5.3.3
Spuitvloeistoftank met water vullen (machinegegevens
5.3.3.1
Met vulpeilsensor
1.
Open het vulmenu (Afb. 65).
2. Voer de meldgrens in voor de maximale
hoeveelheid spuitvloeistof die mag worden
bijgevuld
3. Vul de spuitvloeistoftank.
4. Beëindig het vullen uiterlijk als het alarm-
signaal klinkt.
5.
Bevestig het actuele vulpeil.
Software AMABUS BAG0117.1 02.14
Spuitvloeistoftank bijvullen
•
Aan de hand van het aangegeven vulpeil na het vullen berekent
de AMATRON 3 het resterende traject dat met de nieuwe
tankvulling kan worden bespoten.
•
Bepaal de exacte watervulhoeveelheid.
Machine met meldgrens niveau:
•
Bij het vullen moet de AMATRON 3 het vulmenu tonen zo-
dat de niveaumelding actief is!
•
Bij het bijvullen van de spuitvloeistoftank klinkt een alarmsignaal
als het spuitvloeistofniveau deze ingevoerde meldgrens bereikt.
De controle van de bijgevulde hoeveelheid spuitvloeistof helpt
onnodige restanten te voorkomen, als de meldgrens exact aan
de berekende navulhoeveelheid wordt aangepast.
•
Bij het vullen wordt de hoeveelheid water bepaald die werd bij-
gevuld en naast het woord "bijgevuld:" weergegeven
Meldgrens vulniveau:
Actueel vulniv.:
Litri
Bijgevuld:
Afb. 65
Gebruik op het veld
)
5200 Li
4847
0 litri
49