Ingebruikname
4.4.1.1
TrailTron configureren (basisgegevens
•
Voer de regelfactor TrailTron in.
Alleen voor fuseebesturing:
→
standaardwaarde: 1,00
Machine overstuurt (Fig. 48/1):
→
kies een kleinere regelfactor
Machine onderstuurt (Fig. 48/2):
→
kies een grotere regelfactor
•
Voer de afwijkingsfactor TrailTron in.
De afwijkingsfactor geeft de gevoeligheid aan
vanaf welke stuurinslag de regeling werkzaam
wordt.
ο
0 (gevoelig) tot 15 (ongevoelig)
ο
meest geschikte waarden: 4 tot 8.
•
Voer de N-factor in cm in.
Alleen voor fuseebesturing:
→
standaardwaarde: 240 cm
De wielen van de spuit moeten op dezelfde
plaats beginnen met insturen als de achterwielen
van de tractor (Afb. 49/1)!
De spuit stuurt te laat de curve in en te laat te-
rug:
→
tel maat a (Fig. 49) bij de N-factor op.
Spuit stuurt te vroeg de curve in en te vroeg
weer terug
→
trek maat b (Fig. 49) van de N-factor af.
38
•
Vóór het configureren van de TrailTron moet het aantal impul-
sen/100 m worden bepaald, zie pagina 28.
•
UX: smoorkleppen voor de stuurcilinders helemaal opendraaien.
Naderhand smoren weer correct instellen.
Om de fuseebesturing correct te kalibreren, eerst met de N-factor het
correcte tijdstip voor het insturen bepalen en dan de intensiteit van
het sturen via de regelfactor bepalen.
Afb. 47
Afb. 48
Afb. 49
)
Software AMABUS BAG0117.1 02.14