Ingebruikname
4.3.2
DistanceControl kalibreren (machinegegevens
1.
Overschakelen naar het machine-
menu.
2.
Overschakelen naar het kalibratie-
menu van de DistanceControl.
De kalibratie verloopt in 3 stappen.
• Horizontaal kalibreren
3.
Start de horizontale kalibratie.
4.
,
Richt de spuitbomen horizon-
taal. De actuele hoogte van de beide sen-
soren wordt continu aangegeven (Afb. 17).
→
Verschijnt op het display Balk nu horizon-
taal:
5.
Bevestig de horizontale stand.
20
Voor een goede werking van de DistanceControl moet de kalibra-
tie correct zijn uitgevoerd. Voer een kalibratie uit
•
bij het eerste gebruik;
•
eenmaal per seizoen.
Bij het kalibreren van de DistanceControl moet de ondergrond vlak
zijn, mogen er geen kuilen onder de ultrasoonsensoren zitten en mag
het oppervlak van de ondergrond niet te glad zijn (bv. asfalt of beton).
Afb. 16
Afb. 17
)
Software AMABUS BAG0117.1 02.14