhoud van ca. 12 l onder de motorolieaftap plaatsen. De motorolie mag
niet in de grond terechtkomen; de olie moet net zoals het oliefilter volgens de geldende milieube-
schermingsbepalingen worden afgevoerd.
Aftappen van de motorolie
Olieaftapplug (1) openen en motorolie aftappen in de opvangbak.
Olieaftapplug van nieuwe pakking voorzien en erin draaien.
124
Onderhoud
1
RG658-8144-4
08/2018