4.4.1.3
Aantal spuitdoppen per sectie invoeren (setup
Afb. 54
1. Kies de gewenste sectie.
2.
Selecteer de invoer.
→
Het display gaat naar de invoer "Aantal
spuitdoppen voor sectie 1 invoeren".
3. Voer het aantal spuitdoppen voor sectie 1
voor uw spuitleiding in.
4. Herhaal stap 1 t/m 3, totdat het aantal
spuitdoppen voor alle secties is ingevoerd.
5.
Bevestig de invoer.
4.4.1.4
DistanceControl configureren (setup
1.
DistanceControl in-/uitschakelen.
2.
Gevoeligheid van de hellingsenso-
ren instellen.
ο
0 → Geringe gevoeligheid
(heuvelachtig terrein)
ο
10 → Hoge gevoeligheid
(vlak terrein)
ο
5 → Standaardwaarde.
3.
Bochtenfactor van DistanceControl
ingevoerd.
ο
0 → weinig regeling in bochten
ο
10 → veel regeling in bochten
ο
3 → standaardwaarde
Software AMABUS BAG0117.1 02.14
De nummering van de secties voor de spuitleiding vindt in rijrichting
gezien plaats van links buiten naar rechts buiten; zie Afb. 54.
Afb. 55
Distance Control:
Gevoeligheid van de
hellingsensoren
instellen:
DC- Bochtenfactor:
Afb. 56
)
)
Ingebruikname
aan
Dist.
Control
5
Gev..
hel-
lingsenso
ren
3
Bochten-
factor
41